Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2017;

 

besluit om vast te stellen

 

Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 g emeente Sint-Michielsgestel

Artikel 1

Deze beleidsregel wordt toegepast bij een beoordeling van het woon- en leefklimaat.

Artikel 2

Lid 1

Bij het beoordelen van ruimtelijke initiatieven en plannen worden, als vertaling van het criterium ‘een aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ uit stallen van veehouderijen, onderstaande waarden gehanteerd als toetswaarden die gelden ter plaatse van geurgevoelige objecten. Bij deze beoordeling worden alleen de dieren mee berekend waarvoor in de Regeling geurhinder en veehouderij een emissiefactor vastgesteld is.

Gebied

Achtergrondbelasting

Voorgrondbelasting

 

Goed

Slecht

Goed

Afweegbaar

Slecht

Woonkernen

0 – 5 ou

>5 ou

0 – 2 ou

nvt

>2 ou

Bedrijventerreinen

0 – 10 ou

>10 ou

0 – 2 ou

2 – 5 ou

>5 ou

Bebouwingsconcentraties

0 – 10 ou

>10 ou

0 – 5 ou

5 – 7 ou

>7 ou

Buitengebied

0 – 10 ou

>10 ou

0 – 7 ou

7 – 10 ou

>10 ou

Lid 2

In afwijking van artikel 2, eerste lid, wordt voor geurgevoelige objecten behorende bij andere veehouderijen, en geurgevoelige objecten die op of na 19 maart 2000 opgehouden zijn deel uit te maken van een andere veehouderij, als criterium voor ‘een aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ de volgende afstanden gehanteerd:

  • 50 m voor geurgevoelige objecten in de bebouwde kom;

  • 25 m voor geurgevoelige objecten buiten de bebouwde kom.

Lid 3

In afwijking van artikel 2, eerste en tweede lid bedraagt de afstand tussen een veehouderij en een geurgevoelige object dat op of na 19 maart 2000 is gebouwd, op een kavel dat op dat tijdstip in gebruik was als veehouderij, in samenhang met het geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen van de veehouderij en in samenhang met de sloop van de bedrijfsgebouwen die onderdeel hebben uitgemaakt van de veehouderij:

  • 100 m voor geurgevoelige objecten in de bebouwde kom;

  • 50 m voor geurgevoelige objecten buiten de bebouwde kom.

Artikel 3

Bij het beoordelen van ruimtelijke initiatieven en plannen worden in geval van bedrijven met dieren waarvoor geen emissiefactoren in de Regeling geurhinder en veehouderij zijn vastgesteld (niet zijnde nertsen), de in onderstaande tabel genoemde afstanden gehanteerd als vertaling van het criterium ‘een aanvaardbaar woon- en leefklimaat’.

Gebied

Geurgevoelige objecten behorende bij andere veehouderijen, of op of na 19 maart 2000 gestopt onderdeel uit te maken van een veehoude r ij

Overige geurgevoelige objecten

 

Goed

Slecht

Goed

Slecht

Woonkernen

>50 m

<50 m

>100 m

<100 m

Bedrijventerreinen

>50 m

<50 m

>100 m

<100 m

Bebouwingsconcentraties

>25 m

<25 m

>50 m

<50 m

Buitengebied

>25 m

<25 m

>50 m

<50 m

Artikel 4

De gebieden als bedoeld in artikel 2 en 3 zijn weergegeven op de bij deze beleidsregel gevoegde en gewaarmerkte kaart: Geurnormenkaart behorende bij de beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel.

Artikel 5

Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij een geurgevoelig object als de geursituatie ter plaatse van het geurgevoelige object goed of afweegbaar is volgens de tabel in artikel 2 en 3 of als er wordt voldaan aan de afstanden genoemd in artikel 2, tweede en derde lid.

Artikel 6

Lid 1

Als de geursituatie gekwalificeerd is als slecht, is in beginsel geen sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

 

Lid 2

In het geval het plan een nieuw geurgevoelig object mogelijk maakt, kan overwogen worden om gemotiveerd van de toetswaarde af te wijken als de overige milieu- en planologische aspecten positief zijn beoordeeld. Bijvoorbeeld omdat er concreet zicht is op een verbetering van de achtergrondbelasting of omdat er vanwege het gebruik weinig hinder te verwachten is of dit acceptabel wordt geacht. Een nadere motivering is in dit geval noodzakelijk.

 

Lid 3

In het geval het plan voorziet in uitbreiding van dieren van een bepaalde categorie, vestiging van of omschakeling naar een veehouderij kan worden afgeweken van de toetswaarde voor de achtergrondbelasting, bijvoorbeeld in het geval als :

  • de bijdrage van de veehouderij aan de overschrijding van de achtergrondbelasting niet significant is;

  • de aanvraag leidt tot een proportionele afname van de achtergrondbelasting welke tenminste de eigen bijdrage aan de overschrijding compenseert.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 9 februari 2017.

 

De raad voornoemd,

 

de griffier,

 

N.A. Hoogerbrug-van de Ven

 

de voorzitter,

 

mr. J.C.M. Pommer

Naar boven