Gemeenteblad van Doetinchem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Doetinchem | Gemeenteblad 2017, 234695 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Doetinchem | Gemeenteblad 2017, 234695 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem houdende Beleidsregels Bijzondere Bijstand
Wanneer een inwoner voor deze bijzondere kosten geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening dan kan de gemeente bijzondere bijstand verstrekken. Hierbij moet worden vastgesteld of de uitgaven noodzakelijk zijn, daadwerkelijk gemaakt zijn en voortkomen uit bijzondere omstandigheden. Bij het beoordelen van een aanvraag voor bijzondere bijstand levert de gemeente maatwerk. Dit betekent dat de gemeente die voorziening biedt die past bij de hulpvraag van de belanghebbende. Hierbij wordt rekening gehouden met de hele situatie waarin de belanghebbende zich bevindt en wordt ingeschat wat er op dat moment nodig is. Hierbij worden de wettelijke kaders gehanteerd en wordt willekeur voorkomen.
Via de bijzondere bijstand worden vanaf 2015 geen medische kosten meer vergoed. Alle medische kosten hebben een plek gekregen binnen de “Compensatie zorgkosten”.
Voor noodzakelijke medische kosten die niet te verzekeren zijn kan gezocht worden naar Maatwerk. Dit maatwerk wordt geleverd vanuit een integrale visie.
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het Burgerlijk Wetboek (BW) en de Wet op de huurtoeslag.
Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:
de alleenstaande of het gezin die in aanmerking wenst te komen voor bijzondere bijstand;
100% van de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm;
de op grond van paragraaf 3.2 van de Participatiewet op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, verminderd met de op grond van paragraaf 3.3 van de Participatiewet vastgestelde verlaging. In afwijking van de Participatiewet is de kostendelersnorm (artikel 22a van de Participatiewet) niet van toepassing;
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem
het gedeelte van het inkomen en/of vermogen dat aangewend dient te worden voor financiering van de bijzondere kosten;
de periode waarover de draagkracht van een belanghebbende wordt vastgesteld;
goederen behorend tot de gebruikelijke huisraad, met uitzondering van vervoermiddelen;
het inkomen volgens artikel 32 van de Participatiewet. De middelen als bedoeld in artikel 31 lid 2 en artikel 33 lid 5 van de Participatiewet worden niet tot het inkomen van belanghebbende gerekend;
het inkomen boven het minimuminkomen;
110 % van de voor belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm;
het in aanmerking te nemen vermogen volgens artikel 34 van de Participatiewet;
Wanneer er in de beleidsregels wordt gesproken over bewindvoering wordt hiermee beschermingsbewind bedoeld. Dezelfde regels gelden ook bij Mentor en curatorschap.
de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, minus het verschil tussen de hypotheekrente-aftrek en het eigenwoningforfait per maand;
de op de aanvangsdatum van het lopende huurtoeslagtijdvak per maand geldende huurprijs als omschreven in de Wet op de huurtoeslag.
Artikel 3. Bijzondere bijstand en de regeling Compensatie zorgkosten
Alle medische kosten zijn onder gebracht bij het onderdeel Compensatieregelingen zorgkosten. Dit geldt voor de GarantVerzorgd verzekering, de compensatie eigen risico (CER), de Compensatieregeling Meerkosten Chronisch zieken/gehandicapten en de maatwerkvoorziening. De vragen rondom zorgkosten worden via deze regelingen behandeld. De beleidsregels, zoals deze bij bijzondere bijstand worden gehanteerd, gelden ook voor deze regeling
Het verstrekken van bijzondere bijstand is maatwerk. Het college houdt rekening met de individuele omstandigheden van de aanvrager bij het bepalen van het recht op en de hoogte van bijzondere bijstand. Voor het verlenen van bijzondere bijstand zijn beleidsregels opgesteld. Beleidsregels geven aan hoe in zijn algemeenheid met de bevoegdheid omgegaan wordt. Een beleidsregel is dan ook sterk richtinggevend maar niet alles bepalend. In uitzonderingsgevallen kan afgeweken worden van de beleidsregels. Als door bijzondere omstandigheden de gevolgen voor aanvrager onevenredig zwaar zijn, moet in afwijking van het geldende beleid besloten worden (artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht).
Artikel 4.1 vaststellen bijzondere bijstand
Het gaat bij de verstrekking van bijzondere bijstand om bijstand die wordt verstrekt indien bijzondere omstandigheden in het individuele geval leiden tot noodzakelijke kosten van het bestaan, waarin het inkomen niet voorziet, die niet gedekt worden door een voorliggende voorziening en die niet uit de draagkracht kunnen worden voldaan. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
Artikel 4.2 Voorliggende voorziening
Bij de beoordeling van een aanvraag is van belang of er een voorliggende voorziening aanwezig is die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn (artikel 15 participatiewet).
