Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2017 gemeenten Aalsmeer

Rectificatie:

Op 30 december 2016 is de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2017 gemeenten Aalsmeer gepubliceerd (zie publicatie 2016-188425). In de bekendmaking is in de aanhef vermeld dat het bestuursorgaan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer is dat de verordening heeft vastgesteld, dat is onjuist: de raad van de gemeente Aalsmeer heeft de verordening vastgesteld.

Hierna volgt de juiste tekst van de verordening.

 

Z-2016/055711

De raad van de gemeente Aalsmeer;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2017 gemeente Aalsmeer".

 

Deze regeling vervangt de Verordening grafrechten Zorgvlied 2016, vastgesteld op 3 december 2015.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats:

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Ophelialaan;

    • -

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Stommeerweg, bekend als de Boomkwekersbegraafplaats;

  • b.

    particulier graf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of een rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken of het doen bijzetten van asbussen;

  • d.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van urnen;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van een asbus;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;

  • i.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren;

  • j.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • k.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer;

  • l.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf of een particulier urnengraf of particuliere urnennis;

  • m.

    gebruiker: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die geregistreerd is als gebruiker van een algemeen graf.

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de algemene begraafplaats.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven of cremeren van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven of gecremeerd.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 6. Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang van de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9. Ontstaan van belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10. Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag voor de in de hoofdstuk 4 genoemde rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan € 3.500,00 en zolang het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 9 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De overige rechten moeten worden voldaan binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening op de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten Aalsmeer 2015" van 18 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten 2017".

Aldus besloten in de openbare vergadering van 8 december 2016.

De griffier,

O. van Kolck

De voorzitter,

J.J. Nobel

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2017

 

 

 

2016

in €

2017

in €

Hoofdstuk 1 Verlenen grafrechten

1.1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden in een particulier graf of voor een particuliere gedenkplaats wordt geheven voor een periode van 20 jaar

2.200,00

2.222,00

1.1.2

Voor het verlenen van het recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen/urnen in een particuliere urnennis wordt geheven voor een periode van 20 jaar

1.700,00

1.717,00

1.1.3

Voor het verlenen van het recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen/urnen in een particuliere urnennis wordt geheven voor een periode van 10 jaar

   850,00

   858,50

1.1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen/urnen in een particulier urnengraf wordt geheven voor een periode van 20 jaar

1.100,00

1.111,00

1.1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen/urnen in een particulier urnengraf wordt geheven voor een periode van 10 jaar

   550,00

   555,55

 

Verlengen grafrechten

1.2.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden in een particulier graf wordt geheven voor een periode van 10 jaar

1.100,00

1.111,00

1.2.2

Voor het verlengen van het recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen/urnen in een particuliere urnennis wordt geheven voor een periode van 10 jaar

   850,00

   858,50

1.2.3

Voor het verlengen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen/urnen in een particulier urnengraf wordt geheven voor een periode van 10 jaar

   550,00

   555,50

 

Hoofdstuk 2 Begraafrechten

2.1.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven

1.100,00

1.111,00

2.1.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven

   275,00

   277,75

2.1.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar wordt geheven

   550,00

   555,50

2.1.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1.1, 2.1.2 en 2.1.3 verhoogd met:

 

 

 

25% op werkdagen (maandag t/m vrijdag) indien de aanvang van de begraving ligt tussen 15.00 uur en 16.30 uur en de afronding plaats vindt voor 17.00 uur;

 

 

 

50% op zaterdagen, niet zijnde zon- en/of feestdagen, als hierna bedoeld, bij begraving tussen 8.00 uur en 12.00 uur;

 

 

 

100% op zondagen en dagen die als algemeen erkende feestdagen in de zin van de Algemene termijnenwet als zodanig zijn of worden aangemerkt of daarmede gelijk gesteld, en alle uren waarop na toestemming conform art.11 (Tijden van begraving en asbezorging), lid 3 en lid 4 van de Begraafplaatsverordening gemeente Aalsmeer begraven wordt.

