3e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2013

De raad van de gemeente Gemert-Bakel,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2017;

 

gelet op de Gemeentewet, 149 en Wet op de Kansspelen en Wet Economische delicten;

Besluit

 

vast te stellen de

 

3e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2013

Artikel I

De Algemene Plaatselijk Verordening 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

In de naam van de regeling vervalt: 2013.

 

B.

 

In de gehele tekst van de regeling wordt “indien” vervangen door: als.

 

C.

 

In artikel 1:1 worden de liggende streepjes vervangen door: a tot met h.

 

D.

 

In het derde lid van artikel 1:2 vervalt: of een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 of artikel 4:11 en wordt achter het laatste woord van de ontstane zin de komma vervangen door een punt.

 

E.

 

Artikel 1:3 vervalt.

 

F.

 

Artikel 1:6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de aanhef en onder b wordt “bescherming waarvan de ontheffing” vervangen door: bescherming waarvan de vergunning.

  • 2.

    In de aanhef en onder d wordt “binnen een daarin gestelde termijn” vervangen door: binnen of gedurende een daarin gestelde termijn.

G.

 

Artikel 1:7 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Voor de tekst wordt toegevoegd: 1.

  • 2.

    Na het eerste lid wordt een nieuw lid toegevoegd dat als volgt luidt:

    • 2.

      De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd als het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.

H.

 

In artikel 2:3, tweede lid aanhef en onder d en e, wordt “voorzover” vervangen door: voor zover

 

I.

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, aanhef en onder a, wordt “danwel” vervangen door: dan wel.

  • 2.

    In het tweede lid wordt achter het woord “voetpaden” een punt geplaatst.

  • 3.

    In het vijfde lid wordt “Het bevoegd gezag kan” vervangen door: In afwijking van het vierde lid kan het bevoegd gezag.

  • 4.

    In het vijfde lid wordt “of onder k” vervangen door: of k.

J.

 

Artikel 2:12 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, aanhef en onder a, wordt “tevoren melding” vervangen door: tevoren schriftelijk melding.

  • 2.

    Onder vernummering van de leden 2 tot en met 4 tot 3 tot en met 5 wordt na het eerste lid een nieuw tweede lid ingevoegd, dat als volgt luidt:

    • 2.

      Van de melding wordt kennis gegeven op de in de gemeente gebruikelijke wijze van bekendmaking.

K.

 

Artikel 2:25 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onder vernummering van het vierde lid tot 5 wordt een nieuw vierde lid ingevoegd, dat luid als volgt:

    • 4.

      Tenzij afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht op de voorbereiding van een besluit op de aanvraag voor een vergunning van toepassing is verklaard, besluit de burgemeester op de aanvraag voor een vergunning, in afwijking van de in artikel 1:2, eerste lid, genoemde beslistermijn, binnen dertien weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is. In afwijking van artikel 1:2, tweede lid, kan de burgemeester deze termijn voor ten hoogste dertien weken verlengen.

  • 2.

    In het vernummerde vijfde lid wordt “ontheffing” vervangen door: vergunning.

L.

 

Artikel 2:27 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, aanhef en onder a, onderdeel ii vervalt: of rookwaren en wordt achter “consumptie” ingevoegd: ter plaatse.

  • 2.

    Het tweede lid komt als volgt te luiden:

    • 2.

      Onder openbare inrichting wordt mede verstaan een terras.

Na artikel 2:27 worden drie artikelen ingevoegd, die luiden als volgt:

Artikel 2:28a Exploitatie openbare inrichting

  • 1.

    Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

  • 2.

    Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting die zich bevindt in

    • a.

      een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit;

    • b.

      een zorginstelling;

    • c.

      een museum.

  • 3.

