Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2017, 233817 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2017, 233817 | Verordeningen |
Wijziging Gemeenschappelijke regeling natuur- en recreatieschap IJsselmonde
conform artikel 51 lid 3 juncto lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in te stemmen met de voorgestelde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling voor het Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde en te wijzigen conform de bijgevoegde gewijzigde gemeenschappelijke regeling en toelichting.
Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde
De raden, respectievelijk de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Ridderkerk en Zwijndrecht
Overwegende dat De deelnemende gemeenten alsmede de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland sinds 1 januari 1990 samenwerken ten aanzien van het beheer en ontwikkeling van natuur en recreatie binnen het werkgebied van de gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en recreatiegebied IJsselmonde;
De gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland per 1 januari 2018 uit de gemeenschappelijke regeling zijn getreden
De gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland financieel betrokken wensen te blijven bij het Natuur- en recreatieschap;
De overig deelnemende gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Ridderkerk en Zwijndrecht overwegen om per 1 januari 2018 de gemeenschappelijke regeling in herziene vorm voort te zetten.
Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht
Besluiten de hierna volgende gemeenschappelijke regeling te treffen: Gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde.
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Naam en taakstelling
Het Natuur- en recreatieschap heeft tot taak in onderlinge samenhang het behartigen van het gemeenschappelijk belang van de deelnemers voor wat betreft de ontsluiting, de ontwikkeling, aanleg en het beheer in het kader van de openluchtrecreatie waar mogelijk het toerisme en van natuur en landschap in het gebied waarvoor de regeling geldt.
Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen
Aan het Natuur- en recreatieschap worden ter vervulling van de in artikel 2, vierde lid, omschreven taak alle bevoegdheden van regeling en bestuur toegekend binnen de grenzen van de wet.
Aan het algemeen bestuur behoort met betrekking tot de in artikel 2, vierde lid, omschreven taak van het Natuur- en recreatieschap alle bevoegdheid, tenzij bij wet of in deze regeling anders is bepaald.
Alle stukken die uitgaan van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
De raad van elke deelnemende gemeente kan voor ieder lid dat zij benoemt een plaatsvervangend lid aanwijzen die het lid bij verhindering of ontstentenis vervangt. De bepalingen in deze regeling en de wet ten aanzien van leden van het algemeen bestuur zijn van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangende leden.
Het algemeen bestuur vergadert ten minste tweemaal per jaar en zo dikwijls als de voorzitter dat nodig acht, danwel wanneer ten minste een vijfde van het aantal leden van het algemeen bestuur daarom schriftelijk verzoekt.
Het algemeen bestuur stelt met inachtneming van de bepalingen van deze gemeenschappelijke regeling en de wet een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Dit reglement wordt ter kennis gebracht van de deelnemers.
Op de vergadering bedoeld in het vijfde lid is het vierde lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de in het vierde lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Over het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen en andere door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven verordeningen, over de begroting, begrotingswijzigingen en over de jaarrekening kan het algemeen bestuur niet beraadslagen noch een besluit nemen dan in een openbare vergadering.
De leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur kunnen een tegemoetkoming in de kosten en, voor zover zij niet de functie van wethouder of burgemeester vervullen, een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen. Artikel 21 van de wet en artikel 99 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
Het lidmaatschap van het dagelijks bestuur eindigt zodra men ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur.
Het dagelijks bestuur kan met inachtneming van de bepalingen van deze gemeenschappelijke regeling een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen. Dit reglement wordt aan het algemeen bestuur ter kennis gebracht.
Het dagelijks bestuur is in ieder geval bevoegd:
het besluiten namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
Het algemeen bestuur gaat niet over tot het instellen van een commissie als bedoeld in het eerst lid dan nadat de raden van elk van de deelnemende gemeenten van dit voornemen op de hoogte zijn gesteld en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Het algemeen bestuur is bevoegd ten behoeve van de uitoefening van de taak van het recreatieschap verordeningen vast te stellen. Op overtreding van de bij of krachtens deze verordeningen gegeven voorschriften kan straf of bestuursdwang worden gesteld.
Voordat een verordening tevens inhoudende een algemeen verbindend voorschrift wordt vastgesteld, zendt het dagelijks bestuur het ontwerp daarvan voor een zienswijze aan de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. Het besluit tot vaststelling van de verordening wordt niet genomen binnen zes weken na de datum van verzending van het ontwerp.
