Gemeenteblad van De Marne
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Marne | Gemeenteblad 2017, 233111 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Marne | Gemeenteblad 2017, 233111 | Verordeningen |
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2018
HOOFDSTUK II AFVALSTOFFENHEFFING
Artikel 3Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van belastingplichtigen die op basis van medische indicatie een extra restafvalcontainer aanvragen. Bij de aanvraag hoort een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later en de derde twee maanden na de vervaldag van de tweede termijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerendezaakbelastingen of andere heffingen meer is dan € 10.000,-- dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn, vervallende op de laatste dag van de tweede maand na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
op het tijdstip van uitreiking;
2.ingeval van toezending van de kennisgeving:
binnen 30 dagen na de dagtekening.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt dat de aanslagen zoals bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de bij deze verordening horende tarieventabel moeten worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking in zoverre van het eerste, derde en vierde lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 130,--, doch minder is dan € 10.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
HOOFDSTUK III REINIGINGSRECHTEN
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 18 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later en de derde twee maanden na de vervaldag van de tweede termijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolrechten en/of andere heffingen meer is dan
€ 10.000,--, dat de aanslagen moeten worden betaald in een termijn, vervallende op de laatste dag van de tweede maand na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt dat de aanslagen zoals bedoeld in hoofdstuk 2.2 van de bij deze verordening horende tarieventabel moeten worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 20 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 21 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel
Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsheffingen 2018
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing (vast gedeelte)
1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar, met uitzondering van percelen behorende tot het recreatiepark 't Suyderoogh € 130,68
1.1.2 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar, voor zover dit gelegen is op recreatiepark 't Suyderoogh € 227,72
1.1.3 De belasting onder 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van elke extra container, ongeacht het formaat of de kleur € 51,90
Hoofdstuk 1.2. Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor de lediging van minicontainers en ondergrondse containers (variabel gedeelte)
1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het aanbieden van een container voor lediging van:
1.2.1.1 een minicontainer van 240 liter, bestemd voor de inzameling van restafval: € 4,36
1.2.1.2 een minicontainer van 240 liter, bestemd voor de inzameling van GFT-afval: € 3,41
1.2.1.3 een minicontainer van 140 liter, bestemd voor de inzameling van restafval: € 2,80
1.2.1.4 een minicontainer van 140 liter, bestemd voor de inzameling van GFT-afval: € 2,17
1.2.1.5 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting per opening van een ondergrondse container bestemd voor de inzameling van rest- en GFT-afval: € 1,01
Hoofdstuk 1.3 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
1.3.Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en 1.2 bedraagt de belasting voor:
1.3.1 het op aanvraag verwijderen van grove huishoudelijke afvalstoffen:
1.3.1.1 * voor de eerste m3 of een gedeelte ervan € 35,00
1.3.1.2 * en voor elke volgende m3 of gedeelte ervan € 24,00
1.3.2 het zelf storten van grove huishoudelijke afvalstoffen in het gemeentelijk grof vuil-depot:
1.3.2.1 * voor de eerste m3 of een gedeelte ervan € 20,00
1.3.2.2 * en voor elke volgende m3 of gedeelte ervan € 15,00
1.3.3 het op aanvraag verwijderen van bouw- en sloopafval:
1.3.3.1 * voor de eerste m3 of een gedeelte ervan € 35,00
1.3.3.2 * en voor elke volgende m3 of gedeelte ervan € 24,00
1.3.4 het zelf storten van bouw- en sloopafval in het gemeentelijk grofvuil-depot:
1.3.4.1 * voor de eerste m3 of een gedeelte ervan € 20,00
1.3.4.2 * en voor elke volgende m3 of gedeelte ervan € 15,00
1.3.5 het op aanvraag verwijderen van grof tuinafval:
1.3.5.1 * voor elke m3 of een gedeelte ervan € 35,00
* voor elke volgende m3 of een gedeelte ervan € 24,00
1.3.6 het zelf storten van grof tuinafval in het gemeentelijk grofvuil-depot:
1.3.6.1 * voor de eerste m3 of een gedeelte ervan € 15,00
1.3.6.2 * en voor elke volgende m3 of gedeelte ervan € 10,00
1.3.7 voor het plaatsen van een slot op een container, ongeacht het formaat of de kleur € 58,90
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
Hoofdstuk 2.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten
2.1.1 Het recht excl. BTW bedraagt per belastingjaar voor het inzamelen van huishoudelijke en/of bedrijfsmatige afvalstoffen indien daarvoor geen belasting wordt geheven bedoeld in artikel 3, van de verordening, per perceel € 130,68
2.1.2 Het recht onder 2.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van elke extra container, ongeacht het formaat of de kleur, excl. BTW, met € 51,90
Hoofdstuk 2.2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten voor de lediging van minicontainers
2.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2.1.1 bedraagt de belasting excl. BTW voor het aanbieden van een container voor lediging van:
2.2.1 een minicontainer van 240 liter, bestemd voor de inzameling van restafval: € 4,36
2.2.2 een minicontainer van 240 liter, bestemd voor de inzameling van GFT-afval: € 3,41
2.2.3 een minicontainer van 140 liter, bestemd voor de inzameling van restafval: € 2,80
2.2.4 een minicontainer van 140 liter, bestemd voor de inzameling van GFT-afval: € 2,17
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-233111.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.