CAR-UWO wijzigingen i.v.m. aandachtspunten in verband met invoering nieuw hoofdstuk 3 CAR en technische wijzigingen

 

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten;

 

Overwegende

  • dat in artikel 4, vierde lid, van de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempenge-meenten de bevoegdheid van de colleges van de gemeenten Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden tot het vaststellen van de lokale CAR-UWO is overgedragen aan het algemeen bestuur van de Samenwerking Kempengemeenten;

  • dat bij besluit van 15 maart 2016 deze bevoegdheid is gedelegeerd aan het dagelijks bestuur van de Samenwerking Kempengemeenten;

  • dat op het personeel van de Samenwerking Kempengemeenten en de gemeenten Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden de CAR-UWO van toepassing is;

 

Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) van 23 maart 2016 (ECWGO/U201600450) en van 22 februari 2016 (ECWGO/U201600266) betreffende CAR-UWO wijzigingen i.v.m. aandachtspunten in verband met invoering nieuw hoofdstuk 3 CAR en technische wijzigingen;

 

Gezien de toelichting dat de wijzigingen het merendeel technisch van aard zijn en dat de belangrijkste betrekking hebbende op de volgende aspecten:

 

Wijziging per 1 januari 2016.

 

  • TOR grondslag voor bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen

Uit onderzoek blijkt dat er door de invoering van het nieuwe beloningshoofdstuk 3 in de CAR een nadelig financieel effect kan optreden voor medewerkers bij een beroep op de bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen. Om dit mogelijke negatieve financiële effect te voorkomen, is besloten om de TOR met terugwerkende per 1 januari 2016 aan te merken als grondslag voor de berekening van de bovenwettelijke uitkering.

 

Wijziging per 1 april 2016.

 

  • Vervallen FPU

De FPU-regeling is op 1 januari 2006 afgeschaft. Tegelijkertijd is overgangsrecht voor de FPU en de FPU-gemeenten afgesproken tot 1 januari 2016. Derhalve kan hoofdstuk 5a (FPU Gemeenten en aanvullende seniorenmaatregelen) zodoende vervallen.

 

  • Vervallen FLO

De FLO-regeling is per 1 januari 2006 vervallen. Op hetzelfde moment is een nieuwe regeling en overgangsrecht afgesproken tot 1 januari 2016. Door de gemaakte overgangsrechtelijke afspraken kunnen medewerkers geen aanspraak op de artikelen van de oude FLO-regeling in hoofdstuk 9 maken. Derhalve kan de tekst hiervan vervallen.

 

  • Verplichte onkosten vergoeding stageplaats en werkervaringsplaats (wep-er)

De huidige formulering van artikel 1:2a lid 5 en de toelichting op artikel 1:2a en 1:2b maakt een onkostenvergoeding voor de stagiair en wep-er facultatief. Dit is niet de bedoeling van partijen geweest. De nieuwe tekst wordt daarom imperatief geformuleerd.

 

  • Vervallen premieheffing Vut-fonds

Met het vervallen van de FPU komt er ook een einde aan de premieheffing door het Vut-fonds. Wel blijft het deel waaruit de financiering voor de voorwaardelijke inkoop pensioen verplicht. Dit deel wordt voortaan door het ABP bij de werkgever geheven. Hierop wordt de arbeidsvoorwaardenregeling aangepast.

 

besluit:

 

de CAR/UWO van de gemeenten Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden alsmede van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten te wijzigen overeenkomstig de bij dit besluit horende bijlage A en bijlage B en te bepalen dat deze wijzigingen in werking treden met ingang van de dag na bekendmaking en dat bijlage A terug werkt tot en met 1 januari 2016 en bijlage B tot en met 1 april 2016.

 

Aldus besloten door het dagelijks bestuur van de Samenwerking Kempengemeenten op 15 november 2016

 

de directeur (interim, mevrouw H.F. van Breugel

de voorzitter (waarnemend), mevrouw J.A.M. Thijs-Rademakers

 

Bijlage A, behorende bij besluit d.d. 15-11-2016 van het dagelijks bestuur van de GRSK betreffende wijzigingen in gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling als gevolg van de LOGA-circulaire van 23 maart 2016 (kenmerk U201600450) per 1 januari 2016.

