Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Geldermalsen 2018

De raad van de gemeente Geldermalsen;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2017, nummer 009;

 

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit:

vast te stellen de:

 

VERORDENING op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten gemeente Geldermalsen 2018.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf, algemeen kindergraf, algemeen urnengraf en algemene urnennis daaronder begrepen, bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • b.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • c.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen plaatsen van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van de overledenen;

  • d.

    algemene urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen plaatsen van een asbus met of zonder urn, bevattende de as van de overledene;

  • e.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraaf¬plaatsen zoals bedoeld in de “Beheersverordening Gemeentelijke Begraafplaatsen Geldermalsen”;

  • g.

    bijzondere begraafplaats: bijzondere begraafplaats zoals bedoeld in de Wet op de lijkbezorging en dus niet behorend tot onderdeel f;

  • h.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, of gedenkplaats;

  • i.

    grafrecht: het uitsluitend recht op begraven en begraven houden in een particulier graf, particuliere grafkelder, particulier kindergraf of recht tot doen plaatsen en geplaatst houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van de overledene(n);

  • j.

    groenraam: een raamwerk rond de grafopening die het zicht op het gedolven graf tijdens de plechtigheid onttrekt;

  • k.

    particulier graf: een particulier volwassen graf, particuliere grafkelder, particulier kindergraf, particulier urnengraf en particuliere urnennis daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon grafrecht is verleend;

  • l.

    parcticulier volwassengraf : een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon een grafrecht is verleend tot het begraven en begraven houden van lijken van natuurlijke personen, die niet begraven worden in een particulier kindergraf;

  • m.

    particulier keldergraf: een betonnen of gemetselde ruimte, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon grafrecht is verleend;

  • n.

    particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon grafrecht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede kinderen tot 12 jaar;

    • -

      het doen plaatsen en geplaatst houden van asbussen met of zonder urn van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • o.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon grafrecht is verleend tot het doen plaatsen en geplaatst houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van de overledenen;

  • p.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon grafrecht recht is verleend tot het daarin doen plaatsen en geplaatst houden van een asbus met of zonder urn, bevattende de as van de overledene;

  • q.

    urn: een siervoorwerp ter berging van een asbus;

  • r.

    rechthebbende: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf;

  • s.

    belanghebbende: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijs geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen, en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het op rechterlijk gezag lichten en weer in hetzelfde graf begraven van een lijk.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor is afgekocht.

  • 3.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor de rechten zijn verleend.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijkse verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten als bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten als bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij verlening van het recht, danwel in de andere gevallen, bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen/gevorderde bedragen worden betaald in drie gelijke termijnen, waarvan eerste vervalt een maand na de dagtekening van de aanslag/ schriftelijke kennisgeving en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslag/schriftelijke kennisgeving verenigde aanslagen/gevorderde bedragen € 150,-- of minder is, dat de aanslagen/gevorderde bedragen moeten worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van de aanslag/schriftelijke kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 13 Overgangsrecht

De "Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Geldermalsen 2017" van 20 december 2016, nummer 08D, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening lijkbezorgingsrechten gemeente Geldermalsen 2018".

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

van 19 december 2017, nummer 11D,

de griffier, de voorzitter,

Bijlage 1: TARIEVENTABEL

behorende bij de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2018".

 

 

Hoofdstuk 1

Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

 voor een periode van 20 jaar, wordt geheven:

1.1.1

indien het betreft een graf (particulier graf enkel) geschikt voor het

daarin begraven van één lijk

 €

2.385,--;

1.1.2

indien het betreft een graf (particulier kindergraf)geschikt voor het

daarin begraven van een levenloos geboren kind, alsmede een kind

 

tot 12 jaar

2.135,--;

1.1.3

indien het betreft een graf (particulier graf dubbel) geschikt voor het

daarin begraven van twee lijken

2.830,--;

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier

keldergraf, voor een periode van 20 jaar, wordt geheven

 2.900,--;

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier

 urnengraf voor 2 asbussen, voor een periode van 20 jaar, wordt geheven

 2.135,--;

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnennis

voor 2 asbussen, voor een periode van 20 jaar, wordt geheven

 1.695,--;

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

voor een periode van 30 jaar, wordt geheven:

1.5.1

indien het betreft een graf (particulier graf enkel) geschikt voor het

daarin begraven van één lijk

 3.335,--;

1.5.2

indien het betreft een graf (particulier kindergraf)geschikt voor het

tot 12 jaar

2.985,--;

1.5.3

indien het betreft een graf (particulier graf dubbel) geschikt voor het

daarin begraven van twee lijken

3.955,--;

1.6

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier

keldergraf, voor een periode van 30 jaar, wordt geheven

4.055,--;

1.7

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier

urnengraf voor 2 asbussen, voor een periode van 30 jaar, wordt geheven

 2.985,--;

