Gemeenteblad van Schiermonnikoog
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schiermonnikoog | Gemeenteblad 2017, 232963 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schiermonnikoog | Gemeenteblad 2017, 232963 | Verordeningen |
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018
De raad van de gemeente Schiermonnikoog;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2017;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid , en 7 van de Paspoortwet;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. “dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
b. “week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c. “maand”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is”.
d. “jaar”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
e. “kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
f. “gecertificeerde Bouwbesluitgegevens”: een volledige Bouwbesluittoets die is ingediend conform de landelijke erkenningsregeling.
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Leges worden niet geheven voor:
1. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
2. diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 4 Maatstaven van heffing en tarieven
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een elektronisch bericht, stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, digitaal, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 6 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. digitaal wordt gedaan, terstond;
c. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Vermindering van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
a. van zuiver redactionele aard zijn;
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
1. onderdeel 1.1.8 (akten burgerlijke stand);
2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
4. onderdelen 1.4.2 en 1.4.3 (verstrekkingen uit de Basisregistratie personen);
5. hoofdstuk 5 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);
6. onderdeel 1.8.2 (verklaring omtrent het gedrag);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling, datum ingang heffing en citeertitel
1. De “Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017” van 8 november 2016, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekend-making.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als " Legesverordening 2018.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 november 2017
voorzitter
I. van Gent
griffier
M. van der Meer
Tarieventabel, behorende bij het besluit van de raad van de gemeente Schiermonnikoog tot vaststelling van de verordening op de heffing en de invordering van leges 2018 van 7 november 2017.
De griffier van Schiermonnikoog,
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 10 Huisvestingswet Hoofdstuk 10 A Huisvestingswet 2014
Hoofdstuk 11 Marktstandplaatsen
Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 15 Recreatief nachtverblijf
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Brandbeveiligingsverordening
Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Titel 1 Algemene dienstverleningHoofdstuk 1 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse Identiteitskaart
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
Hoofdstuk 10 A Huisvestingswet 2014
Hoofdstuk 11 Marktstandplaatsen
Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 15 Recreatief nachtverblijf
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.13 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningHoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling informatieverzoek
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
||||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
||||
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
||||
vermeerderd met indien het te slopen monument een gebouw betreft en het gebouw een inhoud heeft van: |
||||
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
||||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
vermeerderd met indien het te slopen gebouw een inhoud heeft van: |
||
Vervallen. Verwijderen asbest is sloopmelding. Op basis van het Bouwbesluit 2012 is legesheffing niet toegestaan. |
||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met [de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement] of artikel 2.6 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of artikel 2 van de kapverordening Schiermonnikoog bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i, van de Wabo in samenhang met de provinciale reclameverordening of artikel 4.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 |
||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, |
||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief |
||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van |
||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen |
||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
||
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: |
||
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
||
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
||
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag dat door het aangewezen bestuursorgaan of andere instantie bij de gemeente hiervoor in rekening wordt gebracht. |
||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
||
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
||
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag dat door het aangewezen bestuursorgaan bij de gemeente hiervoor in rekening wordt gebracht. |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten of buiten behandeling laten van de aanvraag omgevingsvergunning |
||
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, of de aanvraag door de gemeente buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges: |
||
indien de aanvraag wordt ingetrokken na een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges: |
||
indien de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges: |
||
|
||
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
||
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
||
Teruggaaf als gevolg van melding aanvang bouwactiviteiten en gereedmelding bouwactiviteiten |
||
Indien minimaal 1 week vóór het aanvangen van de bouw- of verbouw, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, schriftelijk een melding is ontvangen, dat met de bouw- of verbouwwerkzaamheden wordt aangevangen, wordt op verzoek teruggaaf van 20% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 geheven leges verleend, met een maximum van |
||
Indien minimaal 1 week vóór het gereedkomen van de bouw- of verbouw waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, schriftelijk een melding is ontvangen, dat de bouw- of verbouwwerkzaamheden zullen gereedkomen, wordt op verzoek teruggaaf van 20% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 geheven leges verleend, met een maximum van |
||
De teruggaaf wordt alleen verleend, indien aan de bouwvoorschriften en aan alle voorwaarden in de vergunning is voldaan. |
||
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
||
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend. |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Als de gemeente een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo in behandeling neemt binnen 2 jaar na de datum van de vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 40% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met een maximum van € 463,85 |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
||
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in de onderdelen 2.3.1.1, onderscheidenlijk 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7, met dien verstande dat de nieuwe leges minimaal € 31,60 bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de vergunning meer dan 24 maanden oud is of de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening |
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijnHoofdstuk 1 Horeca
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
||
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet |
||
een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet |
||
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
tot het verlenen van een vergunning voor het houden van een evenement als bedoeld in artikel 2.14 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
||
Het bedrag genoemd in 3.2.1.1 wordt, wanneer ter zake van de aanvraag een advies wordt gevraagd van de Geneeskundige Hulpverleningsdienst bij Ongevallen en Rampen (GHOR) verhoogd met het bedrag dat door de genoemde dienst bij de gemeente hiervoor in |
Hoofdstuk 3 Brandbeveiligingsverordening
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een gebruiksvergunning, zoals bedoeld in de brandbeveiligingsverordening artikel 2.1.1, lid 1, bedraagt voor een inrichting in categorie C: |
||
voor een tijdelijk bouwsel of voor in tentoonstellingsruimten plaatshebbende evenementen met een vloeroppervlak tot en met 100 m2 |
||
voor een tijdelijk bouwsel of voor in tentoonstellingsruimten plaatshebbende evenementen met een vloeroppervlak vanaf 100 m2 |
||
vermeerderd met een bedrag voor elke 100 m2 vloeroppervlak boven het aantal van 100 m2 |
||
voor een niet-bebouwd voor bedrijfsdoeleinden bestemd terrein: |
||
vermeerderd met een bedrag voor elke 5.000 m2 of een gedeelte daarvan boven 5.000 m2 |
||
Het tarief voor advisering indien het plan niet-ontvankelijk is of bijstelling noodzakelijk is, per half uur of gedeelte daarvan |
||
Het tarief voor het overschrijven van een vergunning als bedoeld onder 3.3.1 per overschrijving |
||
Indien een afgegeven gebruiksvergunning moet worden gewijzigd ten gevolge van verbouw waarbij geen sprake is van wijziging van bestemming, en/of toe- of afname van de aanvankelijk bestaande vloeroppervlak, wordt ter verkrijging van een aangepaste gebruiksvergunning, een bedrag geheven overeenkomstig hetgeen bepaald in 3.3.1, waarbij de berekening plaats vindt op basis van het aantal vierkante meters vloeroppervlak waarbij de verbouw, toe- of afname betrekking heeft. |
||
Indien de aanvrager van een gebruiksvergunning voordat daarover definitief is beschikt, de aanvraag schriftelijk intrekt, wordt het onder 3.3.1 genoemde bedrag met 50% verminderd. |
Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-232963.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.