Voor zover een verordening van het recreatieschap voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een deelnemende gemeente, regelt eerstbedoelde verordening de onderlinge verhouding. Zij kan bepalen dat de verordening van een deelnemende gemeente voor het gehele gebied, dan wel voor een gedeelte daarvan geheel of gedeeltelijk ophoudt te gelden.
Hoofdstuk 10 Financiële bepalingen
Het boekjaar van het Natuur- en recreatieschap is gelijk aan het kalenderjaar.
Wanneer de begroting een over de deelnemers om te slaan tekort aanwijst, zal de in de begroting geraamde bijdrage door de deelnemers bij wijze van voorschot worden voldaan in twee gelijke termijnen waarvan de eerste op 1 februari en de tweede op 1 augustus van het desbetreffende begrotingsjaar vervalt.
De bepalingen van de Archiefwet 1995 en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsvoorschriften voor zover betrekking hebbend op de archiefbescheiden van de deelnemers zijn van overeenkomstige toepassing op het recreatieschap.
Hoofdstuk 12 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Toetreding van een nieuwe deelnemer kan plaatsvinden bij daartoe strekkende besluiten van alle deelnemers.
De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
De gemeenschappelijke regeling kan worden gewijzigd bij daartoe strekkende besluiten van de meerderheid van de deelnemers.
Hoofdstuk 13 Slot- en overgangsbepalingen
Deze regeling is in formele zin een wijziging van de Gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde zoals inwerking getreden op 1 januari 1990 en laatstelijk gewijzigd op 24 december 2015, zodat het openbaar lichaam de rechtspersoonlijkheid en alle daarmee samenhangende rechten en verplichtingen van Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde voortzet, tenzij de regeling daarin uitdrukkelijk anders heeft voorzien.
Kaart werkgebied gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde.
Artikelsgewijze toelichting gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap IJsselmonde
Dit artikel geeft een definitie van een aantal belangrijke begrippen die in de gemeenschappelijke regeling worden gebruikt.
Belangrijk uitgangspunt op grond van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (hierna Wgr) is dat een gemeenschappelijke regeling als zodanig niet wordt aangegaan door gemeenten, maar door de bestuursorganen van de betreffende gemeenten. In dit geval door de colleges en de raden van de deelnemende gemeenten.
In het eerste lid van dit artikel is bepaald dat de raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Ridderkerk en Zwijndrecht een openbaar lichaam vormen ingevolge artikel 8, eerste lid Wgr. Een openbaar lichaam heeft rechtspersoonlijkheid en kan zelfstandig privaatrechtelijke rechtshandelingen verrichten en vermogen bezitten.
In het tweede lid is bepaald dat het Natuur- en recreatieschap gevestigd is in Schiedam (postadres secretariaat).
In het derde lid is bepaald dat het Natuur- en recreatieschap drie bestuursorganen heeft, te weten het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Het vierde lid geeft aan welke taak en doelstelling het Natuur- en recreatieschap heeft. Een belangrijk uitgangspunt is dat de bevoegdheden die het Natuur- en recreatieschap uitoefent in overeenstemming moeten zijn met de geformuleerde taak en doelstelling.
In artikel 3 en 4 is ingevolge artikel 30, eerste lid Wgr bepaald dat aan het bestuur van het Natuur- en recreatieschap alle bevoegdheden van regeling en bestuur worden toegekend ter vervulling van de taak en doelstelling van het schap. Overeenkomstig artikel 33 Wgr is hierbij bepaald dat alle bevoegdheden berusten bij het Algemeen Bestuur, tenzij in de gemeenschappelijke regeling en in de wet anders is bepaald. Ten aanzien van de bevoegdheden van het dagelijks bestuur moet rekening worden gehouden met artikel 33b Wgr waarin de bevoegdheden zijn opgesomd die in ieder geval toekomen aan het dagelijks bestuur. Voorts dient ook rekening te worden gehouden met de (eigen) bevoegdheden die in de gemeenschappelijke regeling zijn toegekend aan het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.
Ingevolge artikel 22 eerste lid Wgr in samenhang met artikel 32a van de Gemeentewet dienen alle stukken die uitgaan van het bestuur naast de voorzitter mede te worden ondertekend door de secretaris. Het betreft dan o.a. besluiten van het bestuur waaronder met name de besluitenlijst. Deze bepaling heeft geen betrekking op uitgaande stukken waarvoor het bestuur mandaat heeft verleend.
