Gemeenteblad van Bellingwedde
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bellingwedde | Gemeenteblad 2017, 23087 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bellingwedde | Gemeenteblad 2017, 23087 | Beleidsregels |
Uitvoeringsregeling Wegsleepverordening Bellingwedde
De gemeenteraad heeft op 20 december 2016 de Wegsleepverordening Bellingwedde vastgesteld. Deze verordening is vastgesteld om uitvoering te kunnen geven aan de wegsleepregeling uit de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994). In deze uitvoeringsregeling worden de praktische zaken belicht voor uitvoering van de wegsleepregeling.
Eerst wordt het wettelijk kader voor de wegsleepregeling beschreven. Daarna volgen de procedures voor het wegslepen, bewaren en teruggeven van voertuigen. Tot slot wordt aangegeven welke gegevens in het bewaringsregister opgenomen dienen te worden.
Het doel van deze regeling is een op de uitvoeringspraktijk gerichte toelichting te geven die tevens dienst doet als handleiding voor de uitvoering. Aangezien bij de uitvoering niet alleen gemeentelijk personeel maar ook personeel van derden, met name te denken aan politiefunctionarissen en aan personeel van het bergingsbedrijf, betrokken is, is het tevens te beschouwen als een vorm van uitvoeringsafspraak tussen alle instanties en functionarissen die bij de uitvoering betrokken zijn. Deze regeling kon dan ook alleen tot stand komen na overleg met (vertegenwoordigers van) alle bij de uitvoering betrokkenen. Het kan ten aanzien van personeel van andere instanties en van overige derden geen ‘bindend’ stuk zijn.
2.1 Hoofdstuk X van de Wegenverkeerswet 1994
Hoofdstuk X van de WVW 1994 vormt de basis voor de wegsleepregeling. Artikel 170, eerste lid van de WVW 1994 bepaalt dat de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een voertuig valt onder de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot toepassing van bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet. Hiertoe mag worden overgegaan indien met het voertuig een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met:
De Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) geeft in afdeling 5.3 algemene regels voor de uitoefening van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Artikel 170, tweede lid van de WVW 1994 verklaart een aantal artikelen van afdeling 5.3 van de Awb niet van toepassing. Bijlage 1 bevat de artikelen uit afdeling 5.3 van de Awb die wel van toepassing zijn op de wegsleepregeling.
De artikelen 170 tot en met 172 van de WVW 1994 geven voorschriften waaraan voldaan dient te worden bij het wegslepen en bewaren van voertuigen.
Artikel 173, eerste lid WVW 1994 bepaalt dat een aantal nadere regels bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld. Deze nadere regels zijn opgenomen in het Besluit wegslepen van voertuigen (hierna: Besluit).
Het tweede lid van artikel 173 WVW 1994 bepaalt dat bij gemeentelijke verordening nadere regels worden gesteld ter uitvoering van de artikelen 170 tot en met 172 en de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur. Deze nadere regels zijn opgenomen in de wegsleepverordening.
2.2 Besluit wegslepen van voertuigen
Artikel 2 van het Besluit noemt de soorten van weggedeelten en wegen waar voertuigen weggesleept kunnen worden in het belang van het vrijhouden van deze wegen en weggedeelten (artikel 170, eerste lid, onder c van de WVW 1994). Genoemd worden:
Daarnaast bevat het Besluit regels over de registratie van gegevens bij toepassing van de wegsleepregeling en over de berekening van de kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang. Hierop wordt later ingegaan.
2.3 Wegsleepverordening Bellingwedde
De Wegsleepverordening bevat de aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen weggesleept kunnen worden in het belang van het vrijhouden van deze wegen en weggedeelten. Artikel 2 van de wegsleepverordening wijst alle wegen en weggedeelten binnen onze gemeente aan voor zover ze behoren tot de hierboven onder 2.2 genoemde soorten van wegen en weggedeelten.
De Wegsleepverordening bevat tevens de aanwijzing van de bewaarplaats voor weggesleepte voertuigen. Artikel 3, eerste lid van de wegsleepverordening wijst het terrein van Bergingsbedrijf Fruitema, gevestigd aan de Wedderweg 4, 9665 JR te Oude Pekela aan. De openingstijden van de bewaarplaats zijn vastgesteld als volgt: maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur. En daarbuiten op telefonische afspraak (24 uur bereikbaar).
