Besluit tot wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht 2016, eerste wijziging

 

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

 

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

 

verwijzende naar het door elke regiogemeente vastgestelde Besluit mandaat, volmacht en machtiging beschermd wonen en opvang;

 

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de navolgende

wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht 2016, eerste wijziging

 

Artikel I Wijziging beleidsregels

De beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht 2016 worden als volgt gewijzigd:

A. In artikel 2.1 vervalt het vierde lid.

B. De eerste alinea van artikel 4.1 komt als volgt te luiden:

De wet benoemt, voor zover voor deze beleidsregels van belang, twee vormen van ondersteuning die de gemeenten moeten bieden: beschermd wonen en opvang. In deze beleidsregels is gekozen voor een nadere uitwerking van beschermd wonen en opvang.

C. Artikel 5.1 komt als volgt te luiden:

Beschermd wonen is bedoeld voor personen van 18 jaar of ouder met psychische of psychosociale problemen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving of zelfstandig te wonen. Het gaat om personen bij wie op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving in een accommodatie van een instelling of in een wooninitiatief centraal staat. Deze personen zijn (nog) niet in staat of hebben (nog) onvoldoende regie om alle organisatorische en financiële aspecten rondom het zelfstandig bewonen van een eigen woning te verzorgen.

D. Artikel 5.2 komt als volgt te luiden:

Het gaat bij beschermd wonen om het bieden van een veilige woonomgeving, met als doel indien mogelijk de cliënt weer in staat te stellen zich op eigen kracht in de samenleving te handhaven. Een beschermende woonvorm biedt géén behandeling. Als een bewoner behandeling nodig heeft, moet deze dat zelf regelen, eventueel met behulp van de begeleider.

Bij het formuleren van de te bereiken resultaten wordt aangesloten bij de resultaatgebieden van de zelfredzaamheidmatrix (ZRM). Per domein van de ZRM zijn de te bereiken resultaten met beschermd wonen vastgesteld (zie bijlage 1). Mogelijk kunnen de resultaten worden bereikt met andere oplossingen, zoals individuele begeleiding zonder verblijf, begeleiding groep zonder verblijf, eigen kracht of algemene voorzieningen. In die gevallen is beschermd wonen niet nodig om de resultaten te bereiken.

E. Artikel 5.3 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het aanbod beschermd wonen is te verdelen in dertien arrangementen:

    • a.

      BW uitstroomarrangement;

    • b.

      1=1 persoon arrangement, extramurale setting, licht;

    • c.

      1=1 persoon arrangement, extramurale setting, midden;

    • d.

      tot 6 personen extramurale setting, inclusief gedeeld wonen, licht;

    • e.

      tot 6 personen extramurale setting, inclusief gedeeld wonen, midden;

    • f.

      tot 12 personen extramurale setting, licht;

    • g.

      tot 12 personen extramurale setting, midden;

    • h.

      tot 12 personen intramurale setting, licht;

    • i.

      tot 12 personen intramurale setting, midden;

    • j.

      tot 12 personen intramurale setting, zwaar;

    • k.

      > 12 personen intramurale setting, licht;

    • l.

      > 12 personen intramurale setting, midden;

    • m.

      > 12 personen intramurale setting, zwaar.

  • 2.

    In bijlage 2 is een nadere omschrijving van de in het eerste lid genoemde arrangementen opgenomen.

  • 3.

    De onderverdeling in licht, midden en zwaar bij de arrangementen als genoemd in het eerste lid, onderdelen b tot en met m, is als volgt:

    • -

      Beschermd wonen licht: Oefenen en stimuleren:

      • .

        Stabiliseren situatie, uitstroomgericht.

      • .

        Algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL): behoefte aan stimulatie en controle.

      • .

        Ondersteuning nodig op meerdere leefgebieden.

      • .

        Mobiliteit: geen problemen (over het algemeen).

      • .

        Gedragsproblematiek kan aanwezig zijn.

      • .

        Deelname participatie en maatschappij in beperkte mate zelfstandig toe in staat.

      • .

        Sociale relaties zijn er, onderhouden van deze is moeilijk, wel mogelijk. Sociale relaties aangaan lukt met begeleiding.

      • .

        Psychiatrische problematiek staat niet op voorgrond, veelal passief van aard, is in principe onder controle.

      • .

        Bij simpele taken (waaronder voor zichzelf zorgen, eten, wassen, aankleden en naar het toilet gaan) geen ondersteuning nodig, bij complexe taken wel (waaronder schoonmaken en/of de zorg voor anderen).

    • -

      Beschermd wonen midden: aanleren en oefenen:

      • .

        Ontwikkelingsgericht.

      • .

        Algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL): vaak behoefte aan aansturing en hulp bij de persoonlijke verzorging. Kans op zelfverwaarlozing aanwezig.

      • .

        Ondersteuning nodig op meerdere, soms alle leefgebieden, beperkt (niet op alles) overname nodig.

      • .

        Mobiliteit: minimale ondersteuning nodig, geen grote problemen.