In dit artikel is de samenstelling van het bestuur geregeld. De raad van elke deelnemende gemeente mag 2 leden in het algemeen bestuur benoemen. Ingevolge artikel 13 Wgr is de raad van een deelnemende gemeente bevoegd leden van het algemeen bestuur te benoemen en mogen als leden uitsluitend collegeleden (inclusief de burgemeester) en raadsleden benoemd worden. De raad kan tevens een plaatsvervangend lid benoemen, niet zijnde een lid van het dagelijks bestuur, die het benoemde lid bij verhindering of ontstentenis kan vervangen. Aangezien de leden van het algemeen bestuur benoemd worden als vertegenwoordiger met “last en ruggespraak” van de deelnemende gemeente, heeft de raad ook ingevolge artikel 13 Wgr de bevoegdheid om het lid dat zij benoemd hebben te ontslaan indien deze het vertrouwen niet meer heeft van de raad. Voorts is in artikel 13 Wgr ook bepaald dat het lidmaatschap van het algemeen bestuur van rechtswege komt te vervallen indien met ophoudt wethouder of raadslid te zijn. Nadat het lidmaatschap van het algemeen bestuur is beëindigd, is de raad van een deelnemende gemeente gehouden om in de eerstvolgende vergadering een nieuwe lid te benoemen.
Ingevolge artikel 22 Wgr moet het algemeen bestuur tenminste tweemaal per jaar vergaderen. Uiteraard is het algemeen bestuur vrij om frequenter te vergaderen. Voorts is in dit artikel ingevolge artikel 22 Wgr in samenhang met artikel 17 Gemeentewet bepaald dat het algemeen bestuur vergadert indien de voorzitter daarom verzoekt dan wel tenminste een vijfde van het aantal leden van het algemeen bestuur.
De artikelen 9 en 10 regelen de werkwijze rond de vergaderingen van het algemeen bestuur.
Ingevolge artikel 22 eerste lid in samenhang met artikel 17 Gemeentewet is in artikel 9 bepaald dat het algemeen bestuur voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vaststelt. De eerste vier leden van artikel 10 vloeien voort uit het bepaalde in artikel 22 in samenhang met bepalingen in de Gemeentewet. Uit oogpunt van lokaal verlengd bestuur zijn in artikel 22 Wgr veel bepalingen in de Gemeentewet omtrent de vergaderingen van de raad van overeenkomstige toepassing verklaard op de vergaderingen van het algemeen bestuur.
Het algemeen bestuur kan regels stellen over de vergoedingen aan de leden van het bestuur Voor wat betreft de vergoeding en tegemoetkoming aan een bestuurslid bepaalt artikel artikel 21 Wgr dat deze in redelijke verhouding dient te staan tot de aan het lidmaatschap verbonden werkzaamheden, mede rekening houdende met de vergoeding voor werkzaamheden welke het bestuurslid ontvangt uit hoofde van zijn lidmaatschap van het aan de regeling deelnemende bestuursorgaan. Artikel 99 van de Gemeentewet bepaalt voorts dat naast hetgeen de bestuursleden krachtens het eerste lid is toegekend, zij geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van het Natuur- en recreatieschap mogen ontvangen. Voordelen ten laste van het Natuur- en recreatieschap, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkomingen, genieten de bestuursleden slechts voor zover het algemeen bestuur dit bij een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde verordening bepalen.
Dit artikel regelt de verantwoordings- en informatieplicht vanuit het bestuur van het Natuur- en recreatieschap aan de raden van de deelnemende gemeenten. Ingevolge artikel 16 Wgr heeft een lid van het algemeen bestuur een informatie- en een verantwoordingsplicht jegens de raad die hem benoemd heeft.
Het bestuur van het Natuur- en recreatieschap heeft ingevolge artikel 17 Wgr uitsluitend een informatieplicht jegens de raden van de deelnemers. Dit betekent dat het bestuur als zodanig niet ter verantwoording kan worden geroepen door de raden van de deelnemers. In het derde lid is bepaald dat bij het verstrekken van informatie overeenkomstig artikel 16, vijfde lid Wgr ook eventuele opgelegde geheimhouding in acht moet worden genomen.
Dit artikel regelt de samenstelling van het dagelijks bestuur. Ingevolge artikel 14 Wgr worden de leden van het dagelijks bestuur benoemd door en uit het algemeen bestuur. Alle deelnemende gemeenten zijn in dagelijks bestuur vertegenwoordigd met één lid. Bij verhindering of ontstentenis is er sprake van collegiale vervanging en wordt een lid van het dagelijks bestuur vervangen door een ander lid van het dagelijks bestuur.
