Gemeenteblad van Almere
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2017, 233071 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2017, 233071 | Verordeningen |
Verordening jeugdhulp gemeente Almere
De raad van de gemeente Almere;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 2.10, 2.11, 2.12 en 8.1.1, vierde lid van de Jeugdwet;
gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein (ASD);
overwegende dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij
hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven; dat van burgers
verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan; dat burgers die zelf,
dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of
onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op
ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving
kunnen blijven wonen; dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van
het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de
ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen
met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd
wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen,
diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te
Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente
In spoedeisende gevallen treft het college na de melding onverwijld een tijdelijke voorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek, dan wel treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke maatregel of vraagt het college een machtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet.
Voor het gesprek verschaft de cliënt het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover deze redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college brengt de cliënt op de hoogte van de mogelijkheid om met een eigen plan te komen, inclusief ideeën voor de behandeling, en stelt deze in de gelegenheid het plan te overhandigen. Tevens wordt de cliënt geïnformeerd over de mogelijkheid om bij het opstellen van het plan ondersteuning te krijgen.
4g. Criteria voor een individuele voorziening, afwegingskader
Het college neemt het verslag van het onderzoek als uitgangspunt voor de beoordeling van een aanvraag om een individuele voorziening.
Een cliënt komt in aanmerking voor een individuele voorziening ter compensatie van de problemen die zich kunnen voordoen bij jeugdigen,
indien andere mogelijkheden om het opvoed- of opgroeiprobleem op te lossen of draagbaar te maken voor de jeugdige en zijn omgeving, zijn uitgeput. Deze problemen kunnen zich voordoen ten gevolge van (vermoedelijke) onveiligheid, of een (vermoedelijke) psychische stoornis, of een licht verstandelijke beperking;
Een individuele voorziening wordt ook ingezet als er sprake is van een acute onveilige situatie, of wanneer de jeugdige naar inzicht van het College ernstig in zijn/haar ontwikkeling wordt bedreigd.
Een individuele voorziening kan tevens worden ingezet als onderdeel van een jeugdbeschermingsmaatregel door een daartoe gecertificeerde instelling als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Jeugdwet.
Als een individuele voorziening noodzakelijk is, verstrekt het college de goedkoopst adequate voorziening.
Een cliënt moet voldoende in staat zijn zelfstandig een pgb te beheren. Indien de cliënt zelf niet in staat is het pgb te beheren en dit niet overgenomen wordt door een wettelijke vertegenwoordiger, kan het college van de beheerder een verklaring Gewaarborgde hulp vragen, vergelijkbaar met artikel 5.11 van de Regeling langdurige zorg.
Een aanvraag voor een pgb kan geweigerd worden indien:
de ondersteuning die door één en dezelfde persoon geleverd wordt meer bedraagt dan 40 uur per week. Bij het vaststellen of deze 40 uur per week overschreden wordt kan ook betrokken worden de hoeveelheid ondersteuning die deze persoon, al dan niet via een pgb, levert aan andere personen of gezinsleden;
de cliënt naar het oordeel van het college:
verwijtbaar onder toezicht staat of een bewindvoerder heeft tenzij de bewindvoerder het volledige beheer van het pgb op zich neemt. De kosten die hiermee gemoeid zijn komen ten laste van de cliënt. Onder verwijtbaar wordt verstaan dat de persoon handelingen heeft verricht of keuzes heeft gemaakt die ertoe hebben geleid dat toezicht of bewindvoering noodzakelijk is;
Voordat een pgb wordt toegekend dient de cliënt het uitvoeringsplan inclusief de daarbij behorende zorgovereenkomsten voor akkoord aan te bieden aan het college. Pas na akkoord van het college wordt het pgb toegekend. Indien de cliënt een wijziging aan wil brengen in het uitvoeringsplan of de lopende zorgovereenkomst dan dient deze wijziging ook eerst voorgelegd te worden aan het college.
Een pgb voor hulpmiddelen, roerende woonvoorzieningen en woningaanpassingen (niet bouwkundig) wordt afgegeven voor een periode die rekening houdt met een reële afschrijvingstermijn. Een pgb voor een woningaanpassing wordt toegekend aan de huurder van de woning en in geval van een koopwoning, aan de eigenaar van de woning.
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de individuele voorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en
De hoogte van een pgb wordt vastgesteld voor:
uitgevoerd door een niet daartoe opgeleid persoon, die voldoet aan de PGB kwaliteitseisen: op basis van het laagste toepasselijke tarief per uur dat voor dergelijke hulp wordt gehanteerd bij de uitvoering van de Wet langdurige zorg, mits de hulpverlener geen eerste- of tweedegraads familielid of huisgenoot is.
uitgevoerd door een niet daartoe opgeleid persoon, die voldoet aan de PGB kwaliteitseisen: op basis van het laagste toepasselijke tarief per uur dat voor dergelijke hulp wordt gehanteerd bij de uitvoering van de Wet langdurige zorg, mits de hulpverlener geen eerste- of tweedegraads familielid of huisgenoot is.
Het PGB is bedoeld om ondersteuning mee in te kopen en het is niet toegestaan om het pgb te besteden aan bijvoorbeeld bemiddelings- en administratiekosten, huur- of woonkosten, voedingskosten, geschenken, feestdagenuitkeringen of andere eenmalige uitkeringen en reiskosten van de zorgverlener(s). Er wordt geen verantwoordingsvrij bedrag gehanteerd.
Het is toegestaan om een PGB voor maximaal 6 weken per jaar in het buitenland te besteden. Als er gedurende deze periode ter plaatse een andere zorgverlener wordt ingezet, dan moet daarvoor een afzonderlijke zorgovereenkomst worden afgesloten met een lokale zorgaanbieder. Als in het buitenland zorgverleners worden ingehuurd die niet onder de Nederlandse belastingwetgeving vallen dan worden de voor de ondersteuning geldende maximale uurtarieven verlaagd met het voor dat land geldende aanvaardbaarheidspercentage van het zorgkantoor.
Na ontvangst van het toekenningsbesluit heeft de cliënt drie maanden de tijd om het pgb te gaan besteden waarvoor het bedoeld is. Indien niet binnen drie maanden is besteed dan wordt er contact opgenomen met de cliënt om te informeren naar de stand van zaken. Indien nodig wordt de cliënt alsnog de mogelijkheid geboden om de voorziening in een andere verstrekkingsvorm te ontvangen.
Artikel 7. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 8. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
a. de aard en omvang van de te verrichten taken;
b. de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie;
c. een redelijke toeslag voor overheadkosten;
d. een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg;
e. kosten voor bijscholing van het personeel, en
f. de inzet die wordt gepleegd om kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering in samenhang met andere hulp en ondersteuning aan de jeugdige en/of het gezin aan te bieden.
Artikel 9. Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 10. Toezicht en handhaving.
Het college wijst personen aan die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving
van het bepaalde bij de wet dan wel deze verordening ten aanzien van de bestrijding van
het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden
budget, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet dan wel deze
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-233071.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.