Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem houdende regels omtrent schulddienstverlening Beleidsregels Schulddienstverlening 2018-2022

 

1. Uitleg begrippen

In de beleidsregels worden veel begrippen genoemd. Voor een goede en eenzelfde uitleg van de begrippen wordt in dit artikel de definitie gegeven van de begrippen.

 

Gemeente Doetinchem

Het college van burgemeester en wethouders is het bestuur van de gemeente Doetinchem. De gemeenteraad houdt toezicht op de uitvoering door de gemeente. Het team financiële ondersteuning van de gemeente Doetinchem voert de werkzaamheden uit op het gebied van inkomensondersteuning en schulddienstverlening.

 

BvFO

Bureau voor Financiële ondersteuning. Het BvFO geeft uitvoering aan de schulddienstverlening voor gemeente Doetinchem.

 

Schulddienstverlening

het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg

 

Beschermingsbewind

Een onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen als bedoeld in artikel 1:431 e.v. van het Burgerlijk Wetboek;

 

Inwoner

Iemand die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Doetinchem is ingeschreven.

 

Cliënt

Inwoner die zich bij het BvFO heeft gemeld voor ondersteuning bij zijn financiële problemen.

 

Beleidsplan

Op 6 juni 2017 heeft de gemeenteraad van Doetinchem het beleidsplan Schulddienstverlening 2018 – 2022 vastgesteld. In het beleidsplan is het beleidskader beschreven en is als volgt opgebouwd:

 

  • de ontwikkelingen, die om aanpassing van het beleidskader vragen

  • de uitgangspunten van de schulddienstverlening

  • het aanbod van diensten en ondersteuning binnen de schulddienstverlening

  • de beoogde resultaten van de schulddienstverlening

  • beschrijving op welke manier de kwaliteit wordt geborgd

  • beschrijving van het financiële kader

  • het (door)ontwikkeltraject

     

Schulddienstverlening

 

Preventie:

2: Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening

Alle inwoners van de gemeente Doetinchem van 18 jaar en ouder, kunnen zich voor schuldhulpverlening tot het bestuur wenden. We hanteren vooraf geen andere uitsluitgronden.

 

Recidive:

Het aanbod van schulddienstverlening is in principe éénmalig. In de praktijk komt het helaas nog met regelmaat voor dat de schuldenaar om uiteenlopende redenen voortijdig, voordat het traject succesvol is doorlopen afhaakt. alleen bij gewijzigde omstandigheden kan er over worden gegaan tot een 2de kans. Klanten die na een eerder aanbod van schulddienstverlening willen werken aan de financiële problemen en daarin ondersteuning nodig hebben kunnen die ondersteuning onder voorwaarden wel krijgen. De klant, of een betrokken ketenpartner moet dan kunnen aantonen dat nu wel aan de voorwaarden voor schulddienstverlening kan worden voldaan (2e kans beleid). Hiervan is bijvoorbeeld sprake als bij een meervoudige probleem situatie een regievoerder is aangewezen voor de ketensamenwerking, waardoor er nu wel kans bestaat op een goed resultaat. Daarmee kan toch de ondersteuning worden geboden die nodig is om verdere escalatie van de financiële problemen te voorkomen. Als de klant (of betrokken ketenpartner) niet aantoont dat de klant zich nu wel aan de voorwaarden kan houden, wordt geen ondersteuning geboden vanuit de schulddienstverlening.

3: Aanbod:

De start van het aanbod binnen schulddienstverlening begint bij het intakegesprek en na ondertekening van het aanmeldformulier. Tijdens de intake wordt het gesprek gevoerd naar aanleiding van het gesprekverslag dat is aangeleverd door de Buurtcoach. Het gesprekverslag zorgt voor een breed beeld van de situatie van de klant. Dit beeld is de onderlegger van de integrale aanpak. Tijdens het intakegesprek wordt verder de financiële problematiek van de klant uitgevraagd en wordt er een beeld geschetst van de financiële zelfredzaamheid. Deze werkwijze leidt uiteindelijk tot een aanbod dat op maatwerk is gericht. Het aanbod binnen schulddienstverlening wordt vastgelegd in het plan van aanpak. De Buurtcoach blijft een regierol vervullen op alle domeinen en blijft naast de klant ook een aanspreekpunt voor de consulenten van het BvFO.