      • .

        Gedragsproblematiek aanwezig.

      • .

        Deelname participatie en maatschappij beperkt zelfstandig toe in staat.

      • .

        Sociale relaties beperkt aanwezig, aangaan en onderhouden is moeilijk, soms niet mogelijk.

      • .

        Psychiatrische problematiek aanwezig. Varieert van passief naar actief (vaker actief). Met medicijnen onder controle te houden, indien van toepassing gecontroleerd middelengebruik

      • .

        Naast psychiatrische problematiek mogelijk ook lichamelijke, somatische of verstandelijke beperking (die staat/staan niet op voorgrond)

      • .

        Bij simpele taken ondersteuning nodig, bij complexe taken (mogelijk) ook overname nodig.

    • -

      Beschermd wonen zwaar: overname en aanleren:

      • Overname op groot deel van de leefgebieden noodzakelijk.

      • Algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL): overname van (een deel van de) en/of stimuleren van persoonlijke verzorging. Cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig doordat zij ADL-taken niet meer zelfstandig kunnen uitvoeren.

      • Mobiliteit: Cliënten hebben meer of minder intensieve ondersteuning nodig in verband met klachten aan het bewegingsapparaat ten gevolge van langdurig middelengebruik of psychofarmaca.

      • Ernstige gedragsproblemen die voortdurend moeten worden gereguleerd.

      • Is maatschappelijk geïsoleerd en/of heeft geen sociale vaardigheden en/of heeft gebrek aan motivatie om deel te nemen.

      • Actief of passief terugtrekken uit sociale relaties.

      • Psychiatrische problematiek is actief aanwezig, bij tijd en wijle lastig onder controle te krijgen.

      • Functioneren in een leefgroep is mogelijk onder voorwaarde dat er individuele begeleiding is.

      • Middelengebruik is altijd een verzwarende factor.

 

  • F.

    Artikel 5.7 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Onder vernummering van het eerste en tweede lid tot het tweede en derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

      • 1.

        De indicatie voor beschermd wonen wordt gesteld in één van de arrangementen beschermd wonen, indien nodig aangevuld met dagbesteding.

    • 2.

      Er wordt een (nieuw) vierde lid ingevoegd, luidende:

      • 4.

        Bij het bepalen van het arrangement en de locatie waar beschermd wonen plaatsvindt, spelen zorginhoudelijke en participatiecriteria een rol. De volgende beoordelingscriteria worden toegepast, in overleg met de cliënt:

        • a.

          Wat is de beste omgeving waarin aan participatie gewerkt kan worden? Hierbij is de aanwezigheid van een positief sociaal netwerk (familie en vrienden) van belang om:

          • I.

            beschermd wonen te voorkomen (inzet van andere vormen van beschermende 
woonvormen);

          • II.

            uitstroom naar vormen van zelfstandig wonen te bevorderen.

        • b.

          Voorwaarden voor succesvolle trajecten, zoals:

          • I.

            (reeds ingezette) actieve schuldhulpverlening; 


          • II.

            een bestaande relatie met GGZ of andere vormen van hulpverlening;

          • III.

            reeds ingezette scholing, (vrijwilligers) werk, of passend dagbesteding;


          • IV.

            eventueel aanwezige (veiligheids)risico's op de huidige woonplek;

          • V.

            de behoefte aan een specifieke aanpak of een specifieke voorziening;

          • VI.

            gegronde redenen om tegemoet te komen aan de wens van een cliënt, anders 
dan de hierboven genoemde voorwaarden.

 

  • G.

    Na artikel 5.7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5.8 Dagbesteding

  • 1.

    Het aanbod dagbesteding is te verdelen in drie categorieën:

    • a.

      belevingsgerichte dagbesteding;

    • b.

      arbeidsmatige dagbesteding;

    • c.

      ontwikkelgerichte dagbesteding.

  • 2.

    In bijlage 3 is een nadere omschrijving van de in het eerste lid genoemde categorieën opgenomen.

  • 3.

    De categorie dagbesteding wordt bepaald aan de hand van de volgende uitgangspunten:

    • de behoefte van de cliënt en de mantelzorger(s);

    • het te bereiken resultaat;

    • de belastbaarheid en het ontwikkelpotentieel van de cliënt.

  • 4.

    Bij de indicatiestelling worden de beoogde resultaten geformuleerd, waarbij wordt aangesloten bij de resultaatgebieden van de ZRM. Het ondersteuningsplan (opgesteld door aanbieder in overeenstemming met de cliënt) moet hierop worden gebaseerd en maakt onderdeel uit van de beschikking. In het ondersteuningsplan staat o.a. welke activiteiten zullen worden verricht om de gewenste resultaten te bereiken en welke termijnen daaraan zijn verbonden.

