Gemeenteblad van Zaltbommel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zaltbommel | Gemeenteblad 2017, 23426 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zaltbommel | Gemeenteblad 2017, 23426 | Verordeningen |
Burgemeester en wethouders van Zaltbommel - Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaltbommel 2017 vastgesteld
Burgemeester en wethouders van de gemeente Z a l t b o m m e l ;
gelet op de artikelen 2, 4.4, 4.5, 4.6, 5.1 vierde, vijfde en zesde lid, 6 tweede en derde lid, 7.2 eerste en tweede lid, 7.3 eerste en vierde lid, 9.1, 9.2, 10.1 en 10.2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaltbommel 2017;
vast te stellen het volgende: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaltbommel 2017
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.2 Jaarlijkse indexering
Jaarlijks per 1 januari vindt indexering plaats van de door de gemeente verstrekte maatwerkvoorzieningen voorzieningen:
Persoonsgebonden budget (Pgb) voor vervoer (lokaal verplaatsen met een vervoermiddel); Pgb voor woonvoorzieningen (wonen in een geschikt huis);Pgb voor het verplaatsen in en rond de woning worden verhoogd met de Consumenten Prijsindex (CPI). Dit CPI-percentage baseren we op de "nominale ontwikkelingen t.b.v. actualisering" die het Rijk verstrekt in augustus van jaar voorafgaande aan het jaar waarin gewijzigde bedragen gaan gelden;
Grondprijzen: als een cliënt grond aan moet kopen om een woningaanpassing te kunnen realiseren, geldt als maximaal te vergoeden bedrag de grondprijs per m2 die de gemeente hanteert in het jaar voorafgaand aan dit besluit. Dit bedrag wordt jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld (Kader grondprijzen);
De eigen bijdrage in de kosten: de gemeente Zaltbommel vraagt voor alle maatwerkvoorzieningen, waarvoor dit binnen het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning is toegestaan, een eigen bijdrage in de kosten tot het maximum dat op grond van de jaarlijkse actualisering van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (Staatsblad 2015, nr. 42523 ) is toegestaan, tenzij in Hoofdstuk 2 of het vervolg van het Besluit hiervan wordt afgeweken.
Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;
HOOFDSTUK 3 EIGEN BIJDRAGEN MAATWERKVOORZIENINGEN
Artikel 3.1 De eigen bijdrage in de kosten voor maatwerkvoorzieningen
De gemeente Zaltbommel vraagt voor alle maatwerkvoorzieningen, waarvoor dit binnen het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning is toegestaan, een eigen bijdrage. Deze bijdrage wordt afgemeten aan de volledige kostprijs van de maatwerkvoorziening tenzij in het vervolg van dit Besluit hiervan wordt afgeweken. Verdere toelichting op de eigen bijdrage is te vinden in artikel 2.2 en 2.3.
Artikel 3.2 Omvang van de eigen bijdrage
De omvang van de eigen bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning, met uitzondering van maatschappelijke opvang en beschermd wonen, wordt als volgt bepaald met inachtneming van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015:
De eigen bijdrage in de kosten die de ongehuwde persoon die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt moet betalen bedraagt € 17,50 per vier weken, met dien verstande dat als zijn inkomen meer bedraagt dan € 29.232 het bedrag van € 17,50 wordt verhoogd. Dit gebeurt met een dertiende deel van 12,5% van het verschil tussen zijn inkomen en € 29.232 en met de kostprijs als maximum;
De eigen bijdrage in de kosten die de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt moet betalen bedraagt € 17,50 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn inkomen meer bedraagt dan € 21.953 het bedrag van € 17,50 wordt verhoogd. Dit gebeurt met een dertiende deel van 12,5% van het verschil tussen zijn inkomen en € 21.953 en met de kostprijs als maximum;
De eigen bijdrage in de kosten die gehuwde personen indien een van beiden of beiden nog niet de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt moeten betalen bedraagt € 0,00 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 36.630 het bedrag van € 0,00 wordt verhoogd. Dit gebeurt met een dertiende deel van 12,5% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en €36.630 en met de kostprijs als maximum;
De eigen bijdrage in de kosten die gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt moeten betalen bedraagt € 0,00 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan € 30.386 het bedrag van € 0,00 wordt verhoogd. Dit gebeurt met een dertiende deel van 12,5% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en €30.386 en met de kostprijs als maximum.