    De burgemeester verleent ambtshalve vrijstelling van het verbod genoemd in het eerste lid aan:

    • a.

      de openbare inrichtingen die op het moment van inwerkingtreding van deze bepaling in de gemeente zijn gevestigd en waarvan de exploitant in het bezit is van een geldige vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet of op dat moment een aanvraag voor een dergelijke vergunning heeft ingediend;

    • b.

      andere openbare inrichtingen die op het moment van inwerkingtreding van deze bepaling in de gemeente zijn gevestigd.

  • 4.

    De burgemeester trekt de vrijstelling in:

    • a.

      van openbare inrichtingen waarvan de exploitant in het bezit is van een geldige vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet en zich na de inwerkingtreding van deze bepaling een incident gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en -handel voordoet in of bij de inrichting, of

    • b.

      van andere openbare inrichtingen dan bedoeld onder a. als zich na de inwerkingtreding van deze bepaling een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 28c, tweede lid.

  • 5.

    De vrijstelling vervalt zodra de exploitant van de openbare inrichting aan welke de vrijstelling is verleend wijzigt.

  • 6.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de vergunning bedoeld in het eerste lid en op de vrijstelling bedoeld in het derde lid.

Artikel 2:28b Aanvraag exploitatievergunning

  • 1.

    Een aanvraag voor het verkrijgen van vergunning ingevolge de Drank- en Horecawet wordt tevens beschouwd als een aanvraag voor een exploitatievergunning.

  • 2.

    In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet voor het verkrijgen van een exploitatievergunning een aanvraag bij de burgemeester worden ingediend op de door de burgemeester bepaalde wijze.

  • 3.

    Bij de aanvraag moet voor iedere leidinggevende een verklaring omtrent het gedrag worden overgelegd, die niet later is afgegeven dan drie maanden vóór de datum van indiening van de aanvraag.

  • 4.

    Onder leidinggevende wordt verstaan: de leidinggevende als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet met dien verstande dat onder horecabedrijf een openbare inrichting wordt verstaan.

Artikel 2:28c Weigeringsgronden

  • 1.

    De burgemeester weigert de exploitatievergunning als:

    • a.

      de vestiging of exploitatie van de inrichting strijd oplevert met het ter plaatse geldende bestemmingsplan beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit;

    • b.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet overeenkomt met het in de aanvraag vermelde.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren als naar het oordeel van de burgemeester moet worden aangenomen, dat de woon- of leefsituatie in de omgeving de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

N.

 

In artikel 2:31, aanhef en onder b, wordt na 2:30 een komma ingevoegd.

 

O.

 

In artikel 2:34c, vierde lid, wordt “onverwijld” vervangen door: direct.

 

P.

 

In artikel 2:34d, zesde lid, wordt “onverwijld” vervangen door: direct.

 

Q.

 

Na afdeling 8 wordt een nieuwe afdeling ingevoegd, die luidt als volgt:

 

Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf  

Artikel 2:35 Begripsbepaling  

In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.

Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie 

Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.

Artikel 2:37 Nachtregister 

  • 1.

    De exploitant of de feitelijk leidinggevende van een inrichting of een voor hem handelend persoon is verplicht voor het bijhouden van het register, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, gebruik te maken van het door de burgemeester vastgestelde model.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht dienen in het register van de in artikel 2:38 bedoelde personen de in dat artikel genoemde gegevens opgenomen te worden.

  • 3.

    De registratie van gegevens dient plaats te vinden op een door de burgemeester te bepalen wijze.

Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister 

Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting of een voor hem handelend persoon volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.

 

R.

 

In het tweede lid van artikel 2:40 vervalt: maximaal.

 

S.

 

In het tweede lid van artikel 2:47 wordt “voorzover” vervangen door: voor zover

 

T.

 

Artikel 2:47a wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Artikel 2:47a wordt vernummerd tot: 2:78.

  • 2.

    In het opschrift wordt “Verblijfsontzegging” vervangen door: Gebiedsontzegging.

  • 3.

    In het tweede lid wordt “voorzover” vervangen door: voor zover.

  • 4.

