Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Littenseradiel 2017

De Raad van de gemeente Littenseradiel;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 januari 2017;

 

gelet op artikel 8a, eerste lid, onder b, van de Participatiewet, artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de verzamelbrief 2015-1 van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onder punt 5: Verordeningen tegenprestatie;

 

besluit:

 

vast te stellen de Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Littenseradiel 2017

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen in deze verordening die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;

    • b.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d.

      mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;

    • e.

      korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

    • f.

      vrijwilligerswerk: werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving;

    • g.

      wet: Participatiewet.

Hoofdstuk 2 Tegenprestatie naar vermogen

Artikel 2 Inhoud van een tegenprestatie

  • 1.

    Het college kan een belanghebbende op grond van artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de wet, artikel 37, eerste lid, onderdeel f, van de IOAW en artikel 37, eerste lid, onderdeel f, van de IOAZ een tegenprestatie naar vermogen opdragen.

  • 2.

    De tegenprestatie naar vermogen bestaat uit onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden met een additioneel karakter, die:

    • a.

      worden verricht in plaats van of in aanvulling op reguliere arbeid;

    • b.

      niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

  • 3.

    Het college kan nadere regels opstellen ter uitvoering van deze verordening.

Artikel 3 Opdragen van de tegenprestatie

  • 1.

    Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

    • a.

      de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door de belanghebbende;

    • b.

      de individuele omstandigheden van de belanghebbende.

  • 2.

    Wanneer de belanghebbende vrijwilligerswerk verricht, wordt dit gezien als tegenprestatie.

  • 3.

    Het college legt geen tegenprestatie op wanneer belanghebbende:

    • a.

      mantelzorgtaken zoals bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder d, verricht;

    • b.

      een korte afstand heeft tot de arbeidsmarkt.

Hoofdstuk 3 Slotbepaling

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking ervan en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2.

    De Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015 van 15 december 2014, wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Littenseradiel 2017.

 

Wommels, 27 februari 2017

 

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier

Naar boven