Artikel 3.3 Bedrag per periode
Indien een voorziening bestaat uit het verschaffen van in bruikleen stellen van een voorziening namens de gemeente dan wordt gedurende een periode van 91 maal vier weken een eigen bijdrage in de kosten in rekening gebracht. Het bedrag per periode wordt berekend door de kosten van de voorziening te delen door 91 perioden.
Indien een voorziening bestaat uit het verschaffen van een Pgb voor de éénmalige aanschaf van een voorziening/hulpmiddel dan wordt gedurende een periode van 91 maal vier weken een eigen bijdrage in de kosten in rekening gebracht. Het bedrag per periode wordt berekend door de kosten van de voorziening te delen door 91.
Indien een voorziening bestaat uit het verschaffen van een Pgb voor dienstverlening (niet zijnde beschermd wonen of maatschappelijke opvang), dan wordt per periode van vier weken een eigen bijdrage in de kosten in rekening gebracht, zolang de verstrekking voortduurt. Het bedrag per periode is gelijk aan bedrag per 4 weken zoals aangegeven in de beschikking.
Indien een voorziening bestaat uit het verschaffen in bruikleen van een roerende zaak door een leverancier met wie de gemeente een contract heeft afgesloten, dan wordt per periode van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht, zolang de verstrekking in bruikleen voortduurt. Het bedrag per periode is gelijk aan het bedrag dat de gemeente per periode van 4 weken aan de leverancier betaalt voor de voorziening.
De eigen bijdrage in de kosten mag nooit meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening of dienstverlening in natura, respectievelijk het bedrag van het Pgb of de maandhuur die de gemeente voor de verstrekte voorziening betaalt. Er wordt geen eigen bijdrage in de kosten meer gevraagd als degene aan wie de voorziening is verstrekt:
Een eigen bijdrage in de kosten van een voorziening of dienstverlening wordt niet opgelegd als de voorziening bestaat uit een algemene voorziening (bijvoorbeeld maaltijdvoorziening, buurtteam of boodschappendienst). Let wel: Degene die gebruik maakt van een algemene voorziening kan wel op grond van het voor die voorziening geldende gemeentelijke beleid een betaling verschuldigd zijn voor het gebruik van die voorziening. De eigen betaling voor de algemene voorziening Huishoudelijke hulp is opgenomen in hoofdstuk 3.
Een eigen bijdrage in de kosten wordt niet opgelegd als de verstrekte voorziening bestaat uit Regionaal vervoer systeem Versis (collectief vraagafhankelijk vervoer). De Wmo-gerechtigde die met het Regionaal vervoer systeem Versis reist, is echter wel een betaling verschuldigd voor de kilometers die worden afgenomen.
Een eigen bijdrage in de kosten wordt niet opgelegd als de verstrekte voorziening (hulpmiddel of aanpassing) bestaat uit een gemeenschappelijke voorziening. Onder een gemeenschappelijke voorziening wordt verstaan een (woon)voorziening in/aan een gemeenschappelijke ruimte, die niet alleen wordt gebruikt door de persoon tot wie de toekenningsbeschikking zich richt. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op begeleiding groep, beschermd wonen of maatschappelijke opvang.
HOOFDSTUK 4 EIGEN BETALING ALGEMENE VOORZIENINGEN
Artikel 4.1 Voucherhuishoudelijke hulp
Bovenop de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp zijn er clienten en mantelzorgers die in aanmerking kunnen komen voor vouchers waarmee extra huishoudelijke ondersteuning kan worden aangekocht. Dit zijn:
Mensen die wel hulp bij het huishouden vanuit de Wmo ontvangen maar af en toe behoefte hebben aan extra ondersteuning die niet onder de reguliere hulp vanuit de Wmo valt (bijvoorbeeld incidentele schoonmaak van ruimtes en oppervlakten in huis die niet onder de reguliere werkzaamheden vallen of extra persoonlijke aanvulling);
Clienten en mantelzorgers betalen hiervoor in 2017 € 5,00 voor een voucher. Een voucher is goed voor een uur bovengebruikelijke huishoudelijke hulp. Deze hulp wordt geleverd als zorg in natura door een aanbieder die hiervoor een contract heeft met de gemeente Zaltbommel.
