Gemeenteblad van Oss
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oss | Gemeenteblad 2017, 24198 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oss | Gemeenteblad 2017, 24198 | Verordeningen |
Havenbeheersverordening gemeente Oss 2017
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2016;
gelet op het advies van de raadscommissie van 12 januari 2017;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het gewenst is voor het gebruik van de Osse haven een integrale regeling te treffen ter bevordering van de rechtszekerheid van de gebruikers hiervan;
Havenbeheersverordening Gemeente Oss 2017:
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
gevaarlijke stoffen: stoffen die gevaar voor explosie, brand, corrosie, vergiftiging, bedwelming of straling kunnen opleveren, zoals vermeld in de IMO Code voor het vervoer van verpakte gevaarlijke stoffen over zee (International Maritime Dangerous Goods Code), de Code voor de bouw en uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren (International Bulk Chemical Code), de Internationale Code voor de bouw en uitrusting van schepen die vloeibaar gemaakte gassen in bulk vervoeren (International Gas Carrier Code) en het in de bijlage bij het Europees Verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over binnenwateren opgenomen Reglement (ADN), met uitzondering van eetbare oliën;
scheepsafval: afval, met inbegrip van residuen, niet zijnde ladingresiduen, en sanitair afval, dat ontstaat tijdens de bedrijfsvoering van een schip en dat valt onder de reikwijdte van bijlagen I, IV, V en VI van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels, en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels, alsmede ladinggebonden afval, zijnde al het materiaal dat aan boord bij de stuwage en verwerking van de lading als afval overblijft, met inbegrip van stuwmateriaal, schoorpalen, laadborden, verpakkingsmateriaal, houten platen, papier, karton, draad en stalen banden;
zeeschip: schip dat wordt gebruikt voor de vaart ter zee of dat blijkens zijn constructie uitsluitend of in hoofdzaak voor de vaart ter zee is bestemd en elk schip dat is voorzien van een document, afgegeven door het bevoegde gezag van het land waar het schip is ingeschreven, waaruit blijkt dat het geschikt is voor de vaart ter zee.
Deze verordening is van toepassing op de haven, zoals gedefinieerd in artikel 1.1. en zoals aangeduid in bijlage 1.
1.Het college beslist op een aanvraag voor een vrijstelling of ontheffing binnen 6 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.
2.Het college kan binnen 3 weken na ontvangst van de aanvraag deze termijn eenmaal met ten hoogste 4 weken verlengen.
3.Bij niet tijdig beslissen wordt de vrijstelling of ontheffing gegeven van rechtswege.
Artikel 1.4 Voorschriften en beperkingen
Het college kan aan een vrijstelling en ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden.
1.Tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald, wordt een vrijstelling verleend voor de duur van 1 jaar.
2.Een ontheffing voor een eenmalige gedraging of handeling wordt verleend voor de duur van die gedraging of handeling, met dien verstande dat de ontheffing voor maximaal zes maanden wordt verleend.
Artikel 1.6 Weigerings-, wijzigings- en intrekkingsgronden
Het college kan een ontheffing of vrijstelling in ieder geval weigeren, wijzigen of intrekken als:
Artikel 1.7 Verplichtingen van houders van toestemmingen
Degene aan wie een ontheffing of vrijstelling is verleend houdt deze, of een kopie hiervan, aan boord van het schip waarop deze betrekking heeft, tenzij het een schip zonder bemanningsverblijf betreft.
1.Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de gezagvoerder verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
2.Bij afwezigheid van een gezagvoerder, is de eigenaar / rederij verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
De zorg voor de naleving van de bepalingen van deze verordening en voor de regeling van het verkeer in het in artikel 1.2 bedoelde gebied is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafverordening genoemde ambtenaren opgedragen aan:
Artikel 1.10 Aanwijzing havenmeester
Het college wijst een havenmeester aan.
§ 2 Orde in en gebruik van de haven
1.Het college kan in de haven verkeerstekens plaatsen die zijn vermeld in het Binnenvaartpolitiereglement en deze voorzien van nadere aanduidingen.
2.Het is verboden te handelen in strijd met verkeerstekens of de daarbij behorende nadere aanduidingen.
