Gemeenteblad van Waddinxveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddinxveen | Gemeenteblad 2017, 233771 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddinxveen | Gemeenteblad 2017, 233771 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2018
De raad der gemeente Waddinxveen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2017;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
Onverminderd het bepaalde onder 1, 2, 3 en 4 bedraagt de belasting voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, het tarief zoals deze door Cyclus is vastgesteld en bekendgemaakt (tarieven zijn vermeld in de bij deze verordening opgenomen bijlage).
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven, met dien verstande dat ten aanzien van de belasting bedoeld in artikel 4, tweede, derde en vijfde lid, per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd. Dit is eveneens het geval ten aanzien van de belasting bedoeld in artikel 4, vierde lid, voor zover het betreft de verschuldigde belasting in het belastingjaar waarin de belastingplicht aanvangt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde belasting
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 4, eerste en vierde lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting bedoeld in artikel 4, eerste en vierde lid, aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien in de loop van het belastingjaar het gebruik van het perceel door twee of meer personen wijzigt in een gebruik door één persoon, wordt de belasting als bedoeld in artikel 4, eerste lid, naar de nieuwe situatie berekend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het ontstaan van de nieuwe situatie, nog volle kalendermaanden overblijven; de belasting zal dan voor de overige twaalfde gedeelten worden berekend naar de oude situatie in het betreffende belastingjaar.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige belasting
De belasting bedoeld in artikel 4, tweede, derde en vijfde lid, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 9 Termijnen van betaling voor de jaarlijks verschuldigde belasting
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen over de belasting bedoeld in artikel 4, eerste en vierde lid, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 75,00, doch minder dan € 5.000, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing is de kwijtscheldingsregeling uitsluitend van toepassing op de onder artikel 4, sub.1
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
De "Verordening afvalstoffenheffing 2017" van 9 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-233771.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.