 

 

2.1.5

Voor de toepassing van het recht bedoeld in 2.1.4 vindt bij de berekening zonodig afronding plaats naar boven op een veelvoud van hele euro's

 

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1.1

Voor het bijzetten van een asbus in een algemeen graf wordt geheven

   165,00

   166,65

3.1.2

Voor het bijzetten van een asbus in een urnengraf / particulier graf wordt geheven

   165,00

   166,65

3.1.3

Voor het bijzetten van een asbus in een urnennis, met voorzetplaat wordt geheven

   165,00

   166,65

3.1.4

Voor het bijzetten 2 asbussen in een urnennis gelijktijdig, met voorzetplaat wordt geheven

   165,00

   166,65

3.1.5

Voor het bijzetten van een urn op een urnengraf wordt geheven

   165,00

   166,65

3.1.6

Voor het bijzetten van een urn op een particulier graf wordt geheven

   165,00

   166,65

3.1.7

Voor het bijzetten van een urn in een urnennis wordt geheven

   165,00

   166,65

3.1.8

Afhalen asbus

    nieuw

     91,00

3.1.9

Vullen van as-sierraden, sier urn e.d.

    nieuw

     91,00

 

Hoofdstuk 4 Gedenktekens en algemeen onderhoud begraafplaats

4.1.1

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen en / of vernieuwen van voorwerpen wordt geheven

     36,00

     36,36

4.1.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een particulier graf en voor het algemene onderhoud van de begraafplaats wordt een onderhoudsbijdrage geheven per jaar

   102,00

   103,02

4.1.3

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een algemeen graf of een particulier urnengraf en voor het algemene onderhoud van de begraafplaats wordt een onderhoudsbijdrage geheven per jaar

     76,00

     76,75

4.1.4

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een urnennis en voor het algemene onderhoud van de begraafplaats wordt geheven per jaar

     31,00

     31,30

4.1.5

De rechten als bedoeld in de onderdelen 4.1.2, 4.1.3 en 4.1.4 kunnen steeds worden afgekocht voor perioden van 5, 10, 15 en 20 jaar, doch niet langer dan de perioden als bedoeld in hoofdstuk 1

 

 

4.1.6

Voor algemene graven en algemene urnennissen is afkoop van de rechten als bedoeld in de onderdelen 4.1.3 en 4.1.4 verplicht voor één of meer perioden, doch niet langer dan 10 jaren na de laatste begraving of bijzetting

 

 

4.1.7

De afkoopsom als bedoeld in de onderdelen 4.1.5 en 4.1.6 bedraagt het aantal jaren vermenigvuldigd met het tarief als bedoeld in de onderdelen 4.1.2, 4.1.3 en 4.1.4.

 

 

4.1.8

Wintergroen maken van het graf

    nieuw

     62,00

4.1.9

Additioneel onderhoud aan graven

 

 

 

Voor het in opdracht van belanghebbende, extra uitvoeren van onderhoud aan het graf buiten het periodieke 5 jaarlijkse onderhoud, wordt per genoemd onderdeel een tarief gehanteerd van

 

 

4.1.9.1

Aanvullend van grind/grond

    nieuw

     96,00

4.1.9.2

Lakken van de letters

    nieuw

   108,00

4.1.9.3

Reinigen monument

    nieuw

   161,00

4.1.10

Voor extra onderhoudsverrichtingen of het assisteren bij beplanten van graven of zetten van monumenten, per ½ uur (of gedeelte daarvan) per persoon

    nieuw

     59,00

 

Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van particuliere graven en particuliere urnenruimten

5.1.1

Voor iedere inschrijving of overboeking van particuliere graven in een daartoe bestemd register bij de eerste begraving wordt geheven

