Instemmen met de aanvulling van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de Voorziening pilot co-docent in het vmbo (2016, nr. 310/1165)

 

Nummer 310/1165

Agendapunt 23

Datum besluit B&W 6 september 2016

Onderwerp

Instemmen met de aanvulling van de Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 met de Voorziening pilot co-docent in het vmbo

De gemeenteraad van Amsterdam

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 6 september 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1165);

Gelet op:

 artikel 96g, vierde lid uit de Wet op het voortgezet onderwijs (Wvo);

 artikel 3 van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam (VloA), inzake de bevoegdheid van het college en van de gemeenteraad,

Besluit:

  • 1.

    de door het college op 6 september 2016 vastgestelde aanvullende Voorziening pilot co-docent in het vmbo als opgenomen in bijlage 1. te bekrachtigen;

  • 2.

    de onder 1. genoemde aanvullende voorziening als bijlage 21 aan de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid (VloA) in de gemeente Amsterdam 2014 toe te voegen.

    Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd

    in zijn vergadering op 5 oktober 2016.

De plv. voorzitter

E.Ünver

De raadsgriffier

mr. M. Pe

 

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014

Bijlage 21: Voorziening pilot co-docent in het vmbo

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

School In Amsterdam gevestigde vmbo-school die deelneemt aan de pilot ‘co-docent’; opgenomen in raadsbesluit 11 maart 2015 bij vaststelling Amsterdamse Lerarenagenda.

Co-docent Onderwijsondersteunend medewerker met een universitaire bachelor- of mastergraad, die voor tenminste een periode van 6 maanden en voor een dienstverband van minimaal 0,6 fte wordt aangesteld..

Artikel 2 Doel voorziening

Het doel van deze voorziening is om via zij-instroom te bevorderen dat meer leraren met een afgeronde academisch opleiding werkzaam zullen zijn op vmbo-scholen, waardoor de kwaliteit van het onderwijs op deze scholen zal worden verhoogd.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten en de hoogte van de eenmalige subsidie

  • 1.

    Het college kan een eenmalige subsidie van maximaal €4625,- verlenen als bijdrage in de kosten verbonden aan de tijdelijke aanstelling van zes maanden van een co-docent op een school, waarvan €500 bestemd is als vergoeding voor de administratieve kosten.

  • 2.

    Een schoolbestuur kan per school voor slechts twee co-docenten subsidie aanvragen.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4 Subsidieplafond

Het College stelt voor deze voorziening een subsidieplafond van €74.000 vast voor de periode die loopt van 1 september 2016 tot 1 maart 2017.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 5 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een schoolbestuur ten behoeve van een of meerdere onder zijn gezag vallende vmbo-scholen die deelneemt of deelnemen aan de pilot ‘co-docent’.

Artikel 6 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5 van de VloA 2014 wordt bij de subsidieaanvraag een of voor zover van toepassing meerdere bewijzen van aanstelling van de co-docent(en) verstrekt. Deze informatie kan worden verstrekt door het overleggen van een loonstaat betreffende het gesubsidieerde tijdvak of door het overleggen van een bewijs van aanstelling.

Artikel 7 Aanvraagtermijn eenmalige subsidies

In afwijking van artikel 5, tweede lid van de VloA 2014 wordt een subsidieaanvraag vóór 1 november 2016 ingediend bij het college.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert in aanvulling op artikel 9, eerste lid van de ASA 2014 een subsidie te verlenen als:

  • a.

    het schoolbestuur een co-docent niet met ingang van het schooljaar 2016-2017 voor de duur van tenminste zes maanden in dienst heeft genomen conform het van toepassing zijnde functieprofiel in functieschaal 6 trede 1 zoals gespecifieerd in de CAO VO 2016 – 2017;

  • b.

    een co-docent voor 1 augustus 2013 een universitair bachelor of master heeft behaald.

Hoofdstuk 4Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 9 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013 zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    Het schoolbestuur is verplicht minimaal 50% bij te dragen aan de totale kosten verbonden aan de aanstelling van de co-docent.

  • b.

    Het schoolbestuur is verplicht om de co-docent minimaal 11 lesuren per week als ondersteuner van een of meerdere leraren te laten participeren aan het daadwerkelijk geven van klassikaal onderwijs.

Hoofdstuk 5 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 10 Aanvraag om vaststelling

1.In aanvulling op artikel 14 van de ASA 2013 verstrekt het schoolbestuur in het kader van de aanvraag om vaststelling van de subsidie gegevens waaruit blijkt dat

a) het aantal fte co-docent dat over het gesubsidieerde tijdvak aangesteld is geweest per deelnemende school met de daaraan verbonden kosten;

b) de bijdrage van het schoolbestuur per school per co-docent.

2.De in het eerste lid bedoelde informatie kan worden verstrekt door het overleggen van een loonstaat betreffende het gesubsidieerde tijdvak of door het overleggen van een bewijs van aanstelling.

Artikel 11 inwerkingtreding en duur

Deze voorziening treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad en eindigt van rechtswege op 1 januari 2018.

