MANDAATBESLUIT AANLIJN- EN MUILKORFGEBOD

De burgemeester,

Overwegende dat:

• artikel 2:59, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Den Haag (hierna: de APV) de bevoegdheid bevat tot het opleggen van aanlijn- en/of muilkorfgebod als een dergelijk gebod in verband met het gedrag van een hond noodzakelijk is;

• bijtincidenten met honden die bij de politie Eenheid Den Haag binnenkomen, worden doorgeleid naar het Team surveillancehonden. Daarop wordt er door één van de hondengeleiders een onderzoek gedaan. Op basis van de inschatting van de geleider wordt bepaald of er sprake is van een gevaarlijke hond zoals bedoeld in de verordening. In die gevallen besluit de politiechef Eenheid Den Haag namens het bevoegd gezag tot een aanlijn- en/of muilkorfgebod;

• De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) haar Model-APV op dit onderwerp heeft gewijzigd door deze bevoegdheid niet langer bij het college maar bij de burgemeester te beleggen. De reden voor deze wijziging is dat incidenten die leiden tot een aanlijn- en/of muilkorfgebod vaak een sterk openbare orde-karakter hebben en vragen om snel handelen;

• De Haagse APV per 11 oktober 2016 conform de Model-APV is gewijzigd (RIS 294912).

Besluit:

• I. de politiechef Eenheid Den Haag mandaat te verlenen tot het opleggen van aanlijn- en/of muilkorfgebod als bedoeld in artikel 2:59, eerste lid van de APV.

• II. dat de gemandateerde het mandaat door middel van een ondermandaat mede kan verlenen aan door hem aan te wijzen andere personen die aan hem ondergeschikt zijn.

• III. Dat dit besluit de dag na bekendmaking in werking treedt.

Den Haag, 3 februari 2017

J.J. van Aartsen