    De gehele tekst van het aldus gewijzigde artikel wordt verplaatst naar Afdeling 10, en ingevoegd na artikel 2:77.

U.

 

In het eerste lid van artikel 2:48 wordt na “is” tussengevoegd: voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.

 

V.

 

Artikel 2:50a wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “danwel” vervangen door: dan wel.

  • 2.

    In het tweede lid wordt “voorzover” vervangen door: voor zover.

W.

 

Artikel 2:57 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid wordt “Het verbod in het eerste lid” vervangen door: Het eerste lid.

  • 2.

    In het derde lid wordt “De verboden genoemd in het eerste lid onder a en b zijn” vervangen door: Het eerste lid, aanhef en onder a en b, is

X.

 

Artikel 2:59 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “Indien het college” vervangen door: Als de burgemeester.

  • 2.

    In het eerste lid wordt “kan het” vervangen door: kan hij

  • 3.

    In het vierde lid wordt “artikel 2:57, eerste lid onder c” vervangen door: artikel 2:57, eerste lid, aanhef en onder c.

Y.

 

In artikel 2:62 wordt “herkauwende en eenhoevige dieren” vervangen door: herkauwende of eenhoevige dieren.

 

Z.

 

Het opschrift van Hoofdstuk 2 Afdeling 15 komt als volgt te luiden:

 

Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding , cameratoezicht op openbare plaatsen, gebiedsontzegging en woonoverlast

AA.

 

In artikel 2:75 wordt in de opsomming na “2:50 (hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten)” toegevoegd: of.

 

BB.

 

In artikel 2:77 vervalt: vaste.

 

CC.

 

Na artikel 2:78 (nieuw) wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat als volgt luidt:

 

Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet

  • 1.

    Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Als de burgemeester een last onder dwangsom of onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.

DD.

 

Artikel 3:5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid, aanhef en onder c, aanhef en onder ii wordt “273” vervangen door : 273f.

  • 2.

    In het vijfde lid wordt “terzake” vervangen door: ter zake.

EE.

 

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    “Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer” wordt vervangen door: Activiteitenbesluit milieubeheer.

  • 2.

    De liggende streepjes worden vervangen door: de letters a tot en met h.

FF.

 

In artikel 4:2, tweede lid, wordt “4.113” vervangen door: 3.148.

 

GG.

 

Het tweede lid van artikel 4:3 komt als volgt te luiden:

 

  • 2.

    Het is een inrichting toegestaan maximaal drie incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

HH.

 

Artikel 5:8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onder vernummering van de leden 4 en 5 tot 5 en 6 wordt een nieuw vierde lid ingevoegd, dat luid als volgt:

    • 4.

      De verboden in het eerste en tweede lid zijn voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.

II.

 

In het eerste lid van artikel 5:9 woord “hun” vervangen door: hen.

 

JJ.

 

Na artikel 5:9 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 5:10 Parkeren anders dan op wegen

Het is verboden met een voertuig te parkeren op een door het college aangewezen en als zodanig ter plaatse kenbare locatie anders dan op de weg.

 

KK.

 

Afdeling 3 vervalt.

 

LL.

 

Artikel 5:31a wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De liggende streepjes worden vervangen door: de letters a en b.

  • 2.

    De puntkomma achter “motorvoertuig” wordt vervangen door een dubbelepunt en de puntkomma achter “1990” wordt vervangen door een punt.

MM.

 

In artikel 5:34, vijfde lid wordt “voorzover” vervangen door: voor zover.

 

NN.

 

Artikel 6:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Voor de tekst wordt geplaatst: 1.

  • 2.

    Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd dat als volgt luidt:

    • 2.

      In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, vijfde lid, 2:12, tweede lid.

OO.

 

In de sluitzin van de regeling vervalt: “en 1 juli 2013”.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering 14 december 2017.

de raad voornoemd,

de griffier,

P.G.J.M. van Boxtel

de voorzitter,

Ing. M.S. van Veen

Naar boven