Wijzigingen van de Leidraad Invordering van gemeentelijke belastingen gemeente Olst-Wijhe

 

Het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe d.d. 9 december 2016

Gelezen het voorstel met kenmerk 16.023568;

Besluit:

Wijzigingen van de Leidraad Invordering van gemeentelijke belastingen Olst-Wijhe vast te stellen:

 

Artikel 1  

A

In de tekst van artikel 1.1 vervalt de eerste volzin, beginnend met ‘Voor u ligt’, alsmede de tekst beginnend met Ópzet van de Leidraad’ en eindigend met ‘het college als het bestuursorgaan dat de Leidraad vaststelt’.

B

In artikel 1.1.2 wordt na het vijfde gedachtestreepje van de opsomming een gedachtestreepje ingevoegd, luidende:

- Hoger beroep: hoger beroep bij een gerechtshof dan wel, als beroep in cassatie bij de Hoge Raad is ingesteld, cassatieberoep;.

  

C

In artikel 1.1.8 wordt in de eerste volzin ‘het bij of krachtens artikel 15’ vervangen door: het bepaalde bij of krachtens artikel 15.

  

D

Artikel 3.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste volzin wordt ‘gerechtelijke procedures’ vervangen door: gerechtelijke procedures voor de burgerlijke rechter.

  • 2.

    De zinsnede ‘Behalve voor in hoger beroep te voeren zaken geldt het voorgaande’ wordt vervangen door: Het voorgaande geldt.

 

E

In artikel 7.1 wordt in de tweede alinea na ‘Bij betaling’ de volgende zinsnede ingevoegd: bij een bank of betaaldienstverlener.

  

F

Artikel 7a.3 wordt als volgt gewijzigd:

In de eerste volzin van de tweede alinea wordt de zinsnede ‘Hernieuwde uitbetaling vindt direct plaats als’ vervangen door: In afwijking van de vorige volzin vindt hernieuwde uitbetaling direct plaats als.

  

G

Aan de opsomming van artikel 14.2.7 wordt na het eerste gedachtestreepje een gedachtestreepje ingevoegd, luidende:

 

- Eigendom zijn van een derde; en.

  

H

Aan artikel 19.3.5 wordt voor de bestaande tekst een alinea ingevoegd, luidende:

Als de belastingschuldige in het buitenland woont, stelt de ontvanger overeenkomstig artikel 475e Rv de beslagvrije voet vast op nihil. Na de vooraankondiging van de loonvordering kan de belastingschuldige door middel van het aanleveren van informatie aannemelijk maken dat hij uitsluitend of nagenoeg uitsluitend periodieke inkomsten uit Nederland geniet. Als de belastingschuldige kan aantonen dat hij buiten deze periodieke inkomsten onvoldoende middelen van bestaan heeft, stelt de ontvanger op basis van de verstrekte informatie de beslagvrije voet vast.

  

I

In artikel 22.3 wordt in de eerste alinea ‘in eigendom’ vervangen door ‘mogelijk in eigendom’ en wordt in de derde alinea ‘eigendom’ vervangen door: mogelijk eigendom.

  

J

Artikel 25.1.12 vervalt.

  

K

In artikel 25.1.14, tweede volzin, vervallen de woorden ‘in een dagblad’.

  

L

Aan artikel 25.5.2, eerste alinea, wordt toegevoegd:

De ontvanger kan echter op verzoek van de belastingschuldige toestaan dat nieuwe belastingaanslagen, waarvan het ontstaan of onbetaald laten niet aan de belastingschuldige kan worden toegerekend, in een bestaande betalingsregeling worden opgenomen. Voorwaarde is dat de belastingschuldige zijn gehele betalingscapaciteit al heeft ingezet in het kader van de bestaande betalingsregeling.

  

M

In artikel 25.5.6 vervalt de zin beginnend met ‘Uitgangspunt’ en eindigend met echtgenoot’.

  

N

Artikel 26.1.9 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De puntkomma aan het eind van het twaalfde gedachtestreepje wordt vervangen door een punt.

  • 2.

    Het dertiende gedachtestreepje, luidende: ‘- de gemeentelijke sociale dienst de belastingaanslag vergoedt’. vervalt.

  

O

Aan artikel 26.2.3. na de derde alinea wordt toegevoegd:

 

Als het motorrijtuig is aangeschaft nadat het aanslagbiljet is verzonden en voordat de aanvraag kwijtschelding is ingediend dan wordt verwijtbaar gedrag ingeroepen. Dit resulteert erin dat de uitgaven voor de aanschaf van het motorrijtuig wordt opgeteld bij het banksaldo. De belastingschuldige kan de waarde van het motorrijtuig aantonen door overlegging van de aankoopbon. Kan de belastingschuldige geen aankoopbon overleggen dan wordt de werkelijke waarde onder verantwoordelijkheid van de belastingschuldige vastgesteld bij taxatie. De taxatie moet worden uitgevoerd door een erkend Bovag garagebedrijf. Wordt geen taxatierapport aangeleverd dan wordt minimaal het bedrag van de aanslag als vermogen in de berekening van de betalingscapaciteit meegenomen.

 

Als er meer dan één motorrijtuig in eigendom is dan wordt de vrijstelling toegepast op de waarde van de goedkoopste auto. Alle andere motorrijtuigen worden volledig als vermogensbestanddeel in aanmerking genomen. Alle motorrijtuigen worden onder verantwoordelijkheid van de belastingschuldige vastgesteld bij taxatie. De taxatie moet worden uitgevoerd door een erkend Bovag garagebedrijf. Wordt geen taxatierapport aangeleverd dan wordt minimaal het bedrag van de aanslag als vermogen in de berekening van de betalingscapaciteit meegenomen.

