Kennisgeving Milieueffectrapportage Bestemmingsplan Weversteeg-Onderlangs te Otterlo, gemeente Ede.

Op grond van art. 7.9 Wet milieubeheer

 

Het college van burgemeester en wethouders van Ede bereidt een bestemmingsplan voor ten behoeve van het plangebied Otterlo - Weversteeg en Onderlangs. Bij de voorbereidingen van het bestemmingsplanbesluit is het doorlopen van een m.e.r.-procedure verplicht.

Inleiding

De gemeente Ede heeft het voornemen om een bestemmingsplan op te stellen voor nieuwe woningen en een multifunctioneel centrum op twee voormalige sportvelden aan de oostkant van Otterlo. Hiervoor zijn inmiddels concept stedenbouwkundige plannen in de maak.

Aangezien op voorhand significante effecten op Natura 2000-gebied De Zanding niet kunnen worden uitgesloten, is voor de bestemmingsplanprocedure een Passende beoordeling nodig in het kader van de Wet natuurbescherming. In de wet Milieubeheer is bepaald, dat als een passende beoordeling nodig is voor het bestemmingsplan, ook een PlanMER moet worden opgesteld.

Deze kennisgeving vormt het startmoment van de betreffende planm.e.r.-procedure.

Wettelijk kader

Zoals hiervoor vermeld geldt de planm.e.r.-verplichting onder andere voor wettelijk of bestuursrechtelijk voorgeschreven plannen en programma’s die een Passende beoordeling behoeven in het kader van de Wet natuurbescherming.

Voor het bestemmingsplan Weversteeg-Onderlangs te Otterlo is reeds een voortoets uitgevoerd. (De voortoets is te downloaden via https://www.ede.nl/nl/weversteeg/) De woningbouwlocaties grenzen aan de Hoge Veluwe, waarvan delen zijn aangewezen als Natura 2000 gebied. Uit de voortoets volgt dat significante effecten op het Natura 2000-gebied De Zanding op voorhand niet kunnen worden uitgesloten. Daarom moet een Passende beoordeling worden gemaakt om uitsluitsel te geven of zeker is dat de natuurlijke kenmerken van het gebied niet worden aangetast, eventueel met inzet van mitigerende maatregelen. Hierdoor is er sprake van m.e.r.-plicht. Van toepassing is de uitgebreide m.e.r.-procedure, geregeld in hoofdstuk 7 van de Wet Milieubeheer, in combinatie met het Besluit m.e.r.

Het voornemen

Op de locatie Weversteeg worden 40 tot 60 woningen voorzien en de vestiging van een Multifunctioneel Dorpshuis (MFD) met daarin een dorpshuis, een sporthal en zorgvoorzieningen op een locatie zo dicht

mogelijk tegen het bestaande dorp aan.

Op de locatie Onderlangs worden circa 10 woningen voorzien, vrijstaand met wisselende kaveloppervlaktes waarbij de grotere kavels aan de noordkant worden gerealiseerd, aansluitend op het type woningen/ verkaveling dat daar al aanwezig is. Voor de op te stellen MER wordt uitgegaan van maximaal 12 kavels.

Onderzoek naar milieueffecten

Het MER maakt de mogelijke milieugevolgen inzichtelijk. Zowel de positieve als negatieve effecten worden in beeld gebracht. Ook de wisselwerking tussen milieuaspecten en eventuele cumulatieve effecten met autonome ontwikkelingen nabij het plangebied is van belang. Gezien de beperkte omvang van de locaties en de opgave worden geen alternatieven of varianten onderzocht in het MER.

De milieuaspecten verkeer, luchtkwaliteit, verkeerslawaai en stikstofdepositie (ecologie) worden kwantitatief beoordeeld en onderbouwd. Voor de overige milieuaspecten (landschap en cultuurhistorie, water en bodem, milieuzonering, overige ecologie-aspecten, externe veiligheid en duurzaamheid) vindt een kwalitatieve analyse plaats. Per aspect wordt aangegeven of, en zo ja welke, type mitigerende en compenserende maatregelen nodig zijn om optredende effecten te verzachten of te voorkomen.

Procedure

Gezien de beperkte omvang van de beide woningbouwprojecten in relatie tot bijvoorbeeld de plandrempels voor stedelijke projecten in onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage, wordt geen aparte notitie reikwijdte en detailniveau opgesteld en ter inzage gelegd.

Deze openbare kennisgeving van het voornemen is de eerste stap in de m.e.r.-procedure. Nu zijn belanghebbenden in de gelegenheid om met hun zienswijzen invloed uit te oefenen op de reikwijdte en het detailniveau van het MER.

De vervolgstappen zijn:

• Opstellen van het milieueffectrapport.

• Openbare kennisgeving en terinzagelegging van het MER waarmee een ieder in de gelegenheid wordt gesteld om zienswijzen over het MER naar voren te brengen. Dit zal naar verwachting medio 2017 het geval zijn.

• Advies inwinnen bij de Commissie m.e.r. (verplicht op grond van artikel 7.26b Wet milieubeheer) . Deze commissie beoordeelt of alle informatie aanwezig is in het MER en of deze informatie juist is.

• Motiveren hoe met de resultaten van het milieueffectrapport en de zienswijzen is omgegaan in het definitieve bestemmingsplan Weversteeg-Onderlangs te Otterlo.

• Bekendmaking en mededeling bestemmingsplan.

Betrokken partijen

Initiatiefnemer en bevoegd gezag: Gemeente Ede

Commissie voor de milieueffectrapportage: De m.e.r.-procedure en met name de rol van de Commissie m.e.r. geeft alle belanghebbenden de garantie dat de besluitvorming een toetsbare weg doorloopt. De Commissie m.e.r. toetst het MER in de eindfase.

Zienswijzen en raadpleging

Belanghebbenden krijgen de mogelijkheid om gedurende 6 weken, vanaf 22 februari 2017, zienswijzen in te dienen op de reikwijdte en detailniveau van het MER zoals opgenomen in deze kennisgeving. De zienswijzen, voorzien van een reactie van de gemeente, worden als bijlage bij het MER gevoegd. In dezelfde periode worden adviseurs en andere bestuursorganen, die een rol hebben bij het bestemmingsplan, geraadpleegd over de reikwijdte en detailniveau van het MER.

Zienswijzen op deze kennisgeving kunnen schriftelijk worden verzonden naar:

College van burgemeester en wethouders gemeente Ede, Postbus 9024, 6710 HM, Ede.

Bij de indiening van de zienswijze vermeldt u tenminste: uw naam, adres, postcode, woonplaats,

telefoonnummer en handtekening.

Voor meer informatie of een verdere toelichting kunt u contact opnemen met Rob Doorakkers, juridisch adviseur bij de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling, (0318) 68 0262.

 

Naar boven