Artikel 4 van de Wegsleepverordening bepaalt de kosten verbonden aan wegslepen en bewaren van voertuigen. De hoogte van het in rekening te brengen tarief is afgestemd op de kosten die het ingeschakelde bedrijf aan de gemeente in rekening brengt. Er kunnen daarbuiten echter ook andere kosten in rekening worden gebracht, zoals kosten verbonden aan het opstellen en toezenden van het Besluit tot toepassen bestuursdwang indien het voertuig niet binnen 48 uur wordt afgehaald, kosten verbonden aan de administratieve handelingen en verzendhandelingen, of het opvragen van gegevens van de kentekenhouder. Uiteraard alleen voor zover deze handelingen daadwerkelijk zijn verricht c.q. de kosten zijn gemaakt. Tevens kan een toeslag van maximaal 15% worden berekend over zogenaamde indirecte kosten.
De kosten die voor een overtreder zijn verbonden aan het wegslepen en bewaren van een voertuig zijn dusdanig hoog, dat dit voor de betrokkene al een aanzienlijk financieel nadeel betekent. Gelet daarop dient ook als uitgangspunt te worden gehanteerd dat niet daarnaast een Aankondiging van wet Mulderbeschikking wordt uitgeschreven, tenzij de overtreding een dusdanige aantasting van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer is, dat een dergelijke sanctie daarnaast te rechtvaardigen is. Ook in geval van welbewuste (opzettelijke) negering van het vrijhouden van een aangewezen weg(gedeelte) kan er aanleiding zijn voor een dergelijke Aankondiging.
3.1 Bevoegdheid wegslepen/aanwijzing functionarissen
Op basis van artikel 170, eerste lid van de WVW 1994 is de bevoegdheid tot het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen een vorm van bestuursdwang. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang. Voor de uitvoering van de wegsleepregeling mandateren burgemeester en wethouders deze bevoegdheid aan alle functionarissen die in de gemeente Bellingwedde zijn belast met toezicht en handhaving, te weten gemeentelijke toezichthouder(s), buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA) en executieve politiefunctionarissen (artikel 10:3, eerste lid, Awb). Voor zover de mandaatverlening instemming behoeft van de executieve politiefunctionarissen nu deze niet in dienst zijn van de gemeente, blijkt instemming uit de uitoefening van het mandaat (artikel 10:4, Awb).
Voornoemde functionarissen beoordelen of een voertuig weggesleept dient te worden. De feitelijke uitvoering van de bestuursdwang, het wegslepen van het voertuig, gebeurt door het aangewezen sleepbedrijf. In dit geval Bergingsbedrijf Fruitema te Oude Pekela.
De aanwijzing van de gemeentelijk toezichthouder(s), BOA (‘s) en executieve politiefunctionaris(sen) als bevoegd ambtenaar belast met de uitvoering van de Wegsleepverordening, zal bij de eerstvolgende wijziging in de mandaatregeling Bellingwedde worden opgenomen, maar heeft reeds gelding vanaf het moment dat deze Uitvoeringsregeling is bekendgemaakt.
Indien aan de voorwaarden voor het wegslepen van voertuigen, zoals gesteld in artikel 170, eerste lid van de WVW 1994, wordt voldaan betekent dit niet automatisch dat overgegaan kan worden tot het wegslepen van een voertuig. De bevoegde gemeente- of politiefunctionaris dient zeer zorgvuldig om te gaan met deze bevoegdheid. Hij dient in ieder afzonderlijk geval te beoordelen of wegslepen van het betreffende voertuig absoluut noodzakelijk is.
Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, in dit geval het toepassen van de wegsleepregeling, wordt op schrift gesteld. Deze schriftelijke beslissing is een besluit in de zin van de Awb. Tegen een besluit kan een belanghebbende bezwaar en beroep instellen op grond van de artikelen 8:1 en 7:1 van de Awb.
Indien een bevoegde ambtenaar besluit een voertuig weg te laten slepen dient hij de volgende procedure te volgen.
De ambtenaar maakt proces-verbaal (ZIE BIJLAGE 2) op van het wegslepen. Hij vult daartoe het proces-verbaal (‘de sleepbon’) volledig in. Hierop dienen ook duidelijk alle beschadigingen van het voertuig en de losse voorwerpen in het voertuig vermeld te worden. Het verdient aanbeveling, zeker als een auto al beschadigingen vertoont, deze fotografisch vast te leggen voordat enige handeling aan het voertuig wordt verricht om later problemen te voorkomen. Hij kan het proces verbaal eventueel invullen na aankomst van het sleepvoertuig.