 

  • A.

    In artikel 1:1 lid 1 onderdeel rr worden de woorden “toegekend en die tot 1 januari 2016 tot de bezoldiging werden gerekend” vervangen door: “toegekend. Deze werden tot 1 januari 2016 tot de bezoldiging gerekend.”

 

A. In de toelichting bij punt 5 van artikel 3:27 (overgangsrecht hoofdstuk 3), wordt de laatste zin vervangen door* :

 

“De TOR is een nominaal bedrag. De TOR telt mee in de pensioengrondslag maar is geen salaristoelage en geen grondslag voor eindejaarsuitkering, vakantietoelage of levensloopbijdrage.”

 

  • B.

    Artikel 10d:2 (begripsbepalingen) onderdeel b, komt te luiden:

 

“b: grondslag: het gemiddelde van het salaris, de toegekende salaristoelage(n) en de toelage overgangsrecht (TOR) hoofdstuk 3, berekend over een periode van 12 maanden direct voorafgaand aan de start van de re-integratiefase of de start van het Van werk naar werk-traject, vermeerderd met de vakantietoelage en de eindejaarsuitkering. Deze wordt geïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de gemeentelijke sector;”

 

  • C.

    Aan de toelichting bij artikel 10d:2 wordt de volgende tekst toegevoegd: “Ad b: Vóór 1 januari 2016 werd hier het voor hoofdstuk 10d afwijkende bezoldigingsbegrip gedefinieerd. Met de inwerkingtreding van het gewijzigde hoofdstuk 3 per 1 januari 2016 is dit gewijzigd in ‘grondslag’ en is daar voor de medewerkers die toen in dienst waren de toelage overgangsrecht hoofdstuk 3 (TOR) aan toegevoegd.”

 

  • D.

    In artikel 10d:26 worden de woorden “het salaris en de toegekende salaristoelage(n)” vervangen door: “de grondslag zoals gedefinieerd in artikel 10d:2 onderdeel b,”

 

  • E.

    In artikel 10d:31 lid 3, worden de woorden “het oude salaris en de toegekende salaristoelage(n)” vervangen door: “de grondslag zoals gedefinieerd in artikel 10d:2 onderdeel b,”

 

* Met deze wijziging wordt teruggekeerd naar de toelichtende tekst zoals die per 1 januari 2016 luidde.

Bijlage B, behorende bij besluit d.d. 15-11-2016 van het dagelijks bestuur van de GRSK betreffende wijzigingen in gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling als gevolg van de LOGA-circulaire van de circulaire van 22 februari 2016 (ECWGO/U201600266) per 1 april 2016.

 

  • A.

    In artikel 1:2:1 lid 1 worden de woorden “ 7:24a, 7:25a, 7:25b,” vervangen door: “3:25, 3:26”.

 

  • B.

    In de toelichting op artikel 1:2a en 1:2b worden de woorden: “kan worden betaald. Wat een redelijke onkostenvergoeding is voor stagiaires en wep-ers wordt lokaal in overleg met het bevoegde medezeggenschapsorgaan vastgesteld.” vervangen door: “wordt betaald.

 

Wat een redelijke onkostenvergoeding is voor stagiaires en wep-ers wordt lokaal in overleg met het bevoegde medezeggenschapsorgaan vastgesteld.”

 

  • C.

    In de toelichting op artikel 1:6 lid 1 worden de woorden “Dit betekent….uniek karakter” vervangen door: “Dit betekent onder andere dat de termijn van 24 maanden niet van toepassing is.”

 

  • D.

    In artikel 2:7a lid 2, onderdeel 5 worden de woorden “, sub a,” geschrapt.

 

  • E.

