|
|
|
4.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om
een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 5. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
4.2
|
Bouwactiviteiten
|
|
4.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de bouwkosten:
|
|
|
a. minder dan € 50.000,- bedragen:
3,1% van het bedrag met een minimum van:
|
€ 118,65
|
|
b. € 50.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 100.000,-:
3 % van het bedrag boven € 50.000,- vermeerderd met:
|
€ 1.550,00
|
|
c. € 100.000,-- bedragen of meer, doch minder dan € 250.000,--:
2,9 % van het bedrag boven € 100.000 vermeerderd met:
|
€ 3.050,00
|
|
d. € 250.000,-- bedragen of meer, doch minder dan € 500.000,--:
2,8 % van het bedrag boven € 250.000 vermeerderd met:
|
€ 7.400,00
|
|
e. € 500.000,-- bedragen of meer, doch minder dan € 1.000.000,--:
2,7 % van het bedrag boven € 500.000 vermeerderd met:
|
€ 14.400,00
|
|
f. € 1.000.000,-- bedragen of meer:
2,6 % van het bedrag boven € 1.000.000 vermeerderd met:
|
€ 27.900,00
|
4.3
|
Vergunning weg- of waterbouwkundig werk
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een weg- over waterbouwkundig werk worden overeenkomstig 4.2 de volledige leges geheven. Eventuele toeslagen als bedoeld in 4.5, 4.17, 4.18 en 4.19 worden tevens volledig in rekening gebracht. Voor de toepassing van deze bepaling wordt onder weg- en waterbouwkundige werken voor het algemeen nut verstaan:
bruggen, viaducten, geluidwerende schermen, onderdoorgangen, tunnels, kademuren, stuwen, sluizen, beschoeiingen, aanlegsteigers en oeververdedigingen voor algemeen nut.
|
|
4.4
|
Aanlegactiviteiten
|
|
4.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 267,15
|
4.4.2
|
In voorkomende gevallen wordt het verschuldigde tarief verhoogd met onderscheidenlijk de in de onderdelen 4.5, 4.17, 4.18 en 4.19 genoemde tarieven.
|
|
4.4.3
|
Indien de aanvraag wordt geweigerd alvorens toepassing wordt gegeven aan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht dan is een tarief verschuldigd van
|
€ 1.192,95
|
4.5
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
4.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in 4.2.1:
|
|
|
a. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) of
|
|
|
b. indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
c. Indien enkel de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, juncto artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 1º of 2º van de Wabo wordt aangevraagd, bedraagt het tarief:
|
€ 476,55
|
4.5.2
|
Indien er ook sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo bedraagt het tarief:
|
|
|
a. indien de bouwkosten minder dan € 25.000,- bedragen:
|
€ 150,00
|
|
b. € 25.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 50.000,-:
|
€ 250,00
|
|
c. € 50.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 100.000,-:
|
€ 350,00
|
|
d. € 100.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 250.000,-:
|
€ 450,00
|
|
e. € 250.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 500.000,-:
|
€ 750,00
|
|
f. € 500.000,- bedragen of meer, doch minder dan € 1.000.000,-:
|
€ 1.000,00
|
|
g. € 1.000.000,- bedragen of meer:
|
€ 1.500,00
|
4.5.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 11.657,20
|
4.5.4
|
Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 476,55
|
4.5.5
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 476,55
|
4.5.6
|
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 476,55
|
4.5.7
|
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 476,55
|
4.5.8
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 476,55
|
4.6
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
4.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
- categorie 1: 0 t/m 225 m²
|
€ 238,25
|
|
- categorie 2: 226 t/m 500 m²
|
€ 238,25
|
|
- categorie 2: toeslag per meter
|
€ 0,98
|
|
- categorie 3: 501 t/m 2.000 m²
|
€ 529,10
|
|
- categorie 3: toeslag per meter
|
€ 0,50
|
|
- categorie 4: 2.001 t/m 5.000 m²
|
€ 1.333,25
|
|
- categorie 4: toeslag per meter
|
€ 0,15
|
|
- categorie 5: 5.001 t/m 50.000 m²
|
€ 1.856,50
|
|
- categorie 5: toeslag per meter
|
€ 0,02
|
|
- categorie 6: meer dan 50.001 m²
|
€ 2.905,10
|
|
- categorie 6: toeslag per meter
|
€ 0,01
|
4.6.2
|
Indien de aanvraag om een vergunning, bedoeld onder 4.6.1, betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning, bedraagt het legestarief, indien het betreft:
|
|
|
a. Uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in onderdeel 4.6.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;
|
|
|
b. Herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld onder 4.6.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de wijziging.
|
|
4.7
|
Vergunning brandveilig gebruik inrichtingen
|
|
4.7.1
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het in gebruik hebben of houden van inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2.1.1 lid 1, van de Brandbeveiligingsverordening ten behoeve van het gebruik van een in dat artikel omschreven inrichting niet zijnde bouwwerk:
vermeerderd met een toeslag als hieronder aangegeven.