H. In artikel 8.3 wordt <<2016>> vervangen door <<2017>>.

I. Na bijlage 1 worden twee bijlagen ingevoegd, luidende:

Bijlage 2

 

 

 

 

Bijlage 3 Overzicht van de categorieën dagbesteding

 

Belevingsgerichte dagbesteding

Belevingsgerichte dagbesteding is gericht op stabilisatie van de beperking (progressief) ziektebeeld en het behoud van autonomie en ondersteunt cliënten als zij vanwege beperkingen (nog) niet in staat zijn om hun dagen goed te structureren en/of een zinvolle invulling van hun dagen te geven. Belevingsgerichte dagbesteding heeft het doel om cliënten te begeleiden bij het structuur geven aan de dag en een zinvolle invulling hiervan. De activiteiten vinden plaats in groepsverband en hebben geen arbeidsmatig karakter.

Daarnaast is de dagbesteding gericht op:

  • het leren omgaan met fysieke of cognitieve beperkingen, of

  • het voorkomen van achteruitgang in fysieke, cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden, of

  • het voorkomen van een sociaal isolement, of

  • het ontlasten van de mantelzorger(s).

Bij dagbesteding in het kader van beschermd wonen en opvang kan de belevingsgerichte dagbesteding zijn gericht op:

  • het herstel van het dag- en nachtritme, of

  • het voorkomen van overlast in de woonomgeving.

De groepsgrootte is gemiddeld 6 cliënten per professionele medewerker.

 

Arbeidsmatige dagbesteding

Arbeidsmatige dagbesteding is een vervangende activiteit voor werk of school, als dit niet op reguliere of aangepaste wijze (zoals aangepast (speciaal) onderwijs of via al dan niet gesubsidieerde arbeid op basis van de participatiewet) kan worden gerealiseerd. Arbeidsmatige dagbesteding is een vorm van werken met begeleiding. De activiteiten die gedaan worden, zijn vergelijkbaar met werk. Onder dagbesteding wordt hier niet verstaan een welzijnsactiviteit als zang, bingo, uitstapjes en dergelijke.

De dagbesteding is gericht op:

  • het bieden van een zinvolle dagstructuur in een arbeidsmatige omgeving (zo regulier en open mogelijk), waarbij bij de cliënt sprake is van een beperkt ontwikkelingspotentieel, (zeer waarschijnlijk) niet tot niveau dat leidt tot (gesubsidieerde) betaalde arbeid, participatiebaan of vrijwilligerswerk, en

  • het aanleren van vaardigheden ter bevordering van de zelfredzaamheid en participatie d.m.v. arbeidsmatige activiteiten. De inzet is gericht op maximaal haalbare persoonlijke ontwikkeling door activerende activiteiten, maar (zeer waarschijnlijk) geen zicht op doorstroom naar (gesubsidieerde) betaalde arbeid, participatiebaan of vrijwilligerswerk, en

  • het ontlasten van de mantelzorger(s).

De groepsgrootte is kleiner dan bij belevingsgerichte dagbesteding: gemiddeld 5,5 cliënten per professionele medewerker.

 

Ontwikkelgericht:

Ontwikkelgerichte dagbesteding is een vorm van werken met begeleiding, biedt structuur en invulling van de dag en is een manier om de kans op een 'gewone' baan te vergroten. Deze dagbesteding is bedoeld voor cliënten die ontwikkelpotentieel hebben, momenteel nog niet zelfstandig kunnen werken, maar dit met hulp (deels) wel kunnen en die kunnen leren in de toekomst (deels) in een gewone baan te werken. De ontwikkelgerichte dagbesteding is gericht op het lange(re) termijn ontwikkelpotentieel van cliënt en gericht op uitstroom uit de maatwerkvoorziening naar een vervolgplaats (gesubsidieerde) betaalde arbeid, participatiebaan of vrijwilligerswerk. Waar nodig is deze dagbesteding ondersteunend aan behandeling en gericht op herstel. Daarnaast is de dagbesteding gericht op:

  • het aanleren van (werk)vaardigheden ter bevordering van zelfredzaamheid en participatie: inzet op maximaal haalbare persoonlijke ontwikkeling in een arbeidsmatige omgeving, of

  • het behalen van een hogere trede op de participatieladder, of

  • het ontlasten van de mantelzorger(s).

Ontwikkelgerichte dagbesteding is tijdelijk voor de duur van maximaal 3 jaar. Bij twijfel tussen deze dagbesteding en arbeidsmatige dagbesteding is de voorkeur van de cliënt leidend. De dagbesteding wordt voor een half jaar verstrekt en na deze periode wordt getoetst of de cliënt in de juiste categorie geplaatst is. Na dat half jaar wordt beoordeeld of er sprake is van enige vooruitgang. Zo nodig wordt een arbeidsdeskundig (onafhankelijk) advies ingewonnen.

De groepsgrootte is kleiner dan bij belevingsgerichte en arbeidsmatige dagbesteding: gemiddeld 5 cliënten per professionele medewerker.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2017.

 

Artikel III Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: "Besluit tot wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht 2016, eerste wijziging".

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 februari 2017.

Het college van Burgemeester en Wethouders

de secretaris de burgemeester

M.M. van der Kraan A.A.M. Brok

Naar boven