Verordening tot wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015

De raad van de gemeente Vught;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

 

Gelet op artikel 8a van de Participatiewet;

 

artikel 10b van de Participatiewet;

 

gelezen het advies van de Adviesraad Sociaal Domein;

Besluit vast te stellen:

de Verordening tot wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015.

Artikel I
  • 1.

    Artikel 3, tweede lid en derde lid vervallen.

  • 2.

    Artikel 3, vierde lid wordt vernummerd naar artikel 3, tweede lid.

Artikel II

Artikel 4 wordt gewijzigd in:

“Artikel 4. Voorzieningen

  • 1.

    Het college kan, onder andere de volgende voorzieningen gericht op re-integratie en participatie inzetten:

    • a.

      De wettelijke voorzieningen:

      • 1.

        Participatievoorziening beschut werk, zoals bedoeld in artikel 10b van de Participatiewet;

      • 2.

        Loonkostensubsidie zoals bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet.

      • 3.

        Jobcoaching

    • b.

      De (aanvullende) regionale voorzieningen uit het Functioneel Ontwerp Werkgeversdienstverlening van de regio Noordoost-Brabant:

      • 1.

        Werkervaring;

      • 2.

        Proefplaatsing;

      • 3.

        Detacheren en uitzenden.

    • c.

      Overige (aanvullende) lokaal geregelde voorzieningen (niet-limitatieve opsomming):

      • 1.

        Onderzoeken naar mogelijkheden op de arbeidsmarkt

      • 2.

        Verzuiminterventie;

      • 3.

        Sociale activering;

      • 4.

        Traject omgaan met psychosociale belemmeringen;

      • 5.

        Scholing;

      • 6.

        Bemiddeling naar werk

      • 7.

        Activiteiten gericht op arbeidstoeleiding

      • 8.

        Incidentele loonkostensubsidie.

  • 2.

    Voorzieningen die gericht zijn op de arbeidsinschakeling worden alleen ingezet als zonder die inzet het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid naar het oordeel van het college niet mogelijk is.”

Artikel III

Artikel 5 wordt gewijzigd in:

“Artikel 5. Participatievoorziening beschut werk

  • 1.

    Het college biedt de voorziening beschut werk aan aan een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en deze persoon:

    • a.

      behoort tot de doelgroep; of

    • b.

      een persoon is aan wie het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een uitkering verstrekt.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid krijgt een persoon van wie is vastgesteld dat deze alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en die nog niet in aanmerking is gekomen voor een beschut werkplek omdat het aantal geraamde beschut werkplekken in één jaar al is gerealiseerd, voorrang op personen van wie later is vastgesteld dat zij alleen in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.

  • 3.

    Om de in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken, biedt het college de voorzieningen zoals genoemd in artikel 4 lid 1 gericht op arbeidsinschakeling aan.

  • 4.

    Het college biedt de voorzieningen zoals genoemd in artikel 4 lid 1 gericht op arbeidsinschakeling aan tot het moment dat de dienstbetrekking beschut werk aanvangt.

  • 5.

    Het college realiseert het aantal plekken dat bij ministeriele regeling is vastgesteld.”

Artikel IV

Artikel 5a wordt toegevoegd.

“Artikel 5a Participatieplaats

  • 1.

    Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand overeenkomstig artikel 10a van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten.

  • 2.

    Het college zorgt ervoor dat de te verrichten additionele werkzaamheden worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst die wordt ondertekend door het college, de organisatie die de werkzaamheden aanbiedt en de persoon die de additionele werkzaamheden gaat verrichten.

  • 3.

    De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet bedraagt € 0,- per zes maanden.”

Artikel V

Artikel 7 Persoonlijke Ondersteuning vervalt.

Artikel VI

Artikel 7 wordt toegevoegd:

“Artikel 7 Incidentele loonkostensubsidie

  • 1.

    Het college kan een loonkostensubsidie aan een werkgever verstrekken om daarmee het opdoen van werkervaring of de overgang naar een reguliere functie bij de betreffende werkgever voor een belanghebbende mogelijk te maken.

  • 2.

    De duur en hoogte van de subsidie worden door het college vastgesteld op basis van een individuele afweging ten aanzien van de belanghebbende.

  • 3.

    Deze voorziening kan niet worden ingezet als hierdoor de concurrentieverhoudingen onverantwoord worden beïnvloed of door deze voorziening verdringing van reguliere werknemers plaatsvindt.

  • 4.

    De duur van de subsidie bedraagt maximaal drie maanden.

  • 5.

    De hoogte van de subsidie bedraagt nooit meer dan het wettelijk minimumloon.

  • 6.

    De loonkostensubsidie dient vóór aanvang van het dienstverband te worden aangevraagd.

  • 7.

    Geen subsidie wordt toegekend indien het dienstverband reeds is aangegaan voordat op de aanvraag door het college is beslist.”

Artikel VII

Artikel 8 No-riskpolis vervalt.

Artikel VIII

Artikel 9 wordt vervangen door:

“Artikel 8. Vaststelling wie tot doelgroep loonkostensubsidie behoort

  • 1.

    Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie op grond van artikel 10d van de Participatiewet.

  • 2.

    Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:

    • a.

      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet; én

    • b.

      die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen; én

    • c.

      die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie; én

    • d.

      die persoon voldoet aan de criteria die zijn opgenomen in het landelijk besluit loonkostensubsidie Participatiewet.”

Artikel IX

Artikel 10 wordt vernummerd naar artikel 9.

Artikel X

Artikel 11 vervalt.

Artikel XI

Artikel 12 wordt vernummerd naar artikel 10.

Artikel XII

Artikel 13 wordt vervangen door:

“Artikel 11 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015 wordt ingetrokken per 1 januari 2018.

  • 2.

    Een persoon die gebruik maakt van een op grond van de Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015 toegekende voorziening, die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor de duur van de ingezette voorziening, doch niet langer 12 maanden, mits wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Re-integratieverordening Participatiewet Vught 2015.

  • 3.

    Het college kan na afloop van de in het tweede lid bedoelde periode, besluiten of een voorziening wordt voortgezet.”

Artikel XIII

Artikel 14 wordt vervangen door:

“Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Re-integratieverordening Vught 2018.”

Artikel XIV

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught in zijn openbare vergadering van 14 december 2017.

de raadsgriffier,

Mw. K.I. Goossens

de voorzitter,

R.J. van de Mortel

Naar boven