Gemeenteblad van Lisse
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lisse | Gemeenteblad 2017, 234273 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lisse | Gemeenteblad 2017, 234273 | Verordeningen |
De Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2018
De raad van de gemeente Lisse;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2017, nr.56461;
gelet op het bepaalde in artikel 228 van de Gemeentewet;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
een periode van 24 uren, aanvangende te 0:00 uur, of een gedeelte daarvan |
||
een terras als bedoeld in artikel 2:16, eerste lid, onder b, van de Algemene plaatselijke verordening Lisse 2011 |
||
dat gedeelte van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, waarmee het terras in het zomerseizoen wordt uitgebreid; |
||
een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een (natuurlijke of rechts-) persoon een of meer voorwerpen onder of op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben. |
||
een standplaats als bedoeld in artikel 5:16, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Lisse 2011; |
||
een standplaats waarvoor een vergunning voor de periode van een jaar wordt afgegeven, op basis waarvan 1 of meerdere dagen per week een standplaats kan worden ingenomen; |
||
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van:
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen als bedoeld in artikel 2 onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie het voorwerp of de voorwerpen als bedoeld in artikel 2 onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen als bedoeld in artikel 2 onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen als bedoeld in artikel 2 onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van :
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
Artikel 5 Belastingtarief en heffingsmaatstaf
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In het geval het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan bestaat aanspraak op ontheffing.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder of op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar-overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald binnen 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
Besluiten van het college van burgemeester en wethouders genomen op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de uitvoering van de Verordening precariobelasting Lisse 2017 blijven van toepassing bij de uitvoering van de Verordening precariobelasting Lisse 2018.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lisse in zijn openbare vergadering van 21 december 2017.
mevrouw drs. M.G.J. Veeger
griffier
voorzitter
mevrouw A.W.M. Spruit
Toelichting op artikel 13 Overgangsrecht van de Verordening precariobelasting Lisse 2018
De in artikel 13, tweede en derde lid bedoelde besluiten betreffen de:
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PRECARIOBELASTING LISSE 2018
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-234273.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.