Beleidsregels Verordening Tegenprestatie Gooise Meren 2016

Burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren

gelet op artikel 6 van de Verordening Tegenprestatie Gooise Meren 2016

b e s l u i t e n:

tot het vaststellen van de

Beleidsregels Verordening Tegenprestatie Gooise Meren 2016

Deze beleidsregels behoren bij de Verordening Tegenprestatie Gooise Meren 2016. Artikelen die geen beleidsregels behoeven worden niet uitgewerkt.

Kader

Het college kan bijstandsgerechtigden en andere belanghebbenden die tot de doelgroep behoren een tegenprestatie opleggen. De tegenprestatie wordt gezien als een nieuw instrument voor belanghebbenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Meedoen naar vermogen staat centraal.

Bij het opleggen van een tegenprestatie is de gemeente gehouden aan door de wetgever opgedragen regels die betrekking hebben op de inhoud, omvang en duur. Ook het college heeft randvoorwaarden benoemd om een tegenprestatie naar vermogen te verrichten.

We gaan in eerste instantie uit van inzet van de tegenprestatie op vrijwillige basis. Indien nodig kan de tegenprestatie verplicht opgelegd worden. Bij de nadere invulling van deze beleidsregels is individueel maatwerk het uitgangspunt.

Doelgroep

Deze regeling is in algemene zin van toepassing op iedere persoon die in de gemeente Gooise Meren een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet of op grond van de IOAW of de IOAZ. In de praktijk zal het instrument tegenprestatie vooral gebruikt worden voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.

Artikel 1. Begrippen

De definitie van mantelzorg is vanwege een uniforme toepassing overgenomen van de Wmo verordening van de gemeente Gooise Meren. De Nationale Raad voor de Volksgezondheid geeft aan dat de termen mantelzorg en vrijwilligerswerk vaak door elkaar worden gehaald. Een mantelzorger verleent zorg als iemand in zijn of haar omgeving die nodig heeft. Zorg wordt verleend aan een familielid, buur of vriend waar al een emotionele band mee bestaat. Mantelzorgers zorgen soms 24 uur per dag. Zij kunnen de zorg niet zomaar beëindigen en verrichten soms verpleegkundige handelingen.

Een vrijwilliger kiest voor een activiteit. Als er met het vrijwilligerswerk wordt gestart, kan er een emotionele band zijn, maar dat is niet steeds het geval. Bij vrijwilligerswerk gaat het vaak om een afgebakende taak en tijdsinvestering. Het is eenvoudiger om de taak op eigen initiatief te beëindigen.

Een bijzonder kenmerk bij mantelzorg is dat de verleende zorg de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Om dit vast te stellen kan gebruik worden gemaakt van het protocol Gebruikelijke Zorg van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Gebruikelijke zorg wordt in dat Protocol als volgt omschreven: de normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden.

De medewerker uit het specialistenteam beoordeelt of er sprake is van maatschappelijk nuttige werkzaamheden als bedoeld in deze regeling.

Artikel 2. Inhoud van de tegenprestatie

Uit onderzoek is gebleken dat 75% van de betrokkenen het leveren van een tegenprestatie een goede zaak vindt als rekening wordt gehouden met de eigen inbreng van de betrokkenen. Voor betrokkenen is het belangrijk om de aansluiting bij de samenleving te behouden of te versterken. Het uitvoeren van een tegenprestatie draagt hier aan bij. Zie artikel 3.

Artikel 3. Het opdragen van een tegenprestatie

Betrokkenen kunnen uiteenlopende motivaties hebben om een tegenprestatie te leveren. Die motivatie kan bijvoorbeeld liggen in het opdoen van sociale contacten, het ontwikkelen van vaardigheden, het opbouwen van een portfolio of het gevoel bevestigen dat je er toe doet. Het verdient daarom voorkeur om in goed overleg met een betrokkene tot een tegenprestatieplaats te komen.

Taken die bijvoorbeeld in aanmerking komen zijn: leesouder op school, activiteiten in of rondom een wijkcentrum, taalmaatje, scheidsrechter bij amateursport, koffie schenken in een verzorgingshuis.

