Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2017, 26958 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2017, 26958 | Verordeningen |
Wijzigen van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de voorziening Ouderbetrokkenheid voortgezet onderwijs. (2017, nr. 14/16)
Datum besluit B&W 20 december 2016
Wijzigen van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de voorziening Ouderbetrokkenheid voortgezet onderwijs.
Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 20 december 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 16);
artikel 77 en 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs;
artikel 147 van de Gemeentewet,
1.Vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014, vastgesteld door het raadsbesluit van 12 maart 2014 (Gemeenteblad 2014, afd. 3A, nr. 62/181) en laatstelijk gewijzigd bij Raadsbesluit van 21 december 2016 (Gemeenteblad 2016, afd. 3a, nr. 414/1663).
Vast te stellen de voorziening Ouderbetrokkenheid voortgezet onderwijs en deze als bijlage 17 aan de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 toe te voegen.
2.Kennis te nemen van de begroting en de financiële besluiten van het college ter financiering van de VloA regeling Ouderbetrokkenheid voortgezet onderwijs (waaronder de inzet van € 233.334,- van de middelen Ouderbetrokkenheid in 2019 ter dekking van de VloA regeling Ouderbetrokkenheid voor schooljaar 2018-2019).
2. Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd
2. in zijn vergadering op 25 januari 2017.
Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014
Bijlage 17: Voorziening Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Het doel van deze voorziening is om Amsterdamse scholen voor het voortgezet onderwijs in staat te stellen om de ouderbetrokkenheid te versterken, waardoor de ouders in samenwerking met de school de ontwikkeling van het kind in relatie tot het onderwijs kunnen stimuleren.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
ii. ondersteuning keuze vervolgonderwijs;
ii. niet bekend zijn met het Nederlandse onderwijssysteem;
iii. die onvoldoende aansluiting hebben bij het schoolniveau van hun kind.
Ontwikkeling en/of toepassing van communicatiemethodieken op het gebied van ouderbetrokkenheid die het contact tussen school en individuele ouder vergemakkelijken en ondersteunen.
Het college kan tevens een eenmalige subsidie als bedoeld in het eerste lid van dit artikel verlenen voor de kosten verbonden aan een schooloverstijgend project van minimaal drie en maximaal acht Amsterdamse scholen betreffende de gezamenlijke uitvoering van één of meerdere van de activiteiten bedoeld onder de punten a. tot en met e. van dit artikel.
Indien een leraar werkzaamheden verricht in het kader van één van de gesubsidieerde activiteiten, kan het in het derde lid genoemde subsidiebedrag tevens ingezet worden voor zijn vervanging, waarbij geldt dat niet meer dan maximaal € 50,- per uur (excl. BTW) ten laste van deze voorziening gebracht kan worden.
Het college stelt voor deze voorziening een subsidieplafond vast voor het tijdvak 01-08-2017 tot en met 31-07-2018 en voor het tijdvak 01-08-2018 tot en met 31-7-2019.
Artikel 5 Verdeelsleutel subsidieplafond en advies
Artikel 7 Aanvraagtermijn eenmalige subsidies
In afwijking van artikel 5, tweede lid van de VloA 2014 wordt een subsidieaanvraag voor het schooljaar 2017-2018 uiterlijk 3 april 2017 ingediend bij het college.
Artikel 8 Bij de aanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:
In aanvulling op artikel 9, eerste lid van de ASA 2013 weigert het college een subsidie te verlenen indien:
Artikel 10 Aanvullende verplichtingen
In aanvulling op de verplichtingen artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
Het schoolbestuur draagt ervoor zorg dat een school waarvoor het schoolbestuur subsidie ontvangt deelneemt aan een door de gemeente en OSVO te organiseren kerngroep en in dat kader meewerkt aan kennisdeling door middel van een actieve bijdrage in netwerkbijeenkomsten voor scholen in het voortgezet onderwijs;
Artikel 11 Inwerkingtreding en duur
Deze voorziening treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad en eindigt van rechtswege op 31 december 2019.
Toelichting bij de Voorziening Ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs
Met deze voorziening wordt uitvoering gegeven aan de beleidsbrief brief ‘Ouders centraal. Het stimuleren van ouderbetrokkenheid en een goede samenwerking tussen ouder en school’ vastgesteld op 30 maart 2016 door de gemeenteraad en de nadere uitwerking daarvan in het college besluit op 25 oktober 2016 met de volgende geformuleerde doelstellingen:
Is de beleidsbrief is vastgesteld dat we in het Amsterdams onderwijs een continue samenwerking tussen ouder, school en kind voor vve, po, vo en mbo willen realiseren. De ambitie van het college is om ouderbetrokkenheid in het onderwijs kwalitatief en kwantitatief te versterken en een goede samenwerking tussen ouders en school te stimuleren, zodat ouders samen met de school hun rol kunnen pakken om de ontwikkeling van hun kind te stimuleren. Het college vindt het belangrijk dat juist ook ouders in hun kracht gezet worden om hun kinderen te begeleiden en ondersteunen bij het goed doorlopen van de schoolloopbaan.
In verband met het doel van de beleidsbrief ‘Ouders centraal. Het stimuleren van ouderbetrokkenheid en een goede samenwerking tussen ouder en school’, zijn de uitgangspunten voor de subsidieregeling de volgende:
• Aan de scholen wordt een eenmalige subsidie verleend om hun ambities op het terrein van ouderbetrokkenheid te realiseren. Het doel is om ouderbetrokkenheid in het Amsterdamse voortgezet onderwijs kwalitatief en kwantitatief te versterken en een goede samenwerking tussen ouders en school te stimuleren, zodat ouders samen met de school hun rol kunnen pakken om de ontwikkeling van hun kind te stimuleren.