Indien de bestuurder van het voertuig zich meldt en bereid is het voertuig te verplaatsen annuleert de ambtenaar het sleepvoertuig en meldt hij de annulering bij het M.I.C. en zonnodig de meldkamer. Voor de te verrichten administratieve handelingen om de kosten in rekening te brengen en de mogelijkheid om het voertuig te bergen als de bestuurder onwillig is inzake verplaatsen en/of betaling van de kosten: zie paragraaf 3.3.
Het wegslepen van voertuigen kan in drie fasen worden verdeeld.
Fase 1 Voorrijden/loos uitrijden
Het sleepbedrijf is gewaarschuwd. De bestuurder of rechthebbende van het betreffende voertuig meldt zich echter bij zijn voertuig voordat het sleepvoertuig is gearriveerd en is bereid het voertuig te verplaatsen. In dit geval is sprake van een alleen nog voorrijden (of loos uitrijden) van het sleepvoertuig. Onder deze fase valt ook nog de situatie dat het sleepvoertuig is gearriveerd, maar de bestuurder zich meldt voordat een aanvang is gemaakt met het vastkoppelen van het voertuig aan het sleepvoertuig. Deze eerste fase is aan de orde totdat een eerste verbinding, hoe dan ook, met het sleepvoertuig is tot stand gebracht of het te verslepen voertuig is geplaatst op het sleepvoertuig of op of aan een hulpmiddel ten behoeve van het sleepvoertuig. In deze gevallen is de bestuurder de voorbereidingskosten (o.a. voorrijkosten) zoals vastgesteld in artikel 4, vierde lid, van de Wegsleepverordening gemeente Bellingwedde verschuldigd.
De bevoegde ambtenaar dient de persoonsgegevens van de bestuurder of rechthebbende vast te stellen en hem mee te delen dat de voorrijkosten verschuldigd zijn. Deze kosten dienen bij voorkeur ter plekke te worden betaald en worden anders geïnd via een acceptgiro. Indien noodzakelijk worden de kosten verhaald door middel van een dwangbevel. Indien de persoonsgegevens van de bestuurder of de rechthebbende niet kan worden vastgesteld en evenmin de bereidheid wordt vertoond om ter plekke te betalen, zal het wegslepen worden voortgezet. Indien de kosten ter plekke worden voldaan, wordt aan de bestuurder of rechthebbende een kwitantie afgegeven, zie bijlage 4).
Het sleepvoertuig is gearriveerd en er is een aanvang gemaakt met het vastkoppelen van het voertuig aan het sleepvoertuig. Dit is het geval vanaf het moment dat een eerste verbinding, hoe dan ook, tussen het te verplaatsen voertuig en het sleepvoertuig is tot stand gebracht, of het te verplaatsen voertuig is geplaatst op het sleepvoertuig of op of aan een hulpmiddel ten behoeve van het sleepvoertuig. Deze fase eindigt op het moment dat het sleepvoertuig met het te verplaatsen voertuig zich in beweging zet als onderdeel van de daadwerkelijke verplaatsing. In deze fase is sprake van een onvolledige berging. Indien de bestuurder zich bij het voertuig meldt, bereid is het voertuig te verplaatsen en bereid is de kosten te betalen, kan het voertuig worden losgekoppeld en ter beschikking worden gesteld van de bestuurder. Indien het voertuig wordt losgekoppeld en ter beschikking van de bestuurder wordt gesteld, is deze het tarief voor een onvolledige berging verschuldigd, zoals vastgesteld in artikel 4, vierde lid, van de Wegsleepverordening gemeente Bellingwedde. De bevoegde ambtenaar dient de persoonsgegevens van de bestuurder vast te stellen en hem mee te delen dat de kosten van een onvolledige berging verhaald zullen worden. Deze kosten dienen bij voorkeur ter plekke te worden voldaan en worden anders geïnd via een acceptgiro. Indien noodzakelijk vindt verhaal plaats door middel van een dwangbevel. Indien de persoonsgegevens van de bestuurder of de rechthebbende niet kan worden vastgesteld en evenmin de bereidheid wordt vertoond om ter plekke te betalen, zal het wegslepen worden voortgezet. Indien de kosten ter plekke worden voldaan, wordt aan de bestuurder of rechthebbende een kwitantie afgegeven, zie bijlage 4).