1.8

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnennis

voor 2 asbussen, voor een periode van 30 jaar, wordt geheven

 2.370,--;

1.9

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf,

voor een periode van 40 jaar, wordt geheven:

1.9.1

indien het betreft een graf (particulier graf enkel) geschikt voor het

daarin begraven van één lijk

4.155,--;

1.9.2

indien het betreft een graf (particulier kindergraf)geschikt voor het

daarin begraven van een levenloos geboren kind, alsmede een kind

tot 12 jaar

3.720,--;

1.9.3

indien het betreft een graf (particulier graf dubbel) geschikt voor het

daarin begraven van twee lijken

4.930,--;

1.10

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier

 

keldergraf, voor een periode van 40 jaar, wordt geheven

 5.050,--;

1.11

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier

urnengraf voor 2 asbussen, voor een periode van 40 jaar, wordt geheven

 3.720,--;

1.12

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnennis

voor 2 asbussen, voor een periode van 40 jaar, wordt geheven

 2.950,--;

1.13

Voor het gebruik van een ruimte in een algemeen graf, voor een periode

van 10 jaar, wordt geheven:

1.13.1

indien het betreft een graf (algemeen graf enkel) geschikt voor het daarin

begraven van één lijk

 790,--;

1.13.2

indien het betreft een graf (algemeen kindergraf) geschikt voor het daarin

 begraven van een levenloos geboren kind, alsmede een kind tot 12 jaar

 790,--;

1.13.3

indien het betreft een graf (algemeen graf dubbel) geschikt voor het daarin

begraven van twee lijken

 790,--;

1.14

Voor het verlenen van een recht tot gebruik van een ruimte in een urnengraf

 (algemeen urnengraf), voor een periode van 10 jaar, wordt geheven

 790,--;

1.15

Voor het verlenen van een recht tot gebruik van een ruimte in een urnennis

 (algemene urnennis), voor een periode van 10 jaar, wordt geheven

 790,--;

1.16

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.1.1, 1.5.1 en

1.9.1, met 10 jaar wordt geheven

1.285,--;

1.17

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.1.2, 1.5.2 en

 

1.9.2, met 10 jaar wordt geheven

1.165,--;

1.18

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.1.3, 1.5.3 en

 

1.9.3, met 10 jaar wordt geheven

1.530,--;

1.19

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.2, 1.6 en 1.10,

 

met 10 jaar wordt geheven

1.580,--;

1.20

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.3, 1.7 en 1.11,

 

met 10 jaar wordt geheven

1.165,--;

1.21

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.4, 1.8 en 1.12,

 

met 10 jaar wordt geheven

920,--.

1.22

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.1.1, 1.5.1 en

 

1.9.1, met 20 jaar wordt geheven

2.385,--;

1.23

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.1.2, 1.5.2 en

 

1.9.2, met 20 jaar wordt geheven

2.135,--;

1.24

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.1.3, 1.5.3 en

 

1.9.3, met 20 jaar wordt geheven

2.830,--;

1.25

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.2, 1.6 en 1.10,

 

met 20 jaar wordt geheven

2.900,--;

1.26

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.3, 1.7 en 1.11,

 

met 20 jaar wordt geheven

2.135,--;

1.27

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.4, 1.8 en 1.12,

 

met 20 jaar wordt geheven

1.695,--.

1.28

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.1.1, 1.5.1 en

 

1.9.1, met 30 jaar wordt geheven

3.335,--;

1.29

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.1.2, 1.5.2 en

 

1.9.2, met 30 jaar wordt geheven

2.985,--;

1.30

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.1.3, 1.5.3 en

 

1.9.3, met 30 jaar wordt geheven

3.955,--;

1.31

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.2, 1.6 en 1.10,

 

met 30 jaar wordt geheven

4.055,--;

 

 

 

 

1.32

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.3, 1.7 en 1.11,

 

met 30 jaar wordt geheven

2.985,--;

1.33

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, als bedoeld in 1.4, 1.8 en 1.12,

 

met 30 jaar wordt geheven

 2.370,--.

Hoofdstuk 2

Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder,

in een particulier graf of een algemeen graf, wordt geheven

610,--;

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar, in een

particulier kindergraf of een algemeen kindergraf, wordt geheven

150,--;

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar, in een

 

particulier kindergraf of een algemeen kindergraf, wordt geheven

301,--;

2.4

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder,

 in een particulier keldergraf, wordt geheven

397,--;

2.5

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar, in een

particulier keldergraf, wordt geheven

 99,40;

2.6

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar, in een

particulier keldergraf, wordt geheven

201,--;

2.7

Voor het begraven op buitengewone uren worden de rechten,

 

bedoeld in 2.1 tot en met 2.6 verhoogd met 70%.

2.8

Onder buitengewone uren wordt verstaan: alle tijdstippen

 op zaterdag en zondag, en alle tijdstippen vallend buiten het tijdsblok

 

van 09.00 tot en met 16.00 uur op maandag tot en met vrijdag.