Dit artikel regelt de inlichtingen- en verantwoordingsplicht voor het dagelijks bestuur en leden van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur en aan de raden van de deelnemende gemeenten. Ingevolge artikel 17 Wgr heeft het dagelijks bestuur een informatieplicht aan de raden van de deelnemende gemeenten. Ingevolge artikel 19a Wgr heeft het dagelijks bestuur een informatie- en verantwoordingsplicht aan het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur heeft dus geen verantwoordingsplicht aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Omdat de leden van het dagelijks bestuur door en uit het algemeen bestuur worden aangewezen eindigt van het rechtswege het lidmaatschap van het dagelijks bestuur indien men ophoudt lid te zijn van het algemeen bestuur. Verwezen wordt naar de toelichting bij artikel
Dit artikel bepaalt dat het dagelijks bestuur de bevoegdheid heeft om voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast te stellen. In tegenstelling tot het algemeen bestuur geldt voor het dagelijks bestuur geen wettelijke verplichting om een reglement van orde vast te stellen.
Dit artikel regelt de stemverhoudingen in het dagelijks bestuur en bevat ook een aantal bepalingen ten aanzien van de vergaderingen van het dagelijks bestuur. In tegenstelling tot het algemeen bestuur bevat de Wgr geen dwingende bepalingen ten aanzien van de vergaderingen van het dagelijks bestuur. In het eerste lid is bepaald dat de vergaderingen van het dagelijks bestuur in principe besloten zijn, met mogelijkheid van het dagelijks bestuur om een vergadering of gedeelte van een vergadering openbaar te verklaren. In het tweede lid is bepaald dat tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig moet zijn voordat de vergadering kan worden geopend. Deze quorum bepaling heeft als doel er voor te zorgen dat de besluiten die in het dagelijks bestuur genomen worden door een meerderheid van de deelnemende gemeenten wordt gedragen. Door het vijfde en zesde lid van artikel 10 van overeenkomstige toepassing te verklaren heeft bij onvoldoende quorum de voorzitter wel de bevoegdheid om een tweede oproep te plaatsen voor een extra vergadering zonder quorum.
Het dagelijks bestuur geeft dagelijks leiding aan het Natuur- en recreatieschap en bereidt alle zaken voor die in het algemeen bestuur worden besproken en waarover het algemeen bestuur dient te beslissen. Daaronder hoort ook het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur. Daarnaast heeft het dagelijks bestuur een zelfstandige bevoegdheid om besluiten te nemen, waarbij met name verwezen kan worden naar artikel 33b Wgr. De bevoegdheden die in laatstgenoemd artikel staan zijn overgenomen in artikel 18. Een van de belangrijkste bevoegdheden voor het dagelijks bestuur is de bevoegdheid om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen zoals het inkopen van goederen en diensten, grondaankopen en het vestigen van zakelijke rechten.
Deze artikelen regelen de aanwijzing van de voorzitter van het Natuur- en recreatieschap en de taken van de voorzitter. De voorzitter van het Natuur- en recreatieschap is ingevolge artikel 12, derde lid Wgr tevens voorzitter en lid van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. In artikel 19, derde lid is tevens de bevoegdheid opgenomen om een plaatsvervangend voorzitter te benoemen.
Het Algemeen bestuur benoemt een secretaris van het Natuur- en recreatieschap die het bestuur en ingestelde commissies bijstaat in de werkzaamheden en kan instructies voor hem vaststellen.
Artikel 25 Wgr regelt dat het algemeen bestuur tevens bestuurscommissies kan instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen indien de regeling dit mogelijk maakt. In artikel 22 is daartoe in de regeling de bevoegdheid voor het algemeen bestuur opgenomen. Aan deze commissies, indien ingesteld, kan het algemeen bestuur tevens bepaalde bevoegdheden delegeren. Om de kenbaarheid rond de bevoegdheden en de werkwijze van deze commissies te verduidelijken is de tekst van artikel 25 Wgr hier grotendeels overgenomen. Een bestuurscommissie mag echter geen territoriaal karakter hebben. Hiermee wordt voorkomen dat een extra bestuurslaag ontstaat.
De bevoegdheid voor het algemeen bestuur om adviescommissies in stellen vloeit al voort uit artikel 24 Wgr. Hiervoor hoeft in de regeling in tegenstelling tot bestuurscommissies geen bevoegdheid te worden opgenomen.