Het basistarief voor huishoudelijke hulp in natura is € 24,00 per uur. Clienten krijgen in een 2017 middels een voucher dus een tijdelijke korting van € 19,00 op dit tarief. Of en hoeveel vouchers beschikbaar zijn voor clienten en mantelzorgers wordt bepaald op basis van maatwerk.
HOOFDSTUK 5 VERSTREKKINGSVORMEN EN TYPEN MAATWERKVOORZIENINGEN
Artikel 5.1 Voorziening in natura
Bij de verstrekking in natura, in de vorm van collectief vervoer (Regionaal vervoer systeem Versis) moet de gerechtigde zich houden aan de voorwaarden en regels die voor dit vervoerssysteem gelden en die hem door de gemeente of namens de gemeente door het Regionaal vervoer systeem Versis worden meegedeeld.
Artikel 5.2 Persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen en vervoers-of woonvoorzieningen
Het Pgb voor hulpmiddelen, sporthulmiddelen en vervoers-of woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingskosten en een eventueel verplichte WA-verzekering zoals vastgelegd in dit besluit.
Artikel 5.3 Persoonsgebonden budget voor diensten
Er is sprake van gedifferentieerde tariefstelling. Een Pgb-houder die een zorgorganisatie inschakelt kan het maximale Pgb-tarief ontvangen. Inschakeling van een ZZP’er leidt als gevolg van verminderde aannemelijke kosten, tot een verlaging van het maximale Pgb-tarief. Ook bij inschakeling door de Pgb-houder van iemand uit zijn sociaal netwerk geldt een korting op het Pgb-tarief. In de betreffende hoofdstukken zijn de maximale Pgb-bedragen per categorie dienst opgenomen.
Onder een zorgaanbieder/zorgorganisatie verstaan we een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving van het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van zorg en die meerdere personeelsleden in dienst heeft.
Onder een ZZP'er verstaan we een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelswetregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van zorg en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.165 van de Wet inkomstenbelasting 2001 is afgegeven.
Het is toegestaan om reiskosten, een feestdagenuitkering en een eenmalige uitkering (zoals bedoeld in lid 9) uit te laten betalen uit het Pgb mits de toevoeging van deze kosten het maximale tarief niet overschrijd. Alle vastgestelde tarieven zijn inclusief deze kosten. Het budget zal nooit worden verhoogd om deze kosten te kunnen betalen.
Een eenmalige uitkering (als bedoeld in het voorgaande lid) is bedoeld voor zorgverleners die werknemer of opdrachtnemer zijn van de budgethouder en die plotseling zonder werk komen door de beëindiging van een zorgovereenkomst. Er moet een geldige zorgovereenkomst zijn afgesloten. Dit kan een arbeidsovereenkomst zijn of een overeenkomst van opdracht met een freelancer of een familielid (informeel zorgverlener). De eenmalige uitkering is nadrukkelijk niet bedoeld voor zorginstellingen en mag daarvoor dan ook niet worden ingezet.
HOOFDSTUK 6 MAATWERKVOORZIENINGEN VOOR EEN SCHOON EN LEEFBAAR HUIS
Artikel 6.1 maatwerkvoorziening Huishoudelijke hulp
Een maatwerkvoorziening voor een schoon en leefbaar huis wordt verstrekt op indicatie. In de Beleidsregels (Huishoudelijke hulp) is aanvullende regelgeving opgenomen.
Artikel 6.2 Tijdsinvestering en resultaten Huishoudelijke hulp
De compensatie die noodzakelijk is wordt aan clienten aangeboden in resultaten die Huishoudelijke hulp voor een client moet opleveren (op basis van een schoon en leefbaar huis) en de bijpassende frequentie van de Huishoudelijke hulp. De zorgaanbieder bepaalt op basis van het gevraagde resultaat een tijdsinvestering.