     20,00

     20,20

5.1.2

bij de tweede begraving wordt geheven

     20,00

     20,20

5.1.3

bij de derde begraving wordt geheven

     20,00

     20,20

5.1.4

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven

     20,00

     20,20

5.1.5

Voor het inschrijven van particuliere urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven

     20,00

     20,20

5.1.6

Voor het registreren van een belanghebbende algemeen graf in een daartoe bestemd register wordt geheven

     20,00

     20,20

5.1.7

Voor het plaatsen van naambordjes bij de graven met vermelding van de naam geboortedatum, overlijdensdatum van de overledene alsmede het grafnummer wordt geheven

     20,00

     20,20

5.1.8

Voor het plaatsen van naambordjes bij de herdenkingszuil bij het verstrooiingsveld gedurende een termijn van 10 jaar wordt geheven

     20,00

     20,20

5.1.9

Voor het verlengen van de termijn als bedoeld bij punt 5.1.8. met een termijn van 10 jaar wordt geheven

     20,00

     20,20

 

Hoofdstuk 6 Lichten, ruimen, verstrooien

6.1.1

Voor het lichten van een lijk wordt geheven

1.100,00

1.111,00

6.1.2

Voor het na lichting weer opnieuw begraven wordt geheven

   550,00

   555,50

6.1.3

Voor het lichten van een asbus uit een particulier urnengraf of -nis wordt geheven

   100,00

   101,00

6.1.4

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de rechthebbende wordt geheven (graf vervalt na opdracht tot ruiming aan de gemeente)

1.100,00

1.111,00

6.1.5

Voor het verstrooien van as, dat niet op de gemeentelijke begraafplaats bijgezet is geweest, wordt geheven

   110,00

   111,10

6.1.6

Samenvoeging van overledene(n) in hetzelfde particuliere graf na de verplichte grafrust van 10 jaar naar de 3e diepte, per verdieping wordt geheven

   550,00

   555,50

 

Hoofdstuk 7 Overige heffingen

7.1.1

Voor het gebruik van de aula per 30 minuten voorafgaand aan de begraving of asbestemming wordt geheven

   130,00

   131,30

7.1.2

Voor het gebruik van de aula per 30 minuten na afloop van de begraving of asbestemming wordt geheven

   130,00

   131,30

7.1.3

Voor het aanbrengen van grafgroen

     45,00

     45,45

7.1.4

Afhalen asbus

     90,00

     90,90

7.1.5

Voor het cremeren van een lijk in het Crematorion van Zorgvlied ( excl. Transport en zonder familie op Zorgvlied), tot 18:00, wordt geheven

   790,00

   798,00

7.1.6

Voor het cremeren van een lijk in het Crematorion van Zorgvlied ( excl. Transport met begeleiding van de familie op Zorgvlied), tot 18:00, wordt geheven

   970,00

   979,70

7.1.7

Voor het cremeren van een lijk met invoer in aanwezigheid van belangstellende na 18:00 wordt het recht bedoeld in 7.1.6 verhoogd met

    nieuw

   303,00

7.1.8

Voor het leveren van 4 dragers t.b.v. crematies in het Crematorion

    nieuw

   250,00

7.1.9

Voor het beschikbaar stellen van een beenderkist t.b.v. herbegraven of cremeren, wordt een recht geheven van

    nieuw

   404,00

7.1.10

Voor het transporteren (exclusief kist) naar Zorgvliet vanuit een graf ten behoeve van een crematie

    nieuw

   411,00

7.1.11

Het bouwen van een grafkelder om of op een graf dan wel het bouwen van een bovengronds graf, met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van de beheersverordening

    nieuw

   375,00

7.1.12

Voor verrichte diensten/activiteiten welke niet in deze tabel vermeld zijn, zullen de werkelijke kosten, zoals voorafgaand door of vanwege het college is begroot en medegedeeld, in rekening worden gebracht

 

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 8 december 2016, nummer

 

De griffier van de gemeente Aalsmeer,

 

O. van Kolck

 

Naar boven