 

Het BvFO geeft naar aanleiding van iedere intake een schriftelijke beschikking af waarin wordt aangegeven welke traject wordt ingezet. Wanneer er geen aanbod volgt wordt er schriftelijk een afwijsbeschikking verzonden.

4: Verplichtingen

De ondersteuning van uit de schulddienstverlening is niet vrijblijvend. De gemeente kan de klant ondersteunen om te komen tot het gewenste resultaat, maar de klant moet zich dan wel aan de verplichtingen houden. In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) zijn de verplichtingen die voor de klant gelden opgenomen; de inlichtingenplicht, identificatieplicht en medewerkingsplicht .

4.1 Inlichtingenplicht

De inlichtingenplicht heeft tot doel dat alle inlichtingen die nodig zijn voor de schulddienstverlening bekend zijn. Pas dan kan een goede beoordeling worden gemaakt van de situatie en kan beoordeeld worden of er schulddienstverlening kan worden geboden. Meestal vraagt de gemeente de klant om inlichtingen. Maar de klant moet ook op eigen initiatief inlichtingen verstrekken als de inlichtingen nodig zijn voor de schulddienstverlening (bijvoorbeeld bij een verhuizing, of een ander inkomen). De inlichtingenplicht geldt voor de schulddienstverlening gedurende het gehele traject (van melding tot nazorg).

 

Om de juistheid en volledigheid van de inlichtingen aan te tonen moeten er bewijsstukken worden ingeleverd. Het niet, onvolledig, of niet tijdig overleggen van (gevraagde) bewijsstukken wordt aangemerkt als het niet nakomen van de inlichtingenplicht.

4.2 Identificatieplicht

Als een klant zich meldt voor schulddienstverlening, moet de klant zich legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. De persoonsgegevens, waaronder bijvoorbeeld nationaliteit en geboortedatum zijn nodig voor de beoordeling. Met de volgende legitimatiebewijzen kan de klant zich legitimeren:

  • -

    Paspoort;

  • -

    Europese identiteitskaart;

  • -

    Vreemdelingendocument van het type I, II, III, IV of EU/EER;

  • -

    Verblijfskaart Ministerie van Buitenlandse Zaken;

  • -

    Buitenlands paspoort;

  • -

    Vreemdelingendocument van het type W

     

Een rijbewijs is geen geldig legitimatiebewijs, omdat de vermelding van de nationaliteit op een rijbewijs ontbreekt.

4.3 Medewerkingsplicht

Om tot het gewenste resultaat te komen is het een voorwaarde dat de klant meewerkt aan de spelregels die gelden. De spelregels om mee te werken kunnen per klant verschillend zijn en worden opgenomen in het plan van aanpak of schuldregelingsovereenkomst. De medewerking van de klant kan bestaan uit onder andere:

  • a)

    het verlenen van toestemming om de voor de schulddienstverlening van belang zijnde informatie in te winnen bij, en te verstrekken aan derden;

  • b)

    het volledig meewerken aan het onderzoek naar de mogelijkheden van schulddienstverlening

  • c)

    het tijdig verschijnen op een afspraak in het kader van de schulddienstverlening;

  • d)

    het zich tot het uiterste inspannen om betaald werk te behouden of (fulltime) betaald werk te verkrijgen;

  • e)

    het treffen van maatregelen om de afloscapaciteit te verhogen, waaronder een beroep doen op inkomensverhogende regelingen, het vragen van kostgeld aan inwonende kinderen en het verkopen van niet noodzakelijke bezittingen;

  • f)

    geen nieuwe financiële verplichtingen aangaan;

  • g)

    geen nieuwe schulden meer maken

  • h)

    de vaste lasten op tijd betalen

  • i)

    het stipt nakomen van de overeengekomen aflossingsverplichtingen;

  • j)

    het zich houden aan de nadere verplichtingen uit het plan van aanpak;

  • k)

    Sollicitatieverplichting

     

Niet of onvoldoende nakomen van de verplichtingen

Als een klant zich niet of onvoldoende aan de verplichtingen houdt, heeft dat gevolgen. Met een hersteltermijn krijgt de klant eenmaal de mogelijkheid de verplichtingen alsnog na te komen. Worden de verplichtingen nog niet of onvoldoende nagekomen, dan kan de vraag om ondersteuning buiten behandeling worden gelaten, worden afgewezen, of het aanbod worden beëindigd.

