Besluit tot wijziging van de verordening Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek gemeente Schiedam

De raad van de gemeente Schiedam;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 betreffende het wijzigen van de verordening Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (kenmerk: BPR 1700369/ 17INT00443);

 

Gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet, de artikelen 9, 10 en 10a van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek en artikelen 2, 4, eerste lid, en 5 van de Huisvestingswet 2014;

 

gelezen het advies van de raadcommissie d.d. 13 december 2017;

 

besluit het:

Besluit tot wijziging van de verordening Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek

vast te stellen.

 

Besluit tot wijziging van de verordening Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek

I  

Aan artikel 3 van de verordening Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek de volgende leden toe te voegen:

  • 4.

    in afwijking van artikel 2.3.3 van de Verordening Woonruimtebemiddeling Schiedam, wordt op een aanvraag om huisvestingsvergunning binnen vier weken na de dag van ontvangst daarvan beslist.

  • 5.

    De in het vorige lid bedoelde termijn kan éénmaal met ten hoogste vier weken verlengd worden.

II  

Aan de Toelichting inzake artikel 3 toe te voegen:

 

De wetgever heeft geen behandeltermijn gesteld voor de beslissing op een aanvraag Huisvestingsvergunning als de woningzoekende gescreend wordt op woonoverlast op basis artikel 10b van de Wbmgp.. Omdat de verordening in aanvulling op de Verordening Woonruimtebemiddeling Schiedam is vastgesteld, geldt de daarin opgenomen afhandelingstermijn als de Verordening Wbmgp daarin zelf niet voorziet. Een zorgvuldige screening is belangrijk en de opgenomen termijn in de Verordening Woonruimtebemiddeling Schiedam is daarvoor te krap. Dit is de reden waarom een afwijkende afhandelingstermijn in de Verordening Wbmgp is opgenomen.. Tegelijkertijd moet voor de buurt en de verhuurder worden voorkomen dat een woning onnodig leeg staat. Met de behandeltermijn van vier weken is hiermee rekening gehouden. De behandeltermijn kan eenmalig verlengd worden. De mogelijkheid voor verlengen wordt zeer terughouden en alleen voor complexe casussen gebruikt.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2017,

 

De griffier,

J.W. Scherpenzeel

 

de voorzitter,

C.H.J. Lamers

 

Naar boven