3.Het college kan van het in het tweede lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 2.3 Lig- en wachtplaatsenoverzicht
Het college stelt een lig- en wachtplaatsenoverzicht vast. Dit overzicht bevat in elk geval een kaart van de haven met daarop aangegeven:
Artikel 2.4 Verbod nemen lig- of wachtplaats
1.Het is verboden een schip lig- of wachtplaats te doen nemen of zich met een schip te bevinden op een plaats die daartoe niet is bestemd, tenzij dit geschiedt in overeenstemming met geplaatste verkeerstekens en de daarbij behorende nadere aanduidingen en met instemming van de eigenaar, huurder of erfpachter van het aan de plaats gelegen terrein.
2.Het is verboden een schip lig- of wachtplaats te doen nemen tegen een ander schip, anders dan voor boord-boord-overslag en / of het direct overbrengen van personen. Voor boord-boord-overslag is een meldingsplicht van kracht, zoals beschreven in artikel 2.7a.
3.Om de doorvaart niet te belemmeren is het verboden om met meer dan twee schepen naast elkaar aan te meren.
4.Het college kan van het in het derde lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 2.5 Verblijfsduur in haven
Artikel 2.6 Handhaving openbare orde en veiligheid
Iedere gezagvoerder is, vanaf het moment waarop hij met zijn schip de haven binnenvaart tot het moment waarop hij de haven verlaat, verplicht de aanwijzingen van de in artikel 1.9 bedoelde ambtenaren of de burgemeester, gegeven ter handhaving van de openbare orde, de veiligheid of het verkeer in de haven dan wel ter voorkoming van terroristische dreiging als bedoeld in de Havenbeveiligingswet, brand, een aanvaring, hinder of schade, op te volgen voor zover deze verplichting niet al uit anderen hoofde bestaat.
Artikel 2.7 Belemmeren scheepvaart
Artikel 2.7a Boord-boord-overslag
Artikel 2.8 Gebruik van de kade
Kades moeten op een zodanige manier gebruikt worden dat zij altijd aanmeerbaar zijn, tenzij er op dat moment een schip geladen of gelost wordt.
Artikel 2.9 Verhalen van schepen
Artikel 2.10 Gebruik van voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven
2. Tijdens het gebruik van voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven is een persoon die bekend is met de bediening van het schip in de stuurhut aanwezig.
3. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing als het een aan een ander schip afgemeerd bunker- of bevoorradingsschip betreft, dat moet bij- of afdraaien ter voorkoming van schade.
4. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing of vrijstelling verlenen.
Artikel 2.11 Overlast aan schepen
Tenzij bij of krachtens deze verordening anders bepaald is het anderen dan de eigenaar of gezagvoerder van een schip niet toegestaan, zonder goedkeuring van de eigenaar of gezagvoerder dat schip vast te houden, zich daarop te begeven, zich daarop te bevinden of los te maken.
Artikel 2.12 Melding bedrijfsstoring, gebrek of schade
1.Bedrijfsstoringen, gebreken of schades aan of aan boord van een schip die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken aan het schip of de omgeving, worden direct aan de havenmeester gemeld.
2.De melding bedoeld in het eerste lid vindt plaats per telefoon, per marifoon op het daarvoor bestemde kanaal, per e-mail of per fax.
Artikel 2.13 Maatregelen bij ijsgang of dichtgevroren water
Bij ijsgang of dichtgevroren water in de haven is de gezagvoerder verplicht, als hij met zijn schip een wachtplaats of ligplaats wenst in te nemen of te verlaten, dan wel een aanwijzing als bedoeld in artikel 2.15 daartoe ontvangt, voor zijn rekening en risico zo nodig het ijs te breken of een sleepboot te gebruiken.
Artikel 2.14 Aanwijzen gebieden
Het college kan gebieden aanwijzen waar schepen zich alleen mogen bevinden onder de door het college nader te bepalen voorwaarden, bedoeld in artikel 1.11.
§ 3 Veiligheid en bescherming milieu in en in de omgeving van de haven
Artikel 3.1 Verontreiniging van lucht; stank, hinder of risico veroorzakende stoffen
1.Het is verboden stoffen uit een schip te laten ontsnappen, waardoor gevaar, schade of hinder ontstaat of kan ontstaan.
2.Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 3.2 Gebruik afvalverbrandingsoven
Het is eenieder verboden aan boord van een schip een afvalverbrandingsoven in gebruik te hebben.
Artikel 3.3 Melding en verwijdering van te water geraakte stoffen of voorwerpen
Degene door wiens toedoen een voorwerp of stof vrijkomt of in het water terechtkomt, waardoor gevaar, schade of hinder wordt of kan worden veroorzaakt, draagt ervoor zorg dat:
1.De gezagvoerder, eigenaar, gebruiker of beheerder van een afgemeerd schip is verplicht er voor te zorgen dat het schip op veilige wijze kan worden bereikt, betreden en verlaten en geen schade kan veroorzaken.