Op grond van artikel 23 heeft het algemeen bestuur de bevoegdheid om ten behoeve van de uitoefening van de taak van het Natuur- en recreatieschap verordeningen vast te stellen. Onderscheid kan gemaakt worden tussen zogenaamde interne verordeningen zoals een financiële verordening of een archiefverordening en verordeningen met externe werking zoals een algemeen verbindend voorschrift. Wat betreft verordeningen met externe werking dat wil zeggen verordeningen tevens inhoudende algemeen verbindende voorschriften is in artikel 24, eerste lid bepaald dat de ontwerpverordening eerst naar de deelnemers moet worden toegezonden. Op deze wijze kunnen de zienswijzen van de deelnemers in de besluitvorming worden meegenomen. Ten aanzien van het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften kan er namelijk overlap plaats vinden met algemeen verbindende voorschriften die al zijn vastgesteld door de deelnemende gemeenten zoals een Algemene Plaatselijke Verordening. In dat kader heeft het algemeen bestuur ingevolge artikel 25 en artikel 30, derde lid Wgr de bevoegdheid om te bepalen dat een verordening van het Natuur- en recreatieschap in de plaats treedt van een verordening van een deelnemende gemeente
Artikel 26,27 en 28 is de neerslag van de financiële administratie en de controle zoals dat in hoofdstuk XIV van de Gemeentewet is geregeld. Het betreft o.a. het vaststellen van een verordening voor het beleid, beheer en organisatie van de financiën van het Natuur- en recreatieschap.
De procedure rond het vaststellen van de begroting en de jaarrekening is geregeld in de artikelen 34 t/m 35 Wgr en is omwille van de kenbaarheid in de artikelen 29, 30 en 31 zoveel mogelijk integraal overgenomen. Artikel 34b Wgr; ‘het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten’, is niet overgenomen in de regeling, maar is wel onverkort van kracht. Voorts is in artikel 30 lid 6 een bepaling opgenomen waardoor het niet langer noodzakelijk is het Dagelijks Bestuur een besluit te laten nemen om een wijziging in de begroting niet voor zienswijze aan de deelnemers aan te bieden.
Artikel 32, eerste lid regelt het algemene beginsel dat de deelnemende gemeenten er voor garant staan dat het Natuur- en recreatieschap te allen tijde beschikt over voldoende middelen om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Voor zover sprake is van een nadelig exploitatiesaldo, wordt dit ten laste gebracht van de deelnemers volgens de verdeelsleutel in artikel 32, eerste lid.
Om te zorgen dat het Natuur- en recreatieschap op elk moment beschikt over voldoende financiële middelen om te kunnen voldoen aan de verplichtingen is in artikel 32, tweede lid bepaald dat de deelnemende gemeenten op twee momenten in het jaar een voorschot van 50 % moeten betalen van de in de begroting van het betreffende jaar opgenomen voor hen geldende bijdragen.
Artikel 34, 35, 36, 37, 38 en 39
Artikel 9 Wgr bepaalt dat een voor onbepaalde tijd getroffen gemeenschappelijke regeling, zoals het geval bij deze regeling, bepalingen dient in te houden omtrent wijziging, opheffing, toetreding en uittreding. Daarin is in de artikelen 34 t/m 39 voorzien. Van belang daarbij is dat voor wijziging een gewone meerderheid en voor opheffing van de regeling een tweederde meerderheid van de bij de regeling betrokken bestuursorganen is vereist. Tot de toetreding van een nieuwe deelnemer kan worden besloten bij unaniem besluit van deelnemende gemeenten van het Natuur- en recreatieschap. In het geval van opheffing van de regeling regelt het opheffingsbesluit de gevolgen van de opheffing voor de deelnemende gemeenten. Het algemeen bestuur is belast met de liquidatie waaronder de vereffening van het vermogen. Voorts is er opgenomen dat, zonder dat wijziging van de gemeenschappelijke regeling noodzakelijk is, op een nader moment een uittreedprotocol vastgesteld kan worden, welke vastgesteld dient te worden bij unaniem besluit. Dit uittreedprotocol bevat nadere regels over de uittreding van een deelnemer.
Dit artikel bevat in het eerste lid de officiële citeertitel van de gemeenschappelijke regeling. Voorts is het van belang dat in het tweede en derde lid wordt bepaald dat de gemeenschappelijke regeling een voorzetting is van de huidige gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en recreatieschap. Hiermee wordt ook beoogd duidelijk te maken dat er geen sprake is van een nieuw getroffen gemeenschappelijke regeling maar een herziening van de tekst van de regeling.
Dit gemeenteblad 2017, nummer 207, is uitgegeven op 18 december 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-233817.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.