Artikel 6.3 Huishoudelijke hulp in natura
Als een cliënt in aanmerking komt voor de maatwerkvoorziening Huishoudelijke hulp in natura, dan kan hij een keuze maken tussen de door gemeente gecontracteerde partijen.
HOOFDSTUK 7 MAATWERKVOORZIENINGEN VOOR NORMAAL GEBRUIK VAN DE WONING
Artikel 7.1 Verstrekkingsvormen
Artikel 7.2 Persoonsgebonden budget
Het Pgb voor maatwerk en/of modulaire aanpassingen wordt bepaald op basis van de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in het door het college geaccepteerde offerte. Het college zal de cliënt verzoeken om één of twee offertes te vragen. Het college kan ook zelf nog een offerte opvragen om de offerte(s) van de cliënt te toetsen.
Het Pgb voor hulpmiddelen in het kader van wonen die buiten het assortiment van de gemeente Zaltbommel vallen wordt bepaald op basis van de tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte. Het college zal de cliënt verzoeken om één of twee offertes te vragen. De offerte moet ook bevatten (indien van toepassing) een indicatie voor de onderhoudskosten gedurende de afschrijvingsduur.
Artikel 7.4 Persoonsgebonden budget voor verhuis-en inrichtingskosten en bezoekbaar maken van een woning
Artikel 7.6 Terugbetalen bij verkoop
Aan de eigenaar-bewoner die op grond van de verordening een voorziening aan de woning als bedoeld in lid 2 van dit artikel heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, wordt op grond van de verordening de voorwaarde opgelegd om bij verkoop van deze woning binnen een periode van 15 jaar na gereed melding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde als gevolg van de woning die direct is toe te schrijven aan de voorziening dient naar rato van het aantal jaren dat in de woning is geleefd te worden terugbetaald overeenkomstig hetgeen bepaald is in de leden 2, 3, 4, 5 en 6 van dit artikel
HOOFDSTUK 8 MAATWERKVOORZIENINGEN VOOR HET LOKAAL VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL
Artikel 8.1 Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen
Het Pgb voor vervoersvoorzieningen wordt per voorzieningencategorie vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening.
Artikel 8.2 Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen met maatwerk en/of modulaire aanpassingen
Artikel 8.3 Collectief vraagafhankelijk vervoer (Regionaal vervoer systeem Versis)
Met het collectief vraagafhankelijk vervoer wordt bedoeld het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) in deze regio uitgevoerd door Regionaal vervoer systeem Versis. Versis geeft clienten de mogelijkheid binnen een straal van 25 km te reizen. Daarnaast zijn puntbestemmingen die buiten deze straal vallen aangewezen.
De volgende bestemmingen zijn puntbestemmingen: Beatrixziekenhuis te Gorinchem, Jeroen Boschziekenhuis te ’s-Hertogenbosch en Ziekenhuis Rivierenland te Tiel, NS-station Gorinchem, NS-station ’s-Hertogenbosch Centraal en NS Station Tiel, Welzorg te ’s-Hertogenbosch, Winkelcentrum ’s-Hertogenbosch en Zorginstelling het Zonnelied te Ammerzoden.
Artikel 8.4 Persoonsgebonden budget voor vervoerskosten
Indien een cliënt geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer, regionaal vervoer systeem Versis niet mogelijk en eigen vervoer niet beschikbaar is, en op geen enkele andere manier een goedkopere passende vervoersvoorziening gegeven kan worden, wordt aan de cliënt een Pgb verstrekt om met een reguliere (rolstoel)taxi te reizen. Dit bedrag wordt vastgesteld op grond van het feitelijke vervoerspatroon van de cliënt, maar met een maximum van 2460 kilometer tegen een bedrag dat met het taxibedrijf wordt afgesproken, maar maximaal het goedkoopste tarief van de reguliere (rolstoel)taxi.
