Wijziging Nadere regels overige voorzieningen en vergoedingen participatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de concerndirecteur van het cluster Werk & Inkomen van 7 november 2017; kenmerk 2017/050;

 

gelet op de artikelen 17 en 18 van de Participatieverordening Rotterdam 2015;

 

overwegende, dat bij brief van 13 oktober 2016 ter afdoening van de toezegging Budget werken meer lonend maken (15bb8653) de wethouder Werkgelegenheid en Economie heeft aangegeven dat, als sprake is van armoedeval bij de uitstroom naar werk, hij de kosten in verband met de aanvaarding van dat werk wil compenseren;

besluit vast te stellen:

 

Eerste wijziging Nadere regels overige voorzieningen en vergoedingen participatie

Artikel I

De Nadere regels overige voorzieningen en vergoedingen participatie worden als volgt gewijzigd.

 

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h.

    armoedeval: het verschijnsel dat bij werkaanvaarding uit een bijstandsuitkering in de periode van vier tot twaalf maanden na deze werkaanvaarding sprake is van verlies van landelijke en/of gemeentelijke inkomensafhankelijke regelingen en toegenomen, aan het werk gerelateerde, kosten, het besteedbaar inkomen per saldo daalt.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd.

  • 1.

    Het vierde lid, onderdeel b, komt te luiden:

     

    • b.

      In het geval dat het te verstrekken bedrag aan belanghebbende zelf wordt uitgekeerd, toont belanghebbende vooraf de aanschafprijs aan en legt hij achteraf een betalingsbewijs over, dan wel toont belanghebbende bij een kilometervergoeding aan dat voor belanghebbende de locatie niet of onvoldoende bereikbaar is per openbaar vervoer.

  • 2.

    Aan het vierde lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

     

    • c.

      Bij verstrekking van een kilometervergoeding wordt het te verstrekken bedrag vastgesteld op basis van het aantal noodzakelijk te reizen kilometers voor woon-werkverkeer. De vergoeding wordt uitbetaald op het rekeningnummer van belanghebbende.

  • 3.

    Er worden acht leden toegevoegd, luidende:

     

    • 5.

      Het maximum bedrag van € 1.500 per persoon per jaar kan, in afwijking van de termijn zoals vermeld in het derde lid, onder a, worden verstrekt voor de kosten van voorzieningen in het kader van de arbeidsinschakeling vanaf de vierde maand tot en met uiterlijk de twaalfde maand na aanvang van de arbeidsovereenkomst als:

      • a.

        er sprake is van vergoeding van kosten van voorzieningen in de eerste drie maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst en het maximum bedrag nog niet is besteed;

      • b.

        er sprake is van armoedeval.

    • 6.

      Vergoeding van de kosten van de voorzieningen bij arbeidsinschakeling zoals bedoeld in het vijfde lid, geschiedt op aanvraag welke niet eerder mag worden ingediend dan vier maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst.

    • 7.

      De voor vergoeding in aanmerking komende kosten in het vijfde lid genoemde periode, kunnen bestaan uit kosten voor de in het derde lid, onder b, bedoelde voorzieningen dan wel uit kosten van kinderopvang voor zover deze niet kunnen worden voldaan uit de kinderopvangtoeslag dan wel uit een tegemoetkoming kosten kinderopvang via de bijzondere bijstand.

    • 8.

      Voor bepaling van de hoogte van het bedrag van de armoedeval, zoals bedoeld in het vijfde lid, wordt door het college een berekening uitgevoerd.

    • 9.

      Peilmaand voor berekening van de armoedeval is de maand van aanvraag.

    • 10.

      Het college vergelijkt de peilmaand met de laatste volledige maand dat algemene bijstand aan de belanghebbende is verstrekt.

    • 11

      Ten behoeve van de in het achtste lid bedoelde uit te voeren berekening levert belanghebbende alle benodigde en door het college gevraagde stukken aan.

    • 12

      De vergoeding van of de bijdrage in de te verstrekken voorziening, zoals bedoeld in het zevende lid, geschiedt direct op rekeningnummer van belanghebbende.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd.

 

  • 1.

    Aan het derde lid, onderdeel a, wordt toegevoegd:

     

    • een afspraak met de gemeente over, het volgen van, een re-integratietraject.

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

     

    • 4.
      • a.

        Voor het maken van noodzakelijke reizen, zoals bedoeld in het derde lid, aanhef en onder a, kan het college verstrekken:

        • a.

          een dagkaart van de RET;

        • b.

          een voucher voor:

          • een abonnement voor een week dan wel een maand, gegeven voor het aantal sterren dat naar oordeel van het college noodzakelijk is, tot maximaal 3 sterren, ten behoeve van het opladen op de eigen persoonlijke OV-chipkaart door de RET;

          • een saldo ter hoogte van het bedrag dat naar oordeel van het college noodzakelijk is voor het reistraject dat afgelegd wordt tot een maximum van € 50, ten behoeve van het opladen van de eigen persoonlijke OV-chipkaart door de RET;

          • een fiets voor maximaal € 85 bij Fietspunt, in gevallen waarbij door het college is vastgesteld dat het openbaar vervoer geen optie is.

      • b.

        In geval van een afspraak met de gemeente over, het volgen van, een re-integratietraject worden de eerste twee zones van de reiskosten niet vergoed, tenzij sprake is van een deelname aan of voortraject van een schulddienstverleningstraject.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 december 2017.