    Aan hoofdstuk 3 wordt artikel 3:27 toegevoegd en hierin wordt heel paragraaf 6 met het overgangsrecht opgenomen.

 

  • F.

    In artikel 4:9 lid 5 worden de woorden “artikelen 8:3, 8:6, 8:7, 8:8, 8:10 of 8:11” vervangen door: “artikel 8:3, 8:6, 8:7, 8:8 of 8:10”.

 

  • G.

    Hoofdstuk 5a vervalt.

 

De toelichting op hoofdstuk 5a vervalt.

 

  • H.

    Artikel 6:2:1 lid 6 vervalt.

 

  • I.

    In artikel 6:2:6 lid 3 worden de woorden “artikel 6:2:1” vervangen door: “artikel 6:2 lid 1”.

 

  • J.

    In artikel 6:4 lid 4 worden de woorden “de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering” vervangen door: “premie voor de voorwaardelijke inkoop”.

 

  • K.

    In artikel 6:4:5a lid 2 worden de woorden “de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering” vervangen door “premie voor de voorwaardelijke inkoop”.

 

  • L.

    Artikel 6:5:4 lid 2 en lid 4 vervallen, onder vernummering van lid 3 in lid 2.

 

De toelichting op artikel 6:5:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Lid 1

De korting van vakantieverlof vindt gedurende het ouderschapsverlof plaats overeenkomstig de omvang en de duur van dit verlof. Geniet de ambtenaar bijvoorbeeld ouderschapsverlof gedurende zes maanden voor de helft van zijn arbeidsduur en loopt het verlof van 1 mei tot 1 november, dan heeft betrokkene tot en met april recht op volledig verlof (4/12 x verlofaanspraak op jaarbasis), van mei tot november een halve verlofopbouw (6/12 x verlofaanspraak op jaarbasis x 0,5) en in november en december weer een gehele verlofopbouw (2/12 x verlofaanspraak op jaarbasis).

 

Lid 2

De opbouw van de vakantietoelage tijdens ouderschapsverlof vindt plaats op basis van de bezoldiging, die tijdens het ouderschapsverlof wordt doorbetaald. Bij betaald ouderschapsverlof wordt dus gedeeltelijk vakantietoelage opgebouwd. Bij onbetaald ouderschapsverlof wordt geen vakantietoelage opgebouwd.

  • M.

    In de algemene toelichting op artikel 6:7 worden de woorden “Verder kan het bevallingsverlof vanaf de 6e week” vervangen door: “Verder kan het bevallingsverlof na de 6e week”.

 

  • N.

    In artikel 6:10 lid 4 worden de woorden “de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering” vervangen door: “premie voor de voorwaardelijke inkoop”.

 

  • O.

    In artikel 6a:7 lid 1 worden de woorden “, met uitzondering van de ambtenaar die in 2005 55 jaar is geworden en die in deeltijd met FPU is gegaan,’ geschrapt.

 

  • P.

    In artikel 7:1 lid 1, onderdeel h wordt het woord “FPU-uitkering,” geschrapt.

 

  • Q.

    In artikel 7:2:6 lid 1 worden de woorden “in artikel 7:2:4 of” geschrapt.

 

  • R.

    Boven artikel 7:3 wordt de koptekst gewijzigd in: “Recht op salaris en de toegekende salaristoelagen”.

 

  • S.

    Artikel 7:24a vervalt.

 

De toelichting op artikel 7:24a vervalt.

 

  • T.

    Artikel 7:25 vervalt.

 

De toelichting op artikel 7:25 vervalt.

 

  • U.

    Artikel 7:25a vervalt.

 

  • V.

    Artikel 8:2 lid 2 vervalt, onder vernummering van lid 3 in lid 2.

 

De toelichting op artikel 8:2 lid 2 vervalt, onder vernummering van lid 3 in lid 2.

In de tabel in de toelichting worden de woorden “, derde lid” vervangen door: “lid 2”.

 

  • W.