Let wel, het gaat er hierbij niet om of de belanghebbende daadwerkelijk gebruik maakt van deze voorziening. Het gaat om de aanwezigheid daarvan en of de belanghebbende daar een beroep op kan of had kunnen doen. Het standpunt is, dat de belanghebbende (redelijkerwijs) van deze voorziening gebruik had kunnen maken.
Directe voorliggende voorziening
Hiermee worden voorzieningen bedoeld, die specifiek voor de gevraagde kosten aanwezig zijn. Voorbeelden zijn:
Een lening bij de Kredietbank Nederland geldt ook als een voorliggende voorziening. Dit leidt ertoe, dat bij een aanvraag voor bijzondere bijstand eerst moet worden onderzocht of de belanghebbende voor een dergelijke lening in aanmerking kan komen. In de praktijk betekent dit, dat de belanghebbende eerst een kredietgesprek krijgt via het BvFO
Artikel 4.3 Moment van aanvragen
Bijzondere bijstand moet worden aangevraagd voordat de kosten zijn gemaakt. Voor kosten die voor de melding en aanvraag zijn gemaakt, wordt geen bijzondere bijstand verstrekt. Er zijn uitzonderlijke situaties, waarom iemand zich niet op tijd heeft kunnen melden.
Het moment waarop de kosten worden gemaakt, is niet de datum van de factuur, maar de periode waarin de kosten zijn opgekomen. Er zijn uitzonderlijke situaties waarin wij afwijken van deze regel:
De aanvraag bijzondere bijstand moet binnen 1 maand na het opkomen van de kosten worden ingediend. Hierbij gaan wij uit van de datum van ontvangst van de aanvraag.Dit betekent concreet binnen 1 maand na de datum van de beschikking van de rechtbank. Wanneer de termijn van indiening eindigt in bijvoorbeeld het weekend of op een feestdag, dan geldt de eerstvolgende werkdag als einde van de termijn op grond van de bepalingen in de Algemene termijnenwet.
Voor de griffiekosten in verband met het aanvragen van bewindvoering wordt de datum van de factuur van de rechtbank als datum van het opkomen van de kosten aangehouden.
Wat is de ingangsdatum van de periodieke bijstand wanneer de aanvraag tijdig is ingediend?
Voorbeeld: bij beschikking van 22 november is het bewind uitgesproken. De aanvraag voor de kosten van bewindvoering is op 20 december ingediend. De ingangsdatum van de bijstand is 16 november. |
Wat is de ingangsdatum van de periodieke bijzondere bijstand voor bewindvoeringskosten wanneer de aanvraag niet tijdig is ingediend?
Wanneer een aanvraag voor de periodieke bijzondere bijstand voor bewindvoeringskosten niet tijdig is ingediend, gaat de bijzondere bijstand in op de 1e van de maand waarin de aanvraag is ingediend.
Wat is de ingangsdatum van de bijzondere bijstand bij al lopende kosten voor bewindvoering ?
Het kan voorkomen dat er al eerder een beschikking is afgegeven door de rechtbank, maar er nog niet eerder bijzondere bijstand voor deze kosten is aangevraagd, bijvoorbeeld omdat de klant is verhuisd of het vermogen te hoog was.
De bijzondere bijstand gaat dan in op de 1e dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend.
De bijzondere bijstand is een vangnet, bedoeld voor inwoners die het echt nodig hebben. Of iemand het echt nodig heeft, is ook afhankelijk van het inkomen dat iemand krijgt of het vermogen dat iemand heeft. In hoofdstuk 1 zijn de begrippen meerinkomen en vermogen uitgelegd.
Wij vinden dat iemand zelf (een gedeelte) van de kosten kan betalen als het inkomen van het huishouden hoger is dan de bijstandsnorm die voor dat huishouden geldt of wanneer de kosten uit het aanwezige vermogen betaald kunnen worden
Artikel 4.5. Draagkracht uit vermogen
Als iemand een saldo op zijn bankrekening heeft dat hoger is dan de kosten die voor bijzondere bijstand in aanmerking komen, betekent dat niet dat er geen recht op bijzondere bijstand bestaat. Iedereen heeft een saldo nodig op de lopende rekening om in de kosten van levensonderhoud te kunnen voorzien. De huur moet immers betaald worden en er moeten boodschappen worden gedaan. Daarom houden wij bij de beoordeling van de draagkracht rekening met een vrij te laten vermogen.