Artikel 3.5 Deugdelijk aanmeren
Artikel 3.6 Gebruik van ankers
1.Het is verboden een anker te gebruiken, tenzij dit geschiedt door een drijvende kraan, waarbij zeker is gesteld dat gebruik van een anker geen schade toebrengt aan de in de onderwaterbodem aangebrachte leidingen, kabels, duikers of oever- of kadeverdedigingswerken en het voornemen daartoe overeenkomstig het tweede lid aan de havenmeester is gemeld.
2.De melding bedoeld in het eerste lid vindt plaats per telefoon, per marifoon op het daarvoor bestemde kanaal, per fax of per e-mail.
3.Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing of vrijstelling verlenen.
Artikel 3.7 Gebruik van spudpalen
1.Het is verboden een spudpaal te gebruiken, tenzij dit geschiedt in overeenstemming met ter plaatse aangebrachte verkeerstekens en nadere aanduidingen als bedoeld in artikel 2.1.
2.Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing of vrijstelling verlenen.
Artikel 3.8 Verrichten van werkzaamheden
1.Het is eenieder verboden om aan, buitenboord of onder een schip of aan een voorwerp aan boord van een schip werkzaamheden te verrichten of doen verrichten, die verband houden met de bedrijfsgereedheid, de aanpassing, het herstel of de verbetering van het schip of het voorwerp, tenzij:
a.het schip wachtplaats heeft op of bij een scheepswerf of herstellingsinrichting waarvoor een vergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend; of
b.per scheepsbezoek aan de haven de te verrichten werkzaamheden ten hoogste drie dagen in beslag nemen en er door de werkzaamheden geen gevaar, schade of hinder kan ontstaan, en:
1°. als de werkzaamheden plaatsvinden op een tankschip of aan of in een brandstoftank van een schip, er voor de reparatiewerkzaamheden door een gasdeskundige als bedoeld in artikel 4.1 van de Arbeidsomstandighedenregeling een Veiligheids- en Gezondheidsverklaring is afgegeven voor de uit te voeren werkzaamheden;
2°. dat doelmatige brandblusmiddelen en personen die met het gebruik van die middelen bekend zijn beschikbaar zijn; en
3°. de werkzaamheden plaatsvinden op ten minste 25 meter van gevaarlijke stoffen of brandbaar materiaal.
2.Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.
Artikel 3.9 Ontsmetten van schepen
1.Het is verboden een schip of de lading te ontsmetten door het te behandelen met gassen of stoffen die gassen afstaan.
2.In afwijking van het eerste lid is het verboden een schip, geladen met losgestorte bulklading in vaste vorm die is behandeld met gassen of stoffen die gassen afstaan, te ontsmetten, tenzij dit wordt gedaan door een gasmeetdeskundige die in het bezit is van een bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 71, tweede en vierde lid, van de Wet gewasbescherming en biociden, en voor het schip een verklaring is afgegeven dat het schip en de lading voldoende vrij zijn van gassen of stoffen.
3.Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen.
1.De havenmeester kan mondeling of schriftelijk aanwijzingen geven in het belang van de orde en veiligheid in de haven.
2.Degene tot wie een aanwijzing is gericht, is gehouden de aanwijzing onmiddellijk op te volgen.
Artikel 4.2 Betreden van woonruimten
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. In artikel 5:15 Awb, is bepaald dat een toezichthouder een woning niet mag betreden als de bewoner daar geen toestemming voor geeft. De bevoegdheid tot het binnentreden is gestoeld op artikel 149a van de Gemeentewet. Van de bevoegdheid kan in principe alleen gebruik worden gemaakt als een machtiging op grond van de Algemene wet op het binnentreden is afgegeven. Opgemerkt wordt dat onder het begrip "woning" tevens een woning aan boord van een schip moet worden verstaan
§ 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
De vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen, verleend voor de op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening in de haven aanwezige werken of inrichtingen en voor zover in strijd met deze verordening, kunnen zonder instemming van de belanghebbende gedurende een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening niet worden gewijzigd of ingetrokken.
Artikel 5.3 Inwerkingtreding en citeertitel
1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
2.Deze verordening wordt aangehaald als: Havenbeheersverordening Gemeente Oss 2017.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 26 januari 2017.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-24198.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.