    De toelichting op artikel 8:4 lid 10 wordt gewijzigd en komt te luiden:

10. In lid 10 is geregeld dat de termijn van de verplichte loondoorbetaling van twee jaar wordt verlengd met de verlenging van de wachttijd voor een uitkering ingevolge de WIA.

De ontslagtermijn wordt verlengd in de volgende gevallen:

 

a. In artikel 24 lid 1 van de WIA is bepaald dat de wachttijd op verzoek van werkgever en werknemer gezamenlijk verlengd kan worden.

 

b. Bij de aanvraag van een uitkering ingevolge de WIA moet een reïntegratieverslag worden ingediend. Als het UWV van mening is dat de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen niet is nagekomen of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht, kan het UWV de termijn gedurende de werkgever het loon moet doorbetalen verlengen. De termijn van de verlenging is maximaal 52 weken en wordt afhankelijk gesteld van de aard en ernst van het verzuim. Deze sanctiebevoegdheid is neergelegd in artikel 25, negende lid, van de WIA.

De medewerker merkt financieel niets van de verlenging van de ontslagtermijn op grond van de hiervoor genoemde redenen. Op grond van artikel 7:3 heeft de medewerker na 24 maanden ziekte recht op 70% van zijn bezoldiging.

 

  • X.

    Artikel 8:11 vervalt.

 

De toelichting op artikel 8:11 vervalt.

 

  • Y.

    Artikel 8:11:1 vervalt.

 

  • Z.

    In de toelichting op artikel 8:12 wordt in de eerste en in de vierde alinea het getal “36” vervangen door: “24”.

 

  • AA.

    Hoofdstuk 9 vervalt

 

De toelichting op hoofdstuk 9 vervalt.

 

AB. Artikel 9b:2 onderdeel e vervalt, onder verlettering van de onderdelen f tot en met h in e tot en met g.

 

In de toelichting op artikel 9b:2 worden de woorden “Onderdeel b en f” vervangen door: “Onderdeel b en e”.

 

AC. In artikel 9b:12 lid 1 en lid 2 worden de woorden “de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering” vervangen door: “premie voor de voorwaardelijke inkoop”.

 

AD. In artikel 9b:36 lid 1 en lid 2 worden de woorden “de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering” vervangen door: “premie voor de voorwaardelijke inkoop”.

 

AE. Paragraaf 4 van hoofdstuk 9b vervalt, inclusief titel.

 

De toelichting op paragraaf 4 van hoofdstuk 9b vervalt.

 

AF. Artikel 9b:52 vervalt, inclusief koptekst.

 

De toelichting op artikel 9b:52 vervalt.

 

AG. Artikel 9b:52a vervalt, inclusief koptekst.

 

De toelichting op artikel 9b:52a vervalt.

 

AH. Artikel 9b:53 vervalt, inclusief koptekst.

 

De toelichting op artikel 9b:53 vervalt.

 

AI. In artikel 10d:39 wordt “10d:31” vervangen door: “10d:32”.

 

In de toelichting op artikel 10d:39 worden de woorden “De overgangsuitkering eindigt op de leeftijd van 62 jaar en 9 maanden (artikel 10d:33).” vervangen door: “De overgangsuitkering eindigt op de eerste van de maand volgend op die waarin betrokkene de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt (artikel 10d:33).”

 

AJ. In de toelichting op artikel 10d:39 worden de woorden “Vanwege deze beëindiging ……. boven de leeftijd van 62 jaar en 9 maanden uit.” geschrapt.

 

Artikel 18:1:1 lid 1, onderdeel f, sub 2 vervalt, onder vernummering van sub 3 in sub 2.

 

In de toelichting op artikel 18:1:1 lid 1 worden de woorden “De drie inkomsten die…. worden genoten: vervangen door: “De twee inkomsten die bij sub f vermeld worden, worden slechts meegenomen bij de berekeningsbasis voorzover zij naast de bezoldiging worden genoten.

 

AK. In artikel 1:1 lid 1 vervallen de onderdelen s, t, kk en ll.

 

 

Naar boven