Toelichting

Inleiding

In het Amsterdamse vmbo staan relatief weinig academisch geschoolde leraren voor de klas. De pilot Co-docent heeft daarom tot doel meer WO-opgeleide jonge leraren aan te trekken voor het vmbo. Leraren die WO-geschoold zijn, maar ook affiniteit hebben met het Amsterdamse vmbo. Met deze onderwijsvoorziening op basis van cofinanciering wil de gemeente via een zij-instroom traject de toename van het aantal academisch geschoolde docenten in het vmbo stimuleren, waardoor de kwaliteit van het onderwijs aan de vmbo’s verbeterd wordt. Afgestudeerden die na 1 augustus 2013 hun bachelor- of masterdiploma hebben behaald, met interesse in het onderwijs kunnen een half jaar lang ervaring opdoen binnen het vmbo onderwijs. Binnen het programma krijgen zij een cursusprogramma aangeboden. Hierin zal bijvoorbeeld in worden gegaan op Urban Education: lesgeven in de grote stad. Het programma zal door Academie van de Stad worden vormgegeven en ingevuld.

De focus van de werkzaamheden van de co-docenten ligt primair bij het ondersteunen van de onderwijsinstelling. Dit kan zowel binnen als buiten de klas zijn. De inzet van de co-docent gaat niet direct om het invullen van een bestaande functie op de school, maar heeft als breder doel om de werkdruk van de huidige docenten te verlagen. Binnen het project Co-docent wordt gerichte ondersteuning en begeleiding gegeven gedurende een periode van 6 maanden.

De co-docenten zullen 6 maanden betaald worden ingezet op een vmbo-school met baanperspectief. Door deel te nemen aan het programma Co-docent krijgen vmbo scholen de kans om kennis te maken met potentiële jonge docenten, en academici te werven voor hun onderwijsinstelling. Van scholen wordt verwacht dat zij met een gepast aanbod voor de co-docenten komen bij uitstroom van het project. Te denken valt aan een zij-instroom traject om de onderwijsbevoegdheid te halen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De gemeente Amsterdam heeft in aanloop naar de start van de pilot co-docent overleg gevoerd met alle besturen van een in Amsterdam gevestigde categorale vmbo-school. Op basis van deze gesprekken hebben 8 scholen zich gecommitteerd aan de voorwaarden voor deelname aan de pilot. Het gaat hierbij om het Calvijn College, Hogelant College, Bredero Beroepscollege, Bredero Mavo, Montessori College Oost, Iedersland College, Mundus College en Over Y College. Via een samenwerkingsovereenkomst hebben deze scholen ingestemd met de opzet van de pilot.

De co-docenten zijn geworven en aangenomen door Academie van de Stad. Tijdens de wervings- en selectieprocedure zijn de kandidaten op de hoogte gesteld van de voorwaarden voor deelname en daarmee de voorwaarden om voor de subsidie in aanmerking te komen.

Artikel 2

De subsidieregeling is een uitwerking van de Amsterdamse Lerarenagenda die onder andere tot doel heeft om bij te dragen aan voldoende en goed opgeleide leraren in Amsterdam.

Artikel 3

Een schoolbestuur komt per co-docent in aanmerking voor een subsidie van € 4625,- Dit bedrag is als volgt tot stand gekomen. Het betreft 50% van een aanstelling van 0,6 fte op salarisschaal 6 trede 1 zoals gespecificeerd in de CAO VO 2016/2017 voor de periode van 6 maanden, vermeerderd met een additionele vergoeding voor de administratieve lasten van €500 per co-docent. Een schoolbestuur is verplicht zelf hetzelfde bedrag bij te dragen vanuit de Rijksbekostiging (artikel 8, aanhef en onder a. van deze voorziening), met uitzondering van de vergoeding voor de administratieve lasten.

Een schoolbestuur kan voor maximaal 2 co-docenten per vmbo-school een aanvraag indienen.

Artikel 4

Behoeft geen toelichting.

Artikel 5

Behoeft geen toelichting.

Artikel 6

Het schoolbestuur dient bij de aanvraag om de subsidie bewijzen te overleggen betreffende de aanstelling van een of meerde co-docenten bij aanvang van het schooljaar 2016-2017.

Artikel 7

Voor deze regeling geldt een afwijkende aanvraagperiode dan algemeen voor de VloA

Artikel 8

De subsidie wordt onder meer geweigerd als het diploma van aangestelde co-docent ouder is dan 1 augustus 2013. Hiermee beoogt het college jonge leraren aan het werk te krijgen, zonder al te veel relevante werkervaring.

Artikel 9

Onderdeel b. schrijft voor dat de co-docent door de school daadwerkelijk 11 uur per week wordt ingezet om een bevoegde docent te assisteren bij het geven van onderwijs. Hiermee wordt gegarandeerd dat een co-docent binnen de aanstellingstermijn daadwerkelijk kan proeven aan het leraarvak.

Artikel 10

Behoeft geen toelichting.

Naar boven