|
|
4.7.1.1
|
Voor een inrichting met een gebruiksoppervlakte:
|
|
|
- categorie 1: 0 t/m 225 m²
|
€ 238,25
|
|
- categorie 2: 226 t/m 500 m²
|
€ 238,25
|
|
- categorie 2: toeslag per meter
|
€ 0,98
|
|
- categorie 3: 501 t/m 2.000 m²
|
€ 529,10
|
|
- categorie 3: toeslag per meter
|
€ 0,50
|
|
- categorie 4: 2.001 t/m 5.000 m²
|
€ 1.333,25
|
|
- categorie 4: toeslag per meter
|
€ 0,15
|
|
- categorie 5: 5.001 t/m 50.000 m²
|
€ 1.856,50
|
|
- categorie 5: toeslag per meter
|
€ 0,02
|
|
- categorie 6: meer dan 50.001 m²
|
€ 2.905,10
|
|
- categorie 6: toeslag per meter
|
€ 0,01
|
4.7.2
|
Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 4.7.1 en 4.7.1.1 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning bedraagt het legestarief, indien het betreft:
|
|
|
a. uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in onderdeel 4.7.1 en 4.7.1.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;
|
|
|
b. herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlak te beslaat: 50% van het legestarief vermeld in onderdeel 4.6.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de wijziging.
|
|
4.8
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of
Dorpsgezichten
|
|
4.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Vught 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9, tweede lid van die gemeentelijke verordening een vergunning is vereist, bedraagt het tarief, naast eventuele andere bedragen die op grond van deze titel zijn verschuldigd:
|
|
4.8.1.1
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning m.b.t. het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument (artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo):
|
€ 358,60
|
4.8.1.2
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning m.b.t. het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht (artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo):
|
€ 238,25
|
4.8.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Vught 2006 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 119,70
|
4.9
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of
Dorpsgezicht
|
|
4.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief, in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo,:
|
€ 119,70
|
4.10
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag:
|
€ 97,80
|
|
Voor uitvoering van de werkzaamheden op of aan openbare grond zal door de afdeling Realisatie en Beheer een begroting worden opgesteld. De werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd in opdracht van de gemeente. De kosten van aanleg komen voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning.
|
|
4.11
|
Handelsreclame
|
|
4.11.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is, waarvoor ingevolge artikel 4:16, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning is vereist en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 4.2 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag:
|
€ 79,90
|
4.12
|
Kappen
|
|
4.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vught een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
a. voor maximaal 5 bomen of een houtopstand:
|
€ 86,95
|
|
b. voor iedere boom meer dan 5:
|
€ 14,10
|
4.13
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
4.13.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 476,55
|
4.14
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 476,55
|
4.15
|
Andere activiteiten
|
|
4.15.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van deze titel bedoeld en die activiteit of handeling:
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
a. als het een gemeentelijke verordening betreft:
|
€ 476,55
|
|
b. als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:
|
€ 476,55
|
4.16
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
4.16.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
4.16.1.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze titel voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft.
|
|
4.16.1.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze titel voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
4.17
|
Verhogingen, aanvullingen
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk en deze titel bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning.
Indien volgens wettelijk voorschrift de beoordeling nodig is van een:
|
|
4.17.1
|
Milieukundig bodemrapport:
|
€ 238,25
|
4.17.2
|
Een aanvraag voor het schriftelijk verstrekken van adviezen inzake archeologische waarden en verwachtingen op basis van uurtarief (€ 110,60).
|
|
4.17.3
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig opstellen Programma van Eisen, volgens de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA):
|
€ 707,10
|
4.17.4
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek:
|
€ 235,65
|
4.17.5
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van offertes tot het doen van archeologisch (voor)onderzoek:
|
€ 235,65
|
4.17.6
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek:
|
|
|
a.art. 9.1 Erfgoedwet juncto art. 39 lid 2 Monumentenwet:
|
€ 707,10
|
|
a.art. 9.1 Erfgoedwet juncto art. 40 lid 1 Monumentenwet:
|
€ 943,15
|
|
a.art. 9.1 Erfgoedwet juncto art. 41 lid 1 Monumentenwet:
|
€ 353,80
|
4.17.7
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van tweede versies van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex art. 39 lid 2, art. 40 lid 1 of art. 41, lid 1 van de Monumentenwet (ongeacht het soort archeologisch onderzoek):
|
€ 353,80
|
4.17.8
|
De vaststelling van een hogere grenswaarde zoals bedoeld in artikel 83 van de Wet geluidhinder:
|
€ 704,50
|
4.17.9
|
Een ontheffing van de bepalingen van de Bouwverordening of Bouwbesluit 2012:
|
€ 235,25
|
4.17.10
|
Het beoordelen van een rapport over het plaatsgebonden en groepsrisico zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen:
|
€ 476,55
|
4.17.11
|
De beoordeling van een asbestinventarisatierapport:
|
€ 178,60
|
4.17.12
|
De beoordeling van een sloopveiligheidsplan:
|
€ 119,70
|
4.17.13
|
Het beoordelen van een verzoek om gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012:
|
€ 238,25
|
4.17.14
|
Indien zich tijdens de beoordeling van een aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
€ 59,75
|
4.17.15
|
Indien krachtens wettelijk voorschrift voor een aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 690,00
|
4.18
|
Advies
|
|
4.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk en deze titel bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:
|
€ 476,55
|
4.19
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
4.19.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk en deze titel bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
a. indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 476,55
|
|
b. indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 476,55
|
4.20
|
Toetsing zorgvuldige veehouderij (Verordening ruimte 2014) Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV)
|
|
4.20.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk en deze titel bedraagt het tarief voor de beoordeling van de aanvraag aan de Verordening ruimte Noord-Brabant en/of Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij of daarmee gelijk te stellen regels van de Provincie Noord-Brabant:
|
€ 1.462,25
|
4.21
|
Legalisatievergunning
|
|
4.21.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 4.2 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is: 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|