 

Toestemming van de beheerder laat onverlet dat het buitengewone

 

uren voor begraven betreft.

2.9

Voor het begraven van levenloos geboren of kort na de geboorte

 

overleden kinderen van een meervoudige geboorte, die in één kist

 

worden begraven, wordt het recht eenmaal geheven, terwijl geen

 

recht geheven wordt voor het begraven van lijken van kinderen, die

kort na de geboorte overleden, in één kist met hun overleden moeder

 

worden begraven.

 

Hoofdstuk 3

Plaatsen van asbussen

3.1

Voor het plaatsen van een asbus wordt geheven

€ 171,--;

3.2

Voor het plaatsen op buitengewone uren wordt het recht bedoeld

 

in 3.1 verhoogd met 70%.

3.3

Onder buitengewone uren wordt verstaan: alle tijdstippen

 

op zaterdag en zondag, en alle tijdstippen vallend buiten het tijdsblok

 

van 09.00 tot en met 16.00 uur op maandag tot en met vrijdag.

 

Toestemming van de beheerder laat onverlet dat het buitengewone

 

uren voor plaatsen betreft.

 

Hoofdstuk 4

Grafbedekking en onderhoud

4.1

Blanco.

4.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van het graf, of

een deel hiervan, en de begraafplaatsen wordt, per graf, of een deel

 hiervan, uitgegeven voor 1 januari 2012, geheven per jaar

85,--;

4.3

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van het graf, of

een deel hiervan, en de begraafplaatsen wordt, in geval van een eerder

afgekocht onderhoud van een graf, per graf, of een deel hiervan,

 

uitgegeven voor 1 januari 2012, geheven per jaar

69,--;

4.4

Voor een graf, uitgegeven of verlengd na 1 januari 2018, zijn de rechten

 voor het onderhoud van het graf, of een deel hiervan, en de

begraafplaatsen, à € 85,-- per rechthebbende/belanghebbende per jaar,

via een van de looptijd afhankelijke staffel, verdisconteerd in de tarieven

als bedoeld in 1.1 tot en met 1.15 en 7.1.

4.5

De onderhoudsrechten als bedoeld in 4.2 en 4.3 kunnen, door rechthebbenden

met een grafrecht verleend voor onbepaalde tijd, voor bepaalde tijd worden

afgekocht. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de, in het aantal

jaren van afkoop, nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door

vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de hierna te

noemen factor.

Aantal jaren waarvoor 

vermenigvuldigingsfactor

wordt afgekocht

40

30,36

39

29,81

38

29,24

37

28,66

36

28,08

35

27,48

34

26,88

33

26,27

32

25,65

31

25,02

30

24,38

29

23,73

28

23,07

27

22,4

26

21,72

25

21,03

24

20,33

23

19,62

22

18,9

21

18,17

20

17,43

19

16,67

18

15,91

17

15,13

16

14,34

15

13,54

14

12,73

13

11,91

12

11,07

11

10,22

10

9,36

9

8,49

8

7,6

7

6,7

6

5,78

5

4,85

4

3,91

3

2,96

2

1,99

 

Hoofdstuk 5

Inschrijven en overboeken van particuliere graven

5.1

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven in een

 

daartoe bestemd register wordt geheven

 18,70.

 

Hoofdstuk 6

Opgraven en ruimen

6.1

Voor het op verzoek van de rechthebbende ruimen of schudden van

een particulier graf, urnengraf of urnennis wordt geheven

 800,--;

6.2

Voor het opgraven van één of twee lijken, uit hetzelfde graf, wordt geheven

 800,--;

6.3

Voor het opgraven en daarna weer opnieuw begraven, in hetzelfde of

 

in een ander graf, wordt geheven

1.400,--;

6.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven

402,--;

6.5

Voor het opgraven en daarna weer opnieuw plaatsen van een asbus, in

 

hetzelfde of in een ander urnengraf of urnennis, wordt geheven

575,--.

 

Hoofdstuk 7

Omzetten algemeen kindergraf

7.1

Voor het op verzoek omzetten van een algemeen kindergraf van 10 jaar

of ouder, zonder herbegaven, in een particulier kindergraf, voor het verlenen

van het uitsluitend recht op dit graf voor een periode van 10 jaar, vanaf het

moment van omzetting, wordt geheven

 1.165,--.

 

Hoofdstuk 8

Overige heffingen

8.1

Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwartier

30,25;

8.2

Voor het gebruik van een groenraam wordt geheven

35,40;

8.3

Voor het op verzoek toewijzen van een graf naar keuze, niet zijnde een

 

nog niet eerder uitgegeven graf, wordt, naast de in deze tarieventabel

 

 

genoemde rechten, geheven

68,75.

 

Behoort bij raadsbesluit van 19 december 2017, nummer ???,

de griffier van de gemeente Geldermalsen,

Naar boven