Gemeenteblad van Aalsmeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aalsmeer | Gemeenteblad 2017, 31498 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aalsmeer | Gemeenteblad 2017, 31498 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en invordering van een precariobelasting 2017 gemeente Aalsmeer
Op 30 december 2016 is de Verordening op de heffing en invordering van een precariobelasting 2017 gemeente Aalsmeer gepubliceerd (zie publicatie 2016-188424). In de bekendmaking is in de aanhef vermeld dat het bestuursorgaan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer is dat de verordening heeft vastgesteld, dat is onjuist: de raad van de gemeente Aalsmeer heeft de verordening vastgesteld.
Hierna volgt de juiste tekst van de verordening.
De raad van de gemeente Aalsmeer;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van een precariobelasting 2017 gemeente Aalsmeer".
Deze regeling vervangt de Verordening precariobelasting 2016 van 29 oktober 2015 laatstelijk gewijzigd op 3 december 2015.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd.
De belasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de in artikel 1 bedoelde voorwerpen worden aangetroffen.
Artikel 3 Aanvang belastingplicht
Wanneer in deze verordening de tarieven alleen zijn vastgesteld voor een jaar, wordt, indien de belastingplicht in de loop van een jaar ontstaat, voor de eerste maal slechts een aanslag opgelegd van zoveel twaalfde gedeelten van het jaartarief als er nog maanden in dat jaar overblijven.
Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.
Belasting als bedoeld in artikel 1 wordt niet geheven voor:
het hebben van voorwerpen betreffende tijdelijke kleinschalige activiteiten met niet-commerciële doelstellingen van culturele, maatschappelijke en sociale instellingen, of daarmee gelijk te stellen instellingen met ideële motieven, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.
Artikel 9 Tijdstip van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan € 50,00 doch minder is dan € 3.500,00 en zolang het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van precariobelasting.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening precariobelasting 2016" van 29 oktober 2015 en gewijzigd op 3 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-31498.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.