5. Reden voor beëindiging

Er wordt een aanbod gedaan voor schulddienstverlening om de klant te ondersteunen bij zijn financiële problemen en te komen tot resultaat. Als het aanbod voor schulddienstverlening succesvol is afgerond wordt de schulddienstverlening beëindigd. Het gewenste resultaat is dan behaald. Maar er kunnen redenen zijn waarom het resultaat niet wordt gehaald en de schulddienstverlening wordt beëindigd:

  • a.

    Niet langer behoren tot de doelgroep

De doelgroep is beschreven in artikel 2 van de beleidsregels. Als de klant niet meer behoort tot de doelgroep, dan wordt de schulddienstverlening beëindigd. Een verhuizing naar een andere gemeente is daar een voorbeeld van.

 

  • b.

    Niet of onvoldoende nakomen van de verplichtingen

Als de klant de verplichtingen uit artikel 4 van de beleidsregels niet of onvoldoende nakomt, kan de schulddienstverlening worden beëindigd.

 

  • c.

    Misdraging van de klant ten opzichte van de medewerkers van de gemeente

Als een klant zich misdraagt tegen medewerkers die de klant ondersteuning bieden bij zijn financiële problemen dan wordt de schulddienstverlening beëindigd. Van misdraging is in ieder geval sprake bij agressie.

 

  • d.

    Niet de volledige afloscapaciteit inzetten voor aflossing van de schuld

Bij het aanbod voor schulddienstverlening wordt de (maandelijkse) aflossingscapaciteit berekend. De volledige afloscapaciteit moet worden ingezet voor aflossing van de schulden. Wil de klant dat niet, dan wordt de schulddienstverlening beëindigd.

 

  • e.

    De klant is voldoende zelfredzaam

Als tijdens het aanbod van de schulddienstverlening blijkt dat de klant zelf in staat is om te werken aan zijn financiële probleem wordt de schulddienstverlening beëindigd. Ook als de klant met ondersteuning uit zijn netwerk voldoende in staat is om te werken aan zijn financiële problemen wordt de schulddienstverlening beëindigd.

 

  • f.

    Het aanbod sluit niet meer aan bij de persoonlijke omstandigheden

Het aanbod voor schulddienstverlening is maatwerk. In artikel 3 van deze beleidsregels is beschreven dat de motivatie, vaardigheden en het schuldenpakket van de klant bepalend zijn voor het aanbod. Als er wijzigingen zijn in de persoonlijke omstandigheden die gevolgen hebben op de motivatie, vaardigheden en het schuldenpakket kan de schulddienstverlening worden beëindigd.

 

  • g.

    Het aanbod voor schulddienstverlening is op grond van onjuiste gegevens gedaan

Bij de beoordeling of iemand een aanbod krijgt voor schulddienstverlening worden veel gegevens gebruikt. Als blijkt dat de gegevens waarop het aanbod is gedaan niet juist zijn en dat op grond van de juiste gegevens geen of een ander aanbod wordt gedaan wordt de schulddienstverlening beëindigd.

 

  • h.

    Op verzoek van de klant

De klant kan zelf vragen om de schulddienstverlening voor hem te beëindigen. Het verzoek moet schriftelijk worden gedaan door de klant en door hem zijn ondertekend.

6. Hardheidsclausule

In deze beleidsregels zijn de spelregels beschreven die worden gebruikt voor de schulddienstverlening. Bij het aanbod voor schulddienstverlening wordt rekening gehouden met de persoonlijk omstandigheden van de klant. Daarmee wordt maatwerk geboden aan de klant. Het kan voorkomen dat er afgeweken moet worden van deze beleidsregels omdat er anders sprake is van onredelijkheid of onbillijkheid. De hardheidsclausule biedt die mogelijkheid voor uitzonderingssituaties. Daarmee kan bij uitzonderingen in het voordeel van de klant worden afgeweken van de beleidsregels. Toepassing van de hardheidsclausule moet altijd zorgvuldig afgewogen en gemotiveerd worden. In situaties waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

7. Inwerkingtreding

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    Deze beleidsregels wordt aangehaald als: beleidsregels Schulddienstverlening 2018-2022

  • 3.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2018.

Naar boven