Het gaat hier om een bevoegdheid om het te verplaatsen voertuig los te koppelen en ter beschikking te stellen van de bestuurder. Indien de bestuurder de bereidheid toont de kosten te betalen maar op dat moment niet over voldoende middelen beschikt, kan de betrokken ambtenaar niettemin besluiten het voertuig ter beschikking van de bestuurder te stellen. Hij zal dit alleen doen indien hij het gerechtvaardigde vertrouwen heeft dat de kosten daadwerkelijk zullen worden betaald. Indien het gedrag van de bestuurder dat vermoeden niet rechtvaardigt, wordt voortgegaan met een volledige berging. Indien de bestuurder niet tot verplaatsing en/of betaling van de tot dan verschuldigde kosten bereid blijkt, wordt voortgegaan met een volledige berging.
Het sleepvoertuig rijdt weg, het weg te slepen voertuig wordt overgebracht naar de bewaarplaats en in bewaring gesteld. De bestuurder dient zijn voertuig af te halen bij de bewaarplaats. Teruggave vindt alleen plaats aan de eigenaar / houder van het voertuig na betaling van alle kosten.
Indien op het moment dat het sleepvoertuig zich al in beweging heeft gezet de bestuurder van het te verplaatsen voertuig zich alsnog meldt en deze bereid is zelf het voertuig te verplaatsen en de tot dan verschuldigde kosten van een volledige berging te betalen, zal alsnog het voertuig kunnen worden losgekoppeld en ter beschikking worden gesteld aan de bestuurder. Tot en met dit moment is sprake van een volledige berging en is het tarief verschuldigd genoemd in artikel 4, eerste lid, van de Wegsleepverordening gemeente Bellingwedde. Er zijn dan alleen nog geen kosten van bewaring verschuldigd. Voor de bevoegdheid van de betrokken ambtenaar het voertuig al dan niet ter beschikking te stellen aan de bestuurder, zie hetgeen hiervoor is vermeld bij fase 2. Ook hier geldt dat de bevoegde ambtenaar de persoonsgegevens van de bestuurder dient vast te stellen en hem mee moet delen dat de kosten van een volledige berging verhaald zullen worden. Deze kosten dienen bij voorkeur contant te worden betaald en worden anders geïnd via een acceptgiro. Bij contante betaling wordt een kwitantie afgegeven (bijlage 4). Indien noodzakelijk worden ze verhaald door middel van een dwangbevel. Indien de bestuurder niet tot verplaatsing en/of betaling van de tot dan verschuldigde kosten bereid blijkt (althans het vermoeden bestaat dat de bestuurder ook niet middels acceptgiro zal gaan betalen) wordt voortgegaan met de volledige berging.
Na sleepfase 3 treedt de fase in van bewaring van het voertuig. Deze fase begint op het moment dat (het sleepvoertuig met) het te verplaatsen voertuig zich bevindt op het bewaarterrein. Aangezien het bewaartarief een tarief per etmaal is, is het van belang het tijdstip van arriveren op het bewaarterrein te registreren in het proces verbaal. Dat is het moment waarop het eerste etmaal van bewaring aanvangt.
Artikel 172, derde lid van de WVW 1994 bepaalt dat burgemeester en wethouders het bedrag van de kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, terugbetalen, indien:
In het onder a genoemde geval dienen burgemeester en wethouders op basis van artikel 172, zevende lid van de WVW 1994 tevens een redelijke schadeloosstelling te betalen aan degene die het voertuig heeft afgehaald. Dit geeft nogmaals aan dat zeer zorgvuldig met de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen omgegaan dient te worden.
4. Bewaren en teruggeven van voertuigen
4.1 Procedure bewaren en teruggeven van voertuigen
De bewaarder voegt een exemplaar van het proces-verbaal in het bewaarregister en vult het register verder in (zie ook hierna onder 4.3). Buiten de kantoortijden wordt een kopie van het proces-verbaal per fax toegestuurd naar de afdeling interne dienstverlening (juridische zaken/handhaving) van de gemeente Bellingwedde.
Indien de eigenaar / houder / gemachtigde van het voertuig zich meldt bij de bewaarplaats, stelt de bewaarder van het voertuig de identiteit van degene die het voertuig wil afhalen vast, stelt vast of deze tot afhalen gerechtigd is en beslist of het voertuig aan hem / haar kan worden teruggegeven. De bewaarder geeft het voertuig terug nadat alle kosten van het toepassen van bestuursdwang zijn voldaan. Deze kosten omvatten in ieder geval de kosten van het overbrengen en bewaren van het voertuig, als de eventuele bijkomende kosten (dit laatste op aangeven van de gemeente). De eigenaar/houder/gemachtigde ontvangt een kwitantie en tekent het bewijs van ontvangst van het voertuig. Ingeval van toepassing van artikel 130 of 164 WVW moet in overleg met de politie worden vastgesteld of aan de daar bedoelde vordering is voldaan (dit kan alleen de politie).