Artikel 8.5 Parkeerkaart / kosten parkeerplaats
Als een cliënt niet of onvoldoende gecompenseerd wordt met CVV en het gebruik van een auto wel voldoende compensatie biedt, kan hij, als een gehandicaptenparkeerplaats voor hem noodzakelijk is, in aanmerking komen voor een Pgb in verband met de aanleg en legeskosten van die parkeerplaats. De hoogte van het Pgb is gelijk aan de kosten die de gemeente in rekening brengt voor het aanleggen van de parkeerplaats.
HOOFDSTUK 9 MAATWERKVOORZIENINGEN VOOR HET VERPLAATSEN IN EN OM DE WONING
Artikel 9.1 Persoonsgebonden budget voor rolstoelvoorzieningen
Het Pgb voor rolstoelvoorzieningen, die binnen en buiten het assortiment van de gemeente Zaltbommel vallen, wordt per voorzieningencategorie vastgesteld op basis van de
HOOFDSTUK 10 MAATWERKVOORZIENINGEN VOOR HET ONTMOETEN VAN MEDEMENSEN EN HET AANGAAN VAN SOCIALE VERBANDEN
HOOFDSTUK 11 MAATWERKVOORZIENINGEN VOOR BEGELEIDING INDIVIDUEEL, BEGELEIDING GROEP, LOGEEROPVANG EN PERSOONLIJKE VERZORGING
Als de cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening voor begeleiding individueel, begeleiding groep, logeeropvang of persoonlijke verzorging kijkt de toegangsprofessional met declient naar de best passende oplossing. De Wmo-consulent maakt op grond hiervan een beschikking. De client kan op basis van deze beschikking zorg afnemen bij een zorgaanbieder.
Artikel 11.2 Zorg in de vorm van een persoonsgebonden budget
Het is toegestaan om een hoger tarief met de zorgverlener af te spreken mits de resultaten zoals beschreven in het plan van aanpak worden behaald. Het afspreken van een hoger tarief dan de tarieven in dit hoofdstuk beschreven zal nooit leiden tot een verhoging van het Pgb of het toekennen van meer dagdelen of uren tegen dit hogere tarief.
De toegangsprofessional beoordeelt op basis van het budgetplan of het resultaat zoals beschreven in het plan van aanpak, met het voorstel van de cliënt en zijn zorgverlener, redelijkerwijs kan worden behaald. Indien de toegangsprofessional van mening is dat het resultaat niet kan worden behaald, wordt hiervan melding gemaakt bij de cliënt. De cliënt is zelf verantwoordelijk voor het verschil in inspanning dat uiteindelijk nodig blijkt om het beoogde resultaat te halen of het budgetplan bij te stellen.
Biedt intensieve groepsondersteuning (intensievere personeelsbezetting of multidisciplinaire begeleiding benodigd). |
HOOFDSTUK 12 MAATSCHAPPELIJKE OPVANG
Artikel 12.1 Geen eigen bijdrage tijdens onderzoek
Vanwege de complexiteit van de zorgvraag maakt het college gebruik van de mogelijkheid tot verlengd verdiepend onderzoek naar de zorgvraag voor intensieve zorg en ondersteuning van de cliënt. Gedurende deze periode van onderzoek is de cliënt geen eigen bijdrage verschuldigd voor maatschappelijke opvang.
HOOFDSTUK 13 MAATWERKVOORZIENINGEN VOOR BESCHERMD WONEN
Als de cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening voor beschermd wonen bepaalt de toegangsprofessional samen met het netwerk wonen en opvang of de client in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening beschermd wonen.
Artikel 13.3 Beschermd wonen intramuraal
Cliënten kunnen uitsluitend in aanmerking komen voor de voorziening en bijbehorende tarieven wanneer er behoefte is aan 24 uurs onplanbare zorgbehoefte, en wonen in een zorginstelling waar 24 uurs aanwezigheid of directe beschikbaarheid van professionele zorg en ondersteuning noodzakelijk is.
