Artikel
|
Omschrijving
|
Tarief
|
Variabel tarief
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
1.1.1
|
Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
1.1.2
|
bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag
|
2.1
|
tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is
|
|
|
2.2
|
tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
3.1.1
|
Bouwactiviteiten, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 15.000,00 bedragen: van de bouwkosten, met een minimum van € 283,40
|
|
3,70%
|
3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 15.000,00 tot € 50.000,00 bedragen: van de bouwkosten, met een minimum van € 425,10
|
|
3,40%
|
3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 500.000,00 bedragen: van de bouwkosten, met een minimum van € 1.275,30
|
|
3,10%
|
3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 2.750.000,00 bedragen: van de bouwkosten, met een minimum van € 11.336,-
|
|
2,90%
|
3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 2.750.000,00 of meer bedragen: .van de bouwkosten, met een minimum van € 54.554,50
|
|
2,70%
|
3.1.2
|
Extra welstandstoets, onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: 0,25% van de bouwkosten
|
|
0,25%
|
3.1.3
|
Verplicht advies agrarische commissie, onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
|
|
3.1.3.1
|
voor advies
|
€ 770,00
|
|
3.1.3.2
|
voor advies vestiging nieuw bedrijf
|
€ 915,00
|
|
3.1.3.3
|
voor advies in bezwaar- en beroepszaken
|
€ 965,00
|
|
3.1.3.4
|
voor nader advies op eerder uitgebrachte adviezen
|
€ 460,00
|
|
3.1.3.5
|
Voor second opinion
|
€1.215,00
|
|
3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van € 1.417,-
|
|
35,45%
|
3.2
|
Aanlegactiviteiten, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: van de aanlegkosten, met een minimum van € 212,55
|
|
1,15%
|
3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder v, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1:
|
|
|
3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
|
13,90%
|
3.3.1.1
|
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van € 78,50 en een maximum van € 525,00;
|
|
|
3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van € 78,50 en een maximum van € 525,00;
|
|
13,90%
|
3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag wordt verhoogd met:
|
|
|
3.3.3.1
|
indien de bouwkosten niet meer dan € 50.000,00 bedragen;
|
€ 3.911,05
|
|
3.3.3.2
|
indien de bouwkosten meer dan € 50.000,00 en minder dan € 150.000,00 bedragen;
|
€ 5.587,15
|
|
3.3.3.3
|
indien de bouwkosten € 150.000,00 of meer bedragen;
|
€ 6.704,60
|
|
3.3.3.4
|
wanneer de gemeente een aanvraag zoals bedoeld in onderdeel 3.3.3 weigert, bedraagt het tarief:
|
|
|
3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van € 78,50 en een maximum van € 525,00;
|
|
13,90%
|
3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van € 78,50 en een maximum van € 525,00;
|
|
13,90%
|
3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
|
13,90%
|
3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag, met een minimum van € 78,50 en een maximum van € 525,00;
|
|
13,90%
|
3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
|
13,90%
|
3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet teven sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 469,35
|
|
3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 469,35
|
|
3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 4.529,85
|
|
3.4.3.1
|
wanneer de gemeente een aanvraag zoals bedoeld in onderdeel 3.4.3 weigert, bedraagt het tarief:
|
|
|
3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 469,35
|
|
3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 469,35
|
|
3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking provinciale regelgeving):
|
|
|
3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 469,35
|
|
3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 469,35
|
|
3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 558,75
|
|
3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 167,70
|
|
3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 167,70
|
|
3.6.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of gemeentelijke erfgoed verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 167,70
|
|
3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
3.7.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 167,70
|
|
3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
3.8.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een wet, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening OF het provinciaal wegenreglement of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 67,10
|
|
3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
3.9.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening OF het provinciaal wegenreglement of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 167,70
|
|
3.10
|
Kappen
|
|
|
3.10.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2. eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 67,10
|
|
3.11
|
Handelsreclame
|
|
|
3.11.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en j, van de Wabo in samenhang met de provinciale reclameverordening of artikel 2.12c van de Algemene plaatselijke verordening en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 3.1.1. (bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de ander onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
3.11.2
|
Indien de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€ 667,00
|
|
3.11.3
|
Indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:
|
€ 667,00
|
|
3.12
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
3.12.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:10, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
3.12.2
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:
|
€ 211,20
|
|
3.12.3
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 211,20
|
|
3.13
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
|
3.13.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) , bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in de onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 167,70
|
|
3.14
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
|
3.14.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekkingheeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 167,70
|
|
3.14.2
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:
|
€ 167,70
|
|
3.15
|
Andere activiteiten, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
3.15.1
|
behoort tot een algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 167,70
|
|
3.15.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 167,70
|
|
3.15.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft
|
€ 167,70
|
|
3.15.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
|
€ 167,70
|
|
3.16
|
Omgevingsvergunning in twee fasen, Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
3.16.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft:
|
|
|
3.16.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
3.17
|
Beoordeling bodemrapport, Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
3.17.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 167,70
|
|
3.17.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 167,70
|
|
3.18
|
Advies
|
|
|
3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkens uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde dag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
3.19
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
3.19.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorafgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
3.19.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 469,35
|
|
3.19.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 469,35
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van een conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
4.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 3.17 en 3.18. De vermindering bedraagt:
|
|
|
4.2.1
|
bij 5 tot 10 activiteiten; van de verschuldigde leges;
|
|
5,45%
|
4.2.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten; van de verschuldigde leges;
|
|
8,20%
|
4.2.3
|
bij 15 of meer activiteiten; van de verschuldigde leges.
|
|
10,90%
|
4.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit bouwen waarbij sprake is van een gecertificeerde Bouwbesluit toets, bestaat aanspraak op vermindering van de leges als bedoeld in artikel 3.1 De vermindering bedraagt:
|
|
15,00%
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 en 3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan ; van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
55,35%
|
5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
38,75%
|
5.1.3
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 12 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
27,70%
|
5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 en 3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
54,50%
|
5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor activiteiten als bedoeld in onderdelen 3.1 t/m 3.8
|
|
|
5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit activiteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1 t/m 3.8 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
65,40%
|
5.3.2
|
Onder de weigering bedoeld in onderdeel 5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf, Niet teruggegeven wordt een bedrag van minder dan
|
€ 288,90
|
|
5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen, Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 3.17 en 3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
6.1
|
(niet in gebruik)
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 80,00
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activ., prov. onthef. en Wet geluidsh.
|
8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 10.000,00
|
|
8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 5.177,00
|
|
8.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van de provinciale (ruimtelijke) verordening zoals bedoeld in artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening, voor zover dit voor het vatstellen van een bestemmingsplan of wijzigingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 wordt toegepast, nodig is, bedraagt
|
€ 2.893,40
|
|
8.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek ter verkrijging van een besluit tot hogere grenswaarde als bedoeld in de artikelen 83 t/m 85 van de Wet geluidhinder, voor zover dit voor het vaststellen van een bestemmingsplan of wijzigingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast, nodig is
|
€ 1.330,00
|
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
|
9.1
|
(niet in gebruik)
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
10.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 167,70
|
|