  

P

In artikel 26.2.10, vervalt de tweede volzin van de derde alinea, beginnend met ‘Ook wanneer’ en wordt in de vierde alinea ‘stammen uit’ vervangen door ‘betrekking hebben op’ en wordt ‘vóór’ de aanvang van’ vervangen door: buiten

 

Q

Artikel 26.2.12 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste volzin wordt ‘WSF 2000’ vervangen door: WSF.

 

  • 2.

    In de volzin, beginnend met ‘Daarbij wordt rekening gehouden met’, wordt voor ‘rekening gehouden’ ingevoegd ‘voor zover van toepassing’.

 

  • 3.

    In de vierde volzin vervallen de woorden ‘de partnertoeslag of.

 

  • 4.

    In onderdeel B wordt ‘€ 52, - vervangen door: € 54, -

  

R

In artikel 26.2.19 wordt ‘€ 84, - vervangen door: € 86, -.

  

S

Artikel 26.3.8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Aan de opsomming wordt een gedachtestreepje toegevoegd, luidende:

 

  • -

    Dwangcrediteuren. Onder ‘dwangcrediteuren’ worden in dit verband verstaan leveranciers die niet bereid zijn aan een akkoord mee te werken terwijl de onderneming zonder hen niet verder kan werken. Hiermee vergelijkbaar is de adviseur/boekhouder die de stukken moet produceren die voor de beoordeling van het aanbod nodig zijn. Bij de beoordeling van het akkoord houdt de ontvanger rekening met de volledige betaling van de vordering van de adviseur/boekhouder.

 

  • 2.

    De tweede en derde alinea vervallen.

  

T

Aan de opsomming van artikel 49 wordt na het tweede gedachtestreepje een gedachtestreepje ingevoegd, luidende:

 

  • 1.

    Vooraankondiging aansprakelijkstelling;.

  

U

Na artikel 49.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

49.2a. Vooraankondiging aansprakelijkstelling

 

Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente.

  

V

De tekst van artikel 53 komt te luiden:

 

In aansluiting op artikel 53 van de wet beschrijft dit artikel het beleid over:

  • -

    geen zelfstandige verjaring van de aansprakelijkheidsschuld;

  • -

    ontslag van betalingsverplichting aansprakelijk gestelde bestuurder en verwijtbaarheid.

   

W

Na artikel 53.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

53.2. Ontslag van betalingsverplichting aansprakelijk gestelde bestuurder en verwijtbaarheid

 

De ontvanger verleent geen ontslag van betalingsverplichting als sprake is van verwijtbaarheid van de kant van de aansprakelijk gestelde. Dit volgt uit artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de regeling. De vraag of sprake is van verwijtbaarheid beoordeelt de ontvanger op basis van gedragingen van de aansprakelijk gestelde. Dit betekent dat als de aansprakelijkstelling van een bestuurder is gebaseerd op artikel 36, vierde lid, van de wet, het enkele feit dat het lichaam niet op de juiste wijze heeft gemeld niet in de weg hoeft te staan aan ontslag van betalingsverplichting.

  

X

Na artikel 67 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 67a

 

Er zijn in deze leidraad op artikel 67a van de wet geen beleidsregels gemaakt.

  

Y

Aan artikel 73.4.6 wordt een tweede volzin toegevoegd, luidende:

Het voorgaande geldt ook voor in hoger beroep te voeren zaken over een faillissementsaanvraag.

  

Z

In artikel 73.5.1, onderdeel a, wordt ‘Gedragscode Schuldregeling’ vervangen door: Gedragscode Schuldhulpverlening.

  

AA

Artikel 73.5.2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de derde en de laatste volzin wordt ‘120 dagen’ vervangen door: vier maanden.

 

  • 2.

    Na de volzin beginnend met ‘Vanaf de ontvangst van een afschrift van de stabilisatie-overeenkomst’ wordt een volzin ingevoegd, luidende: Deze periode komt niet in mindering op de in artikel 73.5.1 van deze leidraad genoemde periode van maximal 36 maanden.

 

  • 3.

    Na de volzin, beginnend met ‘Voorts vindt verrekening alleen plaats’ een alinea ingevoegd, luidende:

 

Dit terughoudende beleid geldt niet in de situaties waarin op voorhand duidelijk is dat de belastingschuldige niet in aanmerking komt voor uitstel van betaling op basis van artikel 73.5.1 van deze leidraad. De ontvanger informeert de schuldhulpverlener hierover.

  

AC

In artikel 73.5.4 wordt in de derde alinea ‘de betalingscapaciteit’ vervangen door: de in artikel 13 van de regeling bedoelde betalingscapaciteit, wordt ‘door de schuldhulpverlener wordt beheerd’ vervangen door ‘onder het financieel Beheer door de schuldhulpverlener valt’ en wordt ‘beheer’ vervangen door: financieel beheer.

  

AB

In artikel 75.3 wordt ‘Besluit beroep in belastingzaken 2005’ vervangen door: Besluit Beroep in Belastingzaken.

 

Artikel 2  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

 

Aldus besloten op 20 december 2016

 

Burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe,

de secretaris, de burgemeester,

D.L.W. Zielhuis A.G.J. Strien

Naar boven