Het gaat om taken bij verenigingen, overheids-, non-profit of andere organisaties zonder winstoogmerk. Bedrijven met een winstoogmerk worden uitgesloten.

Artikel 4. Omvang en duur van de tegenprestatie

De omvang en duur is maatwerk. De medewerker uit het specialistenteam stemt de omvang en de duur af, op basis van de individuele mogelijkheden en omstandigheden van de klant. Het uitgangspunt is dat klant per week maximaal 12 uur werkzaamheden verricht in het kader van de tegenprestatie, gedurende maximaal 6 maanden. De werkzaamheden kunnen over een heel jaar worden verdeeld (in schoolvakanties bijvoorbeeld zijn er op school of bij de sportverenigingen weinig of geen activiteiten). De tegenprestatie wordt jaarlijks opgelegd. Als een klant al onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden verricht dan kunnen die worden beschouwd als een tegenprestatie als de activiteiten voldoen aan de voorwaarden.

De werkzaamheden in het kader van de tegenprestatie mogen geen belemmering vormen voor een re-integratietraject of het verrichten van betaalde werkzaamheden. Het is wel mogelijk dat een tegenprestatie en een re-integratietraject/werk naast elkaar lopen als het traject/werk niet fulltime wordt uitgevoerd. Er mag geen verdringing van betaald werk plaatsvinden. Op verzoek van de klant kan de omvang en duur worden uitgebreid.

Zoektijd en het vinden van werkzaamheden.

De klant krijgt zelf de gelegenheid binnen 1 maand een tegenprestatie bij een organisatie, instelling, club of vereniging te zoeken. Wanneer het niet lukt een plek te verwerven dan zal samen met de medewerker uit het specialistenteam naar een passende plek worden gezocht.

Artikel 5. Afzien van opdragen van een tegenprestatie

Indien daarvoor dringende redenen - zoals zorgtaken - aanwezig zijn, kan het college in individuele gevallen tijdelijk ontheffing verlenen van de plicht tot het verrichten van een tegenprestatie (artikel 9, tweede lid, van de Participatiewet).

De verplichting tot het verrichten van een tegenprestatie is niet van toepassing op:

  • 1.

    Een belanghebbende die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (artikel 9, vijfde lid van de Participatiewet);

  • 2.

    Een alleenstaande ouder die in het bezit is van een ontheffing als bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van de Participatiewet;

  • 3.

    Als er uitsluitend bijzondere bijstand wordt verstrekt;

  • 4.

    Personen die mantelzorg verrichten en/of vrijwilligers voor zover zij voldoen aan de gestelde voorwaarden.

Artikel 6. Beleidsregels

Overige beleidsregels:

  • 1.

    Het college sluit een collectieve WA-verzekering af voor inwoners die op grond van deze verordening een tegenprestatie leveren.

  • 2.

    Het college neemt de reiskosten voor haar rekening, mits de tegenprestatie in de regio Gooi- en Vechtstreek wordt uitgevoerd en er geen andere mogelijkheden zijn dan het openbaar vervoer.

  • 3.

    Het college neemt in principe geen kosten van kinderopvang voor haar rekening. Immers werkzaamheden kunnen tijdens schooluren worden uitgevoerd.

  • 4.

    Het college neemt de kosten van een Verklaring Omtrent Gedrag voor haar rekening als dit een voorwaarde is voor het verrichten van een tegenprestatie.

Artikel 7. Handhaven

De verplichting tot een tegenprestatie naar vermogen wordt in een beschikking vastgelegd, met als bijlage een plan van aanpak waarin de afspraken met de belanghebbende zijn vastgelegd.

De maatregelen zijn ten opzichte van het sanctiebeleid op grond van re-integratieactiviteiten minder zwaar. Dit is geregeld in de Verordening Afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ Gooise Meren 2016.

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 2.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels Verordening Tegenprestatie Gooise Meren 2016’.

  • 3.

    De ‘Beleidsregels Verordening Tegenprestatie Naarden, Muiden, Bussum 2015’ worden ingetrokken per 1 januari 2016.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren

Burgemeester en wethouders van Gooise Meren d.d.

de secretaris, de burgemeester,

D.J. van Huizen mevrouw A. van Vliet-Kuiper

Naar boven