• De deelnemende scholen zullen zich in verschillende fasen van ouderbetrokkenheid bevinden. Daarom bestaat de mogelijkheid voor scholen om in verschillende fasen een impuls te geven aan ouderbetrokkenheid.
• Scholen zijn zelf aan zet om hun ouderbetrokkenheidsambities vorm te geven. Dit doen zij door ambitieuze, haalbare plannen op te stellen. De gemeente daagt hen hiertoe uit en faciliteert de scholen hierbij.
• Een adviescommissie zal de aanvragen beoordelen en de beste aanvragen komen in aanmerking voor een eenmalige subsidie.
• De schoolbesturen die de subsidie ontvangen voor één of meerdere scholen die onder hun bevoegdheid vallen, dragen ervoor zorg dat deze scholen deelnemen aan de kerngroep. De deelnemers aan de kerngroep wisselen actief kennis uit en maken deze voor de andere Amsterdamse scholen zichtbaar. Het doel is om informatie, good practices en resultaten te delen, zodat dit ten goede komt aan het Amsterdamse onderwijs.
Artikel 1 Behoeft geen toelichting
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
De aanvragen die in aanmerking komen voor de eenmalige subsidie tonen visie en ambitie op het terrein van ouderbetrokkenheid. In de aanvraag geeft het schoolbestuur aan hoe de uit te voeren activiteiten door de onder zijn gezag vallende school in samenhang leiden tot een structurele inbedding van ouderbetrokkenheid. De school kiest daarbij zelf, afhankelijk van de fase waarin zij zich bevindt, de ouderbetrokkenheidambities en welke activiteiten zij wil opzetten. De activiteiten moeten daarbij vallen onder activiteiten genoemd in het eerste lid.
In het tweede lid van dit artikel wordt geregeld dat ook schooloverstijgende projecten voor een eenmalige subsidie in aanmerking komen.
In het kader van ouderbetrokkenheid kunnen scholen ervoor kiezen om kennisuitwisseling te laten plaatsvinden op school-overstijgend-niveau, schoolniveau, leraarniveau of leerling/ouderniveau om ervaring te delen en lange termijn samenwerking tussen scholen te stimuleren. Ook digitale uitwisseling kan gestimuleerd worden, door bijvoorbeeld skypen. Voor de kennisuitwisseling van scholen kunnen peer reviews gefinancierd worden. Het gaat hierbij om vervangings- en organisatiekosten om mogelijk te maken dat docenten bij elkaar in de klas kunnen kijken en van elkaar te leren. Scholen kunnen dit zelf met andere scholen organiseren.
Artikel 4 Behoeft geen toelichting
Artikel 5 Verdeelsleutel subsidieplafond en advies
Over de rangschikking en de hoogte van de te verlenen subsidie laat het college zich adviseren door een adviescommissie bestaande uit de volgende vier leden:
In het derde lid wordt geregeld aan de hand van welke criteria de adviescommissie de aanvragen beoordeeld. Punt a betreft de doelstellingen voor het voortgezet onderwijs als vervat in de beleidsbrief ‘Ouders centraal. Het stimuleren van ouderbetrokkenheid en een goede samenwerking tussen ouder en school’ en de nadere uitwerking hiervan in het collegebesluit van 25 oktober 2016.
Artikel 6 Behoeft geen toelichting
Artikel 7 Behoeft geen toelichting
Artikel 8 Bij de aanvraag in te dienen gegevens
De aanvragen die in aanmerking komen voor de subsidie tonen visie en ambitie op het terrein van ouderbetrokkenheid. In de aanvraag geeft het schoolbestuur aan hoe de activiteiten in samenhang leiden tot een structurele inbedding van ouderbetrokkenheid. Ook geeft het schoolbestuur in zijn aanvraag aan of en op welke wijze samenwerking wordt gezocht en of hij bereid is om financieel dan wel met personeel te investeren in de aanpak van ouderbetrokkenheid. Bij de aanvraag dient tevens het advies van de medezeggenschapsraad of ouderraad van de betrokken school of scholen worden bijgevoegd, omdat de gemeente het bij ouderbetrokkenheid essentieel vindt dat een school over het (voorgenomen) beleid met ouders zelf in gesprek gaat en blijft. Om de aanvrager te faciliteren in het aanleveren van de juiste informatie zal er een aanvraagformulier verstrekt worden.
In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen in aanvulling op de algemene weigeringsgronden zoals vermeld in de ASA 2013. Onder punt a. is opgenomen dat een subsidie wordt geweigerd als een aanvraag onvoldoende past in het Amsterdamse beleid op het gebied van ouderbetrokkenheid. In punt b. is bepaald dat als de aanvraag minder scoort op de beoordelingscriteria genoemd in artikel 5, derde lid van deze subsidieregeling, eveneens een afwijzing volgt. Tot slot wordt de subsidie geweigerd als aanvrager voor dezelfde activiteit al van een andere bron bekostiging ontvangt.
Artikel 10 Aanvullende verplichtingen
De aanvullende verplichtingen zijn gericht op deelname aan de kerngroep en op kennisdeling. Voor wat dit laatste punt betreft ook na afloop van de uitgevoerde activiteiten. Dit gebeurt door een actieve deelname aan minimaal twee kennisdelingsbijeenkomsten (circa 1,5 á 2 uur) over ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-26958.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.