3.5
Regels voor bijdragen in de kosten
- a.
Het college vraagt van de cliënt voor alle algemene- en maatwerkvoorzieningen en een bijdrage in de kosten, de zogenaamde “eigen bijdrage”.
- b.
De eigen bijdrage wordt bepaald aan de hand van:
- 1.
de nieuwprijs van de voorziening, eventueel verhoogd met de kosten van onderhoud, verzekering en servicekosten;
- 2.
het inkomen van de cliënt;
- 3.
de duur van het gebruik van de hulp, hulpmiddel of voorziening.
- c.
Geen eigen bijdrage wordt gevraagd voor hulp via een algemene voorziening die korter duurt of zal duren dan zes maanden.
- d.
Geen eigen bijdrage wordt gevraagd voor cliëntondersteuning (artikel 1.1.1. Wmo 2015).
- e.
Voor de maatwerkvoorziening is de landelijke inkomensafhankelijke eigen bijdrage regeling van toepassing. Dit wordt geregeld in het Uitvoeringbesluit Wmo 2015. De daarin vermelde maximale grenzen voor het heffen van eigen bijdragen zijn van toepassing. Behalve een eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening vraagt het college ook een eigen bijdrage in de kosten voor een algemene voorziening. De landelijke inkomensafhankelijke eigen bijdrageregeling is niet van toepassing op algemene voorzieningen. De gebruiker betaalt of de marktprijs of een al dan niet kostendekkend tarief waar het een door het college gesubsidieerde voorziening betreft;
- f.
De maximale eigen bijdrage wordt door het rijk vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. In de gemeente Zutphen wordt de maximum gestelde eigen bijdrage gehanteerd.
|
3.5
Regels voor bijdragen in de kosten
- 1.
Het college vraagt van de cliënt voor alle algemene- en maatwerkvoorzieningen, zowel voor zorg in natura als een persoonsgebonden budget, een bijdrage in de kosten, de zogenaamde “eigen bijdrage”.
- 2.
De eigen bijdrage wordt bepaald aan de hand van:
i.de nieuwprijs van de voorziening, eventueel verhoogd met de kosten van onderhoud, verzekering en servicekosten;
i.het verzamelinkomen van de cliënt;
ii.de duur van het gebruik van de hulp, hulpmiddel of voorziening.
- 3.
De hoogte van de eigen bijdrage wordt berekend en geïnd door het CAK. De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdragen zijn gelijk aan die genoemd in het Uitvoeringsbesluit Wmo, Ministerie van VWS, 2017.
- 4.
Voor maatwerkvoorzieningen wordt voor de berekening van de eigen bijdrage de kostprijs gehanteerd. Voor begeleiding individueel en persoonlijke verzorging wordt niet de kostprijs, maar een normtarief gehanteerd van € 15,- per uur. Voor dagbesteding geldt een normtarief van € 3,75 per uur / € 15,00 per dagdeel.
- 5.
Voor de maatwerkvoorziening is de landelijke inkomensafhankelijke eigen bijdrage regeling van toepassing. Dit wordt geregeld in het Uitvoeringbesluit Wmo 2015. De daarin vermelde maximale grenzen voor het heffen van eigen bijdragen zijn van toepassing. Behalve een eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening vraagt het college ook een eigen bijdrage in de kosten voor een algemene voorziening. De landelijke inkomensafhankelijke eigen bijdrageregeling is niet van toepassing op algemene voorzieningen. De gebruiker betaalt of de marktprijs of een al dan niet kostendekkend tarief waar het een door het college gesubsidieerde voorziening betreft;
- 6.
In afwijking van lid 1 van dit artikel wordt er geen eigen bijdrage gevraagd bij:
i.cliëntondersteuning;
ii.rolstoelvoorzieningen;
iii.hulpmiddelen en niet nagelvaste woonvoorzieningen bij jeugdigen.
7.a. Voor huishoudelijke ondersteuning, individuele begeleiding, dagbesteding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf geldt dat een eigen bijdrage wordt betaald zolang de cliënt gebruik maakt van de voorziening.
b. Voor aanpassingen aan de woning, wordt een eigen bijdrage berekend, waarbij de volgende staffel wordt aangehouden (eigenbijdrage in max. x jaar (y-periode):
• < € 10.000,- in 5 jaar ( 65 perioden)
• van € 10.000,- tot € 20.000,- in 10 jaar ( 130 perioden)
• > € 20.000,- in 15 jaar (195 perioden)
Dit geldt ook voor (nagelvaste) woningaanpassingen ten behoeve van een minderjarig kind.
c .Voor hulpmiddelen geldt een periode van maximaal 99 perioden / 7 jaar.
|