Wanneer er sprake is van een aanvraag waarvoor de kosten die voor bijzondere bijstandsverlening in aanmerking komen lager zijn dan € 350,-, houden we alleen rekening met het vermogen waarover iemand direct kan beschikken (hiermee bedoelen wij het geld op de bank/spaarrekening).
Als de kosten hoger zijn dan € 350,- houden we rekening met alle vermogensbestanddelen, zoals hieronder beschreven:
Artikel 4.6. Draagkracht uit inkomen
Bijzondere bijstand is er niet alleen voor inwoners met een bijstandsuitkering. Ook inwoners met een ander inkomen of met een inkomen boven bijstandsniveau kunnen in aanmerking komen voor de bijzondere bijstand.
Wanneer inwoners een inkomen hebben boven de bijstandsnorm die voor hun geldt, berekenen we de draagkracht. De draagkracht is bij een :
Meerinkomen tussen de 100 % en 120 % : 10 % van het meerinkomen
Meerinkomen tussen de 130 % en 150 % : 50 % van het meerinkomen
In geval van beslag of wanneer de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) van toepassing is, geldt dat de belanghebbende op grond van een gerechtelijke uitspraak niet daadwerkelijk de beschikking heeft over een deel van het inkomen, zodat dat deel niet als inkomen kan worden gezien. Voor de draagkracht geldt dan het inkomen dat overblijft (in de regel 90% van zijn bijstandsnorm).
In geval van een schuldregeling bij het BvFO of een erkende (NVVK) schuldregelaar geldt, dat er al wel een reservering wordt ingehouden op het inkomen, vooruitlopend op een nog te realiseren akkoord of wanneer er al een regeling van kracht is. Omdat dit via een schuldregelaar gaat, mag ervan uit worden gegaan dat zijn volledige aflossingscapaciteit wordt benut en voor zijn draagkracht dus moet worden uitgegaan van het inkomen dat men overhoudt.
Artikel 4.9. De duur van de bijzondere bijstand
Bijzondere bijstand wordt verstrekt voor éénmalige kosten, de zogenaamde incidentele bijstand, maar ook voor periodieke kosten. Daarvoor wordt dan periodieke bijzondere bijstand toegekend. De periodieke bijzondere bijstand wordt in Doetinchem toegekend voor een periode van maximaal één jaar. In een jaar kan er veel veranderen, bijvoorbeeld de hoogte van het inkomen of het vermogen of bijvoorbeeld door verhuizing. Die veranderingen hebben gevolgen voor de toegekende bijzondere bijstand.
De bijzondere bijstand voor bewindvoering wordt toegekend zonder einddatum, maar hier vindt ieder jaar een hercontrole plaats. Hierin wordt beoordeeld of het recht nog bestaat.
Artikel 4.10. Vormen van de bijzondere bijstand
Bijzondere bijstand kan om niet worden verstrekt, in de vorm van een geldlening of borgtocht, of in natura. In beginsel behoort bijzondere bijstand om niet te worden verstrekt.
5. Enkele kostensoorten beschreven Artikel 5.1 Kosten woninginrichting
In beginsel zijn de kosten voor woninginrichting voor degene die voor het eerst zelfstandig gaan wonen algemene kosten van bestaan en dient hiervoor te worden gereserveerd of te worden geleend.
Er zijn bijzondere situaties denkbaar waarvoor bijzondere bijstand om niet wordt verstrekt, bijvoorbeeld:
Hoogte bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting:
Bij het verstrekken van bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting worden de normen van het Nibud als richtlijn genomen. De hoogte van de bijzondere bijstand is maximaal 70% van de kostprijs die het Nibud rekent.
Een kamerbewoner heeft minder woninginrichting nodig dan iemand met een zelfstandige woonruimte. Voor kamerbewoning hanteren we een maximaal bedrag van 35% de alleenstaande Nibudnorm.
Verantwoordingsplicht woninginrichting:
Door bepaalde veranderingen kan het zijn dat een inwoner zijn woonkosten niet kan betalen. Bijvoorbeeld door een plotselinge daling van het inkomen of door een echtscheiding. Er moet dan worden gezocht naar een woning die past bij het inkomen. Dit kost vaak tijd en in die tijd moeten wel de woonkosten betaald worden.
In uitzonderlijke situaties ondersteunt de gemeente met bijzondere bijstand voor de kosten van de huur of voor de kosten van de eigen woning.
In de periode dat wij belanghebbende ondersteunen met bijzondere bijstand verwachten wij wel wat terug; een inspanningsverplichting. Wij verplichten inwoners er alles aan te doen de eigen woning te verkopen en huisvesting te vinden die past bij hun financiële situatie. Hierbij moet gedacht worden aan:
Voorwaarden voor bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-234695.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.