De secretaris,

C.M. Sjerps

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Toelichting:

Algemene toelichting

 

In de brief van de wethouder Werkgelegenheid en Economie aan de Commissie Werk, Inkomen, Participatie en Volksgezondheid van 13 oktober 2016, ter afdoening van de toezegging Budget werken lonend maken (15bb8653), is opgemerkt dat, als sprake is van armoedeval bij werkaanvaarding uit een bijstandsuitkering, zowel bijzondere bijstand als het ‘opstapje’ een extra financiële bijdrage kunnen betekenen. Dit ‘opstapje’ valt onder de nazorg bij arbeidsaanvaarding en bedraagt maximaal € 1.500,-. De onderhavige wijziging regelt de voorwaarden waaronder de extra ruimte wordt gegeven bij een armoedeval.

Artikelsgewijs

A

 

Er zijn individuele situaties denkbaar waarin er als gevolg van extra kosten (voor bijvoorbeeld kinderopvang of noodzakelijke kosten ter verkrijging of aanvaarding van werk) na werkaanvaarding door de voormalige bijstandsgerechtigde sprake is van een achteruitgang in het besteedbaar inkomen.

B

 

a: 

De werkzoekende dient in geval van een kilometervergoeding aan te tonen dat de werklocatie, al dan niet in combinatie met de werktijden, onbereikbaar is met het openbaar vervoer. Dit kan bijvoorbeeld door de route woon-werk inzichtelijk te maken via OV9292 al dan niet in combinatie met de werktijden, waardoor reizen naar de werklocatie met het openbaar vervoer niet tot de mogelijkheden behoort.

 

b: 

Vaststelling van het aantal noodzakelijk te reizen kilometers, geschiedt op basis van de kortste route voor de enkele reis van de ANWB routeplanner.

 

c:  

Indien belanghebbende een vergoeding, dan wel een bijdrage in, van kosten aanvraagt in het kader van nazorg bij arbeidsinschakeling dan geldt dat in de eerste drie maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst het derde lid van toepassing is. Wanneer in de eerste drie maanden een vergoeding is verstrekt, dient dit bedrag bij een eventuele aanvraag die belanghebbende vanaf de vierde maand na aanvang van de arbeidsovereenkomst indient, in mindering te worden gebracht. In het kader van nazorg bij arbeidsinschakeling geldt immers een maximale vergoeding van € 1.500,-, die aan een belanghebbende kan worden verstrekt.

Om vast te kunnen stellen of sprake is van armoedeval en zo ja, wat de hoogte hiervan is, voert het college een berekening uit. Deze berekening geschiedt middels een rekentool. Met de berekening worden de inkomsten en uitgaven vergeleken van de laatste volledige maand waarover belanghebbende de bijstandsuitkering heeft ontvangen en de maand van aanvraag voor vergoeding van de kosten waardoor armoedeval wordt veroorzaakt. In verband met deze berekening wordt belanghebbende gevraagd stukken in te leveren die betrekking hebben op de hoogte van de inkomsten en uitgaven, zoals:

  • eigen bijdrage kinderopvang;

  • zorgtoeslag;

  • huur-/woonkostentoeslag;

  • kindgebonden budget;

  • jeugdtegoed;

  • heffingskortingen;

  • afvalstoffenheffing;

  • waterschapsbelasting;

  • eventuele overige inkomsten.

Daarnaast dient belanghebbende, voor zover van toepassing, de hieronder genoemde stukken in te leveren:

  • arbeidsovereenkomst;

  • loonspecificatie inclusief vakantiegeld;

  • uitkeringsspecificatie Participatiewet (in geval van aanvullende uitkering);

  • reiskosten woon-werkverkeer;

  • overige werk gerelateerde kosten.

C

 

a:  

Deze bepaling wordt opgenomen omdat die per abuis niet in de regeling stond.

 

b: 

In artikel 3, vierde lid, onder a, sub b wordt onder het derde vierkantje geregeld dat belanghebbende een voucher ontvangt die door belanghebbende bij Fietspunt kan worden ingeleverd ter verkrijging van een fiets ter waarde van maximaal € 85,-.

 

c: 

Het algemene uitgangspunt is dat de eerste twee zones niet worden vergoed. Echter, hierop geldt een uitzondering als er sprake is van een (voortraject van een) schulddienstverleningstraject. De werkzoekende dient op basis van objectieve gegevens, zoals bijvoorbeeld een overeenkomst met de schulddienstverleningsinstantie, afsprakenplan met de schulddienstverleningsinstantie, gerechtelijke uitspraak of een verklaring van de bewindvoerder, aantoonbaar te maken dat er sprake is van een schulddienstverleningstraject, dan wel een voortraject hierop. In dit laatste geval dient de werkzoekende bijvoorbeeld een bewijs van verwijzing door de Vraagwijzer naar de Kredietbank Rotterdam in te leveren. Indien dit aantoonbaar is gemaakt dan worden voor reizen in verband met een afspraak met de gemeente in het kader van een re-integratietraject ook over de eerste twee te reizen zones de reiskosten vergoed.

Dit gemeenteblad 2017, nummer 204, is uitgegeven op 13 december 2017 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halve Maanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven