Gemeenteblad van Appingedam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Appingedam | Gemeenteblad 2017, 27426 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Appingedam | Gemeenteblad 2017, 27426 | Overige besluiten van algemene strekking |
REGELING GESPREKSCYCLUS GEMEENTE APPINGEDAM 2016
Burgemeester en wethouders van de gemeente Appingedam,
de desbetreffende bepalingen van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO);
de instemming van de Ondernemingsraad op 26 september 2016 op basis van artikel 27 lid 1 van de Wet op de Ondernemingsraden; het Algemeen Mandaatbesluit gemeente Appingedam; de Procedureregeling toelichting functiefamilies 2011;
vast te stellen de volgende "Regeling Gesprekscyclus Gemeente Appingedam 2016".
De direct leidinggevende beoordeelt de medewerker en voert de gesprekken die plaatsvinden in de gesprekscyclus met de medewerker. Leidinggevende en medewerker kunnen gemotiveerd voorstellen om een derde bij het gesprek te betrekken, bijvoorbeeld de P&O adviseur. Als de leidinggevende of medewerker dit wenst kondigt hij/zij dit ruim voor het gesprek aan bij de andere gesprekspartner.
Artikel 4. Het planningsgesprek
Het planningsgesprek vormt de start van de gesprekscyclus en de basis voor het beoordelen van het resultaat. Doel van het gesprek is het vaststellen van de bijdrage van de medewerker aan de organisatie-, afdelings-, team- en/of projectdoelen.
Artikel 5. Het functioneringsgesprek
In het functioneringsgesprek wordt de voortgang van de gemaakte planningsafspraken besproken. In dit gesprek worden de afspraken geëvalueerd en eventueel bijgesteld.
Een functioneringsgesprek wordt gehouden in mei, juni of juli. De mogelijkheid om tussentijds een of meerdere andere gesprekken over het functioneren van de medewerker te houden, bestaat op ieder moment. Dit kan zowel formeel als informeel gebeuren. Indien het gesprek leidt tot wijziging van de afspraken dienen deze afspraken schriftelijk vastgelegd te worden.
Artikel 7. Het beoordelingsgesprek
In het beoordelingsgesprek wordt door de leidinggevende een oordeel gegeven over het functioneren van de medewerker. In de gesprekcyclus wordt iedereen jaarlijks beoordeeld. Het beoordelingsgesprek vindt plaats in de maand november.
Bij het opstellen van de beoordelingsconclusie over het functioneren van de medewerker wordt rekening gehouden met bijzondere werkomstandigheden, bijzondere persoonlijke omstandigheden en onvoorziene en niet beïnvloedbare gebeurtenissen die zich tijdens de beoordelingsperiode hebben voorgedaan en die van invloed zijn geweest op het functioneren en de output van de medewerker.
Artikel 8. Beoordelingsscores en -conclusie
Indien de beoordelaar daartoe aanleiding ziet kan hij, mits duidelijk gemotiveerd, in positieve zin afwijken van deze richtlijn.
Artikel 9. Beoordelingsconsequenties (zie ook Uitvoeringsregeling H3 CAR/UWO 2016 vastgesteld d.d. 1 november 2016)
Artikel 10. Procedure bij beoordeling
De beoordeling wordt in concept opgemaakt door de beoordelaar. Bij medewerkers is de direct leidinggevende de beoordelaar. Bij de adjunct directeur en afdelingshoofden is de directeur de beoordelaar. Bij de directeur is de portefeuillehouder P&O de beoordelaar.
De leidinggevende legt iedere concept-beoordeling voor aan de P&O adviseur voor advies over toepassing van deze regeling gesprekscyclus. De P&O adviseur maakt een geabstraheerd overzicht en legt dat voor aan het overleg van directie met de afdelingshoofden om de eenheid in toepassing van de systematiek van beoordelen te garanderen.
De beoordeling wordt binnen twee weken na het beoordelingsgesprek aan de directeur gezonden om de beoordeling vast te stellen. De beoordeling van de directeur wordt door het college vastgesteld. De beoordelingen van de adjunct directeur en afdelingshoofden worden vastgesteld door de directeur, maar niet eerder dan dat afstemming heeft plaatsgevonden met college en portefeuillehouder P&O.
Artikel 12. Mogelijkheid tot het maken van bezwaar.
Indien de medewerker het, nadat het overleg genoemd in artikel 10 lid 8 van deze regeling heeft plaatsgevonden, niet eens is met de vastgestelde beoordeling kan hij dat in een bezwaarschrift kenbaar maken bij burgemeester en wethouders binnen zes weken na bekendmaking van de vastgestelde beoordeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-27426.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.