Verordening Burgerinitiatief gemeente Krimpenerwaard 2016

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: gemeenteraad van Krimpenerwaard;

  • b.

    commissie: raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard;

  • d.

    burgerinitiatief: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van ingezetenen aan de raad om te beraadslagen en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel dat betrekking heeft op een gemeentelijke aangelegenheid;

  • e.

    ingezetene: Zij die blijkens opname in Basisregistratie Personen feitelijk ingeschreven staan in de gemeente Krimpenerwaard.

Artikel 2 Geldig verzoek

  • 1.

    De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend

  • 2.

    Een verzoek is niet ontvankelijk indien het:

    • a.

      niet door ten minste 125 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat of

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 5.

Artikel 3 Initiatiefgerechtigden

  • 1.

    Initiatiefgerechtigden zijn alle stemgerechtigde ingezetenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing va de leden van de raad, alsmede ingezetenen van de gemeente van veertien jaar en ouder, die met uitzondering van hun leeftijd, voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2.

    Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigheid is voldaan, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4 Onderwerp

  • 1.

    Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op

    • a.

      de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

    • b.

      gemeentelijke procedures;

    • c.

      de gemeentelijke organisatie;

    • d.

      vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting;

    • e.

      gemeentelijke belastingen en tarieven;

    • f.

      geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

    • g.

      handelingen en gedragingen van collegeleden, raadsleden of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van artikel 9 van de Algemene wet bestuursrecht of een door de raad of het college vastgestelde klachtenregeling;

    • h.

      rechtshandelingen ten aanzien van groepen personen of bevolkingsgroepen;

    • i.

      onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan op grond van artikel 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • j.

      onderwerpen waarover de raad in de afgelopen raadsperiode of vier voorafgaande kalenderjaren al een besluit heeft genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden;

    • k.

      een aangelegenheid, die niet onder de bevoegdheid van de raad valt.

  • 2.

    Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegd-heid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

Artikel 5 Voorwaarden

  • 1.

    Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het model behorende bij deze verordening.

  • 2.

    Het burgerinitiatief wordt ondersteund door ten minste 125 ingezetenen van veertien jaar en ouder.

  • 3.

    De ondersteuning bedoeld in het vorige lid blijkt uit ondertekening door de ingezetene van een aan het burgerinitiatief gehechte lijst.

  • 4.

    Een ondertekening als bedoeld in het vorige lid is pas geldig als naast de handtekening tevens de voor- en achternaam, het adres en de geboortedatum van de ingezetene worden vermeld. Digitale handtekeningen zijn niet geldig.

  • 5.

    Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, wordt daarvan een globale raming gegeven.

  • 6.

    Het burgerinitiatief vermeld de voor- en achternaam, het adres en de geboortedatum van minimaal één en maximaal drie ingezetenen die als vertegenwoordigers van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 6 Agendering

  • 1.

    De voorzitter van de raad bericht de raad binnen twee weken na ontvangst van een burgerinitiatief of het voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 2, 3 en 5 en of sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 4.

  • 2.

    Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2, 3 en 5, stelt de voorzitter van de raad de vertegenwoordigers gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 3.

    De voorzitter van de raad doet van een besluit als bedoeld in het vorige lid schriftelijk mededeling aan de vertegenwoordigers en aan de raad.

  • 4.

    De termijn bedoeld in het tweede lid vangt aan met ingang van de datum van dagtekening van de schriftelijke mededeling bedoeld in het derde lid.

Artikel 7 Behandeling

  • 1.

    De raad beslist in zijn eerstvolgende vergadering na ontvangst van het advies van de voorzitter van de raad bedoeld in artikel 5, eerste lid, over de behandeling van het burgerinitiatief.

  • 2.

    Indien de raad het burgerinitiatief in behandeling neemt, stelt hij tegelijkertijd vast of gebruik wordt gemaakt van één van de mogelijkheden genoemd in het derde en het vierde lid van dit artikel. Tevens wordt vastgesteld in welke raadsvergadering besluitvorming over het burgerinitiatief zal plaatsvinden.

  • 3.

    De raad kan besluiten om een burgerinitiatief om advies voor te leggen aan het college. Hij stelt daarbij een termijn vast, waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

  • 4.

    De raad kan besluiten om over een burgerinitiatief het advies in te winnen van een commissie. Hij stelt daarbij een termijn vast waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

  • 5.

    Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatief vindt plaats binnen acht weken nadat de raad heeft besloten om het burgerinitiatief in behandeling te nemen. Deze termijn kan ten hoogste eenmaal met vier weken gemotiveerd verlengd worden.

  • 6.

    Indien een burgerinitiatief wordt ingediend in de maanden juli of augustus kunnen de termijnen genoemd in lid 5 lid, met acht respectievelijk vier weken worden verlengd.

Artikel 8 Toelichting/deelname aan beraadslaging in raad

  • 1.

    De voorzitter van de raad stelt een of meer van de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 5, lid 6, in de gelegenheid het burgerinitiatief toe te lichten in de commissievergadering, waarin de beraadslaging over het burgerinitiatief plaatsvindt en eventuele vragen uit de commissie te beantwoorden.

  • 2.

    Het college kan binnen vier weken nadat hij in kennis is gesteld van het burgerinitiatief schriftelijke wensen en bedenkingen hieromtrent ter kennis van de raad brengen.

  • 3.

    Het burgerinitiatief wordt, nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

  • 4.

    Een (concept) burgerinitiatief wordt inhoudelijk eerst in de raadscommissie besproken alvorens tot besluitvorming wordt overgegaan.

  • 5.

    De voorzitter van de raad kan een of meer van de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 5, lid 6, toestemming geven om deel te nemen aan de beraadslaging in de raad over het burgerinitiatief.

Artikel 9 In kennis stelling van besluitvorming

  • 1.

    De raad stelt de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 5, lid 6, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering, waarin besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden, schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief, geeft hij de redenen daarvoor aan.

  • 2.

    Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart, bij welke medewerker van de gemeente Krimpenerwaard de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen en wat de duur van de uitvoering zal zijn.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking daarvan.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening burgerinitiatief gemeente Krimpenerwaard 2016.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 31 januari 2017.

de griffier, drs. K.E. Driehuijs

de voorzitter, mr. R.S. Cazemier

Naar boven