Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing

 

 

Kenmerk: FC

Agendapunt nr:

Onderwerp: Verordening

Afvalstoffenheffing 2018

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VAALS;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

7 november 2017;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T:

vast te stellen de 'Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing' (Verordening afvalstoffenheffing 2018).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • 2.

    G.F.T.-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • 3.

    Restafval: huishoudelijk afval niet zijnde G.F.T.-afval;

  • 4.

    Mini-container: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken, onderverdeeld in de verschillende volumen;

  • 5.

    Verzamelcontainer: de door de gemeente geplaatste verzamelcontainers, die kunnen worden ontsloten door middel van chipkaarten.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

    • 1.

      Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

    • 2.

      De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag of gedagtekende nota.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 van hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    De belastingen als bedoeld in de onderdelen 1.2 tot en met 2.1.3 van de hoofdstukken 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 van hoofdstuk van de bij deze verordening behorende tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 van hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:

    • a)

      Bij niet-automatische incasso:

      In twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

    • a)

      B ij automatische incasso:

In zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000, -. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2.

    De heffingen als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdelen 1.4 en 1.5 en hoofdstuk 2 onderdelen 2.1.2 en 2.1.3 van de tarieventabel worden geheven per gedagtekende nota en moeten direct bij de dienstverlening worden betaald, dan wel binnen de termijn die in de nota staat vermeld.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de vorige leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

  • 1.

    Voor de heffingen als bedoeld in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend tot een maximaal bedrag van:

    • a.

      voor een eenpersoonshuishouden € 253,10;

    • b.

      voor een meerpersoonshuishouden € 297,50.

  • 2.

    Voorde heffingen als bedoeld in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Overgangsrecht

De 'Verordening afvalstoffenheffing 2017' van 12 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2018’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2017

B.G.P. Hoevenagel drs. R.L.T. Van Loo

Griffier Voorzitter

__________________________________________________________________________________

Verordening met bijbehorende tarieventabel bekendgemaakt door: F.L.M.H. Coenen

* Ter inzage – legging bij de receptie van het gemeentehuis, jaargang 201 7 * Publicatie in Vaalser Weekblad d.d. 1 5 december 201 7

* Inwerkingtreding d.d. 1 6 december 201 7

Tarieventabel behorende bij de “Verordening afvalstoffenheffing 2018”.

Heffingsmaatstaven en tarieven

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

  • 1.

    1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

    a. in gebruik bij een eenpersoonshuishouden € 200,00

    b. in gebruik bij een meerpersoonshuishouden € 209,00

    • c.

      in gebruik voor kamerverhuur € 209,00

    • d.

      in gebruik als vakantie- of recreatiewoning € 209,00

  • 1.

    2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1. van dit hoofdstuk

    bedraagt de belasting per lediging van een:

1.2.1 mini-container bestemd voor restafval met een inhoud van 140 liter € 5,90

1.2.2 mini-container bestemd voor restafval met een inhoud van 240 liter € 8,00

1.2.3 mini-container bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 140 liter € 0,00

1.2.4 mini-container bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 240 liter € 0,00

  • 1.

    3 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1. van dit hoofdstuk

    bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering

    zijn aangewezen op verzamelcontainers, per aanbieding van maximaal

    60 liter huishoudelijke afvalstoffen € 1,45

  • 1.

    4 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 van dit hoofdstuk

    bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering

    zijn aangewezen op een gekenmerkte afvalzak, per aangeboden

    grote afvalzak met huishoudelijk afval € 1,45

  • 1.

    5 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 van dit hoofdstuk

    bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering

    zijn aangewezen op een gekenmerkte afvalzak, per aangeboden

    kleine afvalzak met huishoudelijk afval € 0,75

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt het tarief:

2.1.1.1 voor het in gebruik hebben van een extra container voor restafval

per container per jaar € 10,00

2.1.1.2 het in gebruik hebben van maximaal 2 containers voor GFT € 0,00

2.1.1.3 voor het in gebruik hebben van meer dan 2 containers voor GFT

per extra container GFT € 10,00

2.1.2 voor het op aanvraag omwisselen van één of meer containers,

per keer € 25,00

2.1.3 voor het op aanvraag leveren of inleveren van één of meer extra

containers, per keer € 25,00

2.1.4 in afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.2 en 2.1.3 van dit

hoofdstuk kan:

2.1.4.1 een nieuw-ingezetene van de gemeente, die als belastingplichtige

wordt aangemerkt, gedurende een periode van zes maanden nadat

de belastingplicht is ontstaan, kosteloos éénmaal van

containervolume wisselen;

2.1.4.2 de belastingplichtige, die binnen de gemeente verhuist

gedurende een periode van zes maanden nadat de verhuizing heeft

plaatsgevonden, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen.

Behorende bij raadsbesluit van 11 december 2017

De griffier van de gemeente Vaals.

Naar boven