Financieel besluit Jeugdhulp 2018 gemeente Utrecht

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

Gelet op de Verordening Jeugdhulp gemeente Utrecht 2018;

Overwegende dat de Verordening Jeugdhulp gemeente Utrecht 2018 is vastgesteld, waarin in artikel 5 lid 5 is aangegeven dat de tarieven separaat van deze verordening wordt vastgesteld in het Financieel besluit Jeugdhulp 2018 gemeente Utrecht;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen het volgende

 

Financieel besluit Jeugdhulp 2018 gemeente Utrecht.

Artikel 1 Pgb-tarieven

 

Het PGB wordt bepaald op basis van de door cliënt en medewerker van het buurtteam opgestelde begroting. Onderstaande tarieven zijn daarbij de maximale tarieven waarop een PGB wordt berekend en die binnen het PGB gedeclareerd mogen worden bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Ondersteuning inkopen die duurder is dan de onderstaande tarieven is toegestaan: in dit geval dient de cliënt zelf het verschil tussen het ingekochte tarief en het maximum tarief bij te betalen aan de SVB.

 

 

Eenheid

Voorgesteld tarief

Formeel tarief

Informeel tarief

Ambulante begeleiding individueel

uur

47

39

20

Specialistische ambulante begeleiding

uur

65

53

nvt

Ambulante begeleiding groep

dagdeel

43

35

20

Persoonlijke verzorging

uur

46

38

20

Basis Jeugd GGZ

uur

63

63

nvt

Gespecialiseerde Jeugd GGZ

uur

75

75

nvt

Kortdurend verblijf

etmaal

193

nvt

30

Vervoer individueel

rit

28

nvt

nvt

Vervoer groep

etmaal

8

nvt

nvt

 

In de Verordening Jeugdhulp gemeente Utrecht wordt onderscheid gemaakt tussen tarieven voor in-formele zorgverleners uit het eigen sociale netwerk en tarieven voor professionele zorgverleners:

- Het informele tarief is van toepassing als u de jeugdhulp inkoopt bij iemand die geen professional is

- Het formele tarief is van toepassing als u de jeugdhulp inkoopt bij een zelfstandige professional of bij een kleine instelling voor professionele zorg. Om in aanmerking te komen voor het formele tarief, dienen de volgende documenten overlegd te worden:

a. De inschrijving in het Handelsregister waaruit blijkt dat er sprake is van er een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d, of e van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving van het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of voor het grootste deel bestaan uit het verlenen van Jeugdhulp.

b. Een kopie van een relevant diploma van een erkende Nederlandse instelling voor beroepsonderwijs uitgereikt aan de beoogd zorgverlener die werkzaam is bij de organisatie waarvan de onder a genoemde inschrijving bij de Kamer van Koophandel is overlegd.

- Het instellingstarief is van toepassing als de jeugdhulp wordt ingekocht bij een grote specialistische instelling; Grote instellingen met hoge overheadkosten als gevolg van o.a. administratie, P&O, en vastgoed hebben te maken met hogere kosten dan kleinere organisaties of zzp-ers. (Schattingen variëren van circa 16% (Berenschot 2013) tot 18% (recente jurisprudentie). Recente jurisprudentie toont dat grote specialistische instellingen om die reden ook via pgb een hoger tarief horen te ontvangen. Het instellingstarief is alléén van toepassing in de uitzonderingssituatie dat jeugdhulp wordt ingekocht bij een grote, specialistische instelling. Hierbij dient de cliënt zélf aannemelijk te maken dat de door cliënt gewenste zorgaanbieder zich kwalificeert als grote specialistische instelling met bijbehorende overhead. Dit wordt gerealiseerd op basis van de volgende documenten:

a. De inschrijving in het Handelsregister waaruit blijkt dat sprake is van er een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d, of e van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving van het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of voor het grootste deel bestaan uit het verlenen van Jeugdhulp.

b. De melding loonheffingen aanmelding werkgever zoals deze bij de Belastingdienst is inge-diend en de bevestiging.

c. Een kopie van een geanonimiseerde arbeidsovereenkomst waaruit blijkt welke cao wordt toegepast. Het dient daarbij te gaan om een voor de betreffende sector relevante cao die aangemeld is bij de directie UAW van het Ministerie van SZW

d. Een overzicht van het aantal gekwalificeerde werknemers die in loondienst zijn van de organisatie waarvan sprake is in lid a.

 

Artikel 2 Intrekking

 

Het Financieel besluit Jeugdhulp 2017 komt te vervallen bij de inwerkingtreding van het Financieel besluit jeugdhulp 2018.

 

Artikel 3 Inwerkingtreding

 

Dit besluit treedt in werking op de datum van bekendmaking van de Verordening Jeugdhulp 2018 gemeente Utrecht.

 

Artikel 4 Citeertitel

 

Dit besluit wordt aangehaald als: Financieel besluit jeugdhulp 2018 gemeente Utrecht.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Utrecht, gehouden op 14 november 2017,

De secretaris, De loco-burgemeester,

Naar boven