Op grond van artikel 2.3.9. van de Wmo 2015 onderzoekt het college periodiek of er aanleiding is om een beslissing te heroverwegen. De Wmo vereist maatwerk. Er is daardoor geen algemene termijn te noemen voor een heronderzoek. Bij de toekenning van de voorziening zal per cliënt en per voorziening worden beoordeeld op welke termijn een heronderzoek zal plaatsvinden met een maximum van 5 jaar na toekenning van de voorziening.
HOOFDSTUK 16 MELDING EN CALAMITEITEN
Op verzoek van de toezichthoudende ambtenaar stuurt de aanbieder binnen twee weken na de melding een feitenrelaas over de calamiteit toe aan de toezichthoudend ambtenaar. De toezichthoudend ambtenaar geeft aan uit welke elementen het feitenrelaas moet bestaan.
Artikel 16.4 Verzoek tot het doen van onderzoek
Op verzoek van de toezichthoudende ambtenaar voert de aanbieder een onafhankelijk onderzoek uit naar de calamiteit. De aanbieder legt binnen drie weken na het verzoek de opzet van het onderzoek aan de toezichthoudende ambtenaar voor en wacht op goedkeuring van de toezichthoudende ambtenaar. Na deze goedkeuring voert de aanbieder het onderzoek uit en stuurt de rapportage binnen uiterlijk zes weken na goedkeuring naar de toezichthoudende ambtenaar. De aanbieder draagt er zorg voor dat de opzet en uitvoering van dit interne onderzoek van verantwoord niveau zijn.
Bijlage 1: Kwaliteitseisen zorgaanbieder voor beschermd wonen
Om in aanmerking te kunnen komen voor een Pgb voor beschermd wonen, zoals opgenomen in hoofdstuk 13 van dit besluit, dient de zorgaanbieder aan de onderstaande kwaliteitseisen te voldoen.
zorgt dat bij er in geval van een calamiteit de zorgprofessional(s) aanwezig is/zijn en bij extramurale zorg tijdig (binnen 15 minuten) beschikbaar is/zijn. De Pgb cliënt is verantwoordelijk voor het toetsen van de aanwezige bekwaamheid bij de Pgb aanbieder(s). In alle andere gevallen dient de regie hiervoor te kunnen liggen bij de cliënt, zijn wettelijke vertegenwoordiger of bij de betrokken medisch professional;
levert ondersteuning aan cliënten die bijdraagt aan het bevorderen of stabiliseren van de zelfredzaamheid of de mogelijkheid om te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer zoals verwoord in het integraal plan van aanpak. In dit plan worden de resultaten geformuleerd die met de begeleiding bereikt worden;
levert begeleiding op basis van een integraal plan van aanpak, opgesteld en geaccordeerd door de cliënt en/of diens vertegenwoordiger (niet zijnde een aan de uitvoerende organisatie verbonden vertegenwoordiger). Het integraal plan van aanpak is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en andere vormen van begeleiding die de cliënt ontvangt; vanuit samenhang en de uitgangspunten van de Wmo en het sociaal domein;
legt samenwerkingsafspraken op cliëntniveau met ketenpartners schriftelijk vast, evalueert samen met de cliënt /cliëntvertegenwoordiger en stelt bij indien nodig. De samenwerkingsafspraken zijn gericht op de doelstellingen in het plan van aanpak van de cliënt en de uitvoering ervan voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen;
dient geregistreerd te zijn bij de Kamer van Koophandel als erkend zorgaanbieder (de activiteiten bestaan uit het bieden van zorg), en bij inzet van zelfstandigen dienen deze een Verklaring arbeidsrelatie (VAR verklaring) te hebben. De aanbieder is verantwoordelijk voor toetsing op deze eisen, voorafgaand aan de levering van zorg en /of de tewerkstelling van zelfstandige zorgprofessionals (ZZP rs);
stelt de Toegangsmedewerker in de gelegenheid om in gesprek met de cliënt en cliëntvertegenwoordiger de problematiekverheldering en begeleidingsbehoefte te toetsen en, bij aanvraag van een verzilvering met Pgb, te toetsen of de cliënt of diens vertegenwoordiger het Pgb kan beheren en verantwoorde en veilige zorg kan inkopen;
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-23426.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.