Indien het voertuig niet binnen 48 uur na inbewaringstelling wordt afgehaald stelt de bewaarder de gemeente hiervan terstond op de hoogte, onder verstrekking van alle bij hem aanwezige gegevens (proces-verbaal, Besluit tot toepassing van bestuursdwang, eventuele foto’s, kopie bewaarregister, etc). Ingeval van berging op grond van 130, 164 of 174 WVW 1994, wordt de gemeente ten alle tijden op de hoogte gesteld door de verantwoordelijke politieambtenaar.
De gemeente maakt alsdan, zo mogelijk binnen een week na het tijdstip waarop de bewaring is aangevangen, het Besluit tot toepassing van bestuursdwang bekend aan degene aan wie het kenteken is opgegeven. Indien blijkt dat ter zake van het voertuig aangifte van vermissing is gedaan, wordt bekendmaking gedaan aan degene die de aangifte heeft gedaan. Het Besluit tot toepassing bestuursdwang vermeldt de geconstateerde overtreding, dat het voertuig is weggesleept, de plaats en de wijze waarop de verschuldigde kosten kunnen worden voldaan, de bewaarplaats waar het voertuig afgehaald kan worden en de openingstijden van de bewaarplaats. Tevens wordt in de bekendmaking opgenomen dat degene die het voertuig afhaalt dient aan te tonen dat hij eigenaar / houder / gemachtigde van het voertuig is en dat hij de kosten, verbonden aan het toepassen van bestuursdwang dient te hebben voldaan voordat tot afgifte wordt overgegaan. Voorts wordt gewezen op de bevoegdheid ingevolge artikel 5:30, van de Awb, tot verkoop, vernietiging of overdracht om niet indien het voertuig niet of niet tijdig wordt opgehaald.
4.2 Niet afgehaalde voertuigen
Indien het weggesleepte voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, kunnen burgemeester en wethouders overgaan tot verkoop van het voertuig of, indien dit niet mogelijk is, tot overdracht aan een derde om niet of tot vernietiging. Hiertoe kan ook binnen de termijn van 13 weken besloten worden zodra de kosten van het wegslepen en bewaren van het voertuig, vermeerderd met de geraamde kosten voor verkoop, overdracht om niet of vernietiging, onevenredig hoog worden in verhouding met de waarde van het voertuig (artikel 5:30, van de Awb). Op basis van artikel 172, tweede lid, van de WVW 1994 kan dit niet binnen twee weken na de schriftelijke bekendmaking zoals hiervoor onder 4.1 beschreven. Een andere voorwaarde komt uit het Besluit: op basis van artikel 15 mag een in bewaring gesteld voertuig pas worden verkocht, overgedragen om niet of vernietigd nadat een beëdigd taxateur een rapport betreffende de waarde heeft opgemaakt.
De opbrengst van verkoop of de geschatte sloopwaarde bij vernietiging wordt in mindering gebracht op de kosten van het wegslepen en bewaren van het voertuig.
Op basis van artikel 170, vierde lid van de WVW 1994 dienen burgemeester en wethouders zorg te dragen voor het bijhouden van een bewaringsregister.
Op basis van het Besluit dient dit register de volgende gegevens te bevatten:
De gegevens dienen ten minste 5 kalenderjaren in het register opgenomen te blijven. Een kalenderjaar is de periode van 1 januari tot en met 31 december. Dit betekent dat de gegevens 5 jaar bewaard dienen te worden na het jaar waarin het voertuig is teruggegeven, verkocht, overgedragen om niet of gesloopt. Burgemeester en wethouders verlenen desgevraagd aan belanghebbenden inlichtingen uit het register. Op het bewaringsregister is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing.
5. Wegslepen op basis van bijzondere regelingen
Ingevolge artikel 170 WVW 1994 is het wegslepen en bewaren van voertuigen een vorm van bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet. Daarnaast kent de WVW 1994 in de artikelen 130, vierde lid, artikel 164, zevende lid en artikel 174, eerste lid eveneens mogelijkheden tot verplaatsing en bewaring van voertuigen. Dit is echter geen bestuursdwang. Dat houdt in dat de bezwaar- en beroepsprocedure van de Awb daarop niet van toepassing zijn. Er is dan ook niet vereist dat een beschikking tot wegslepen wordt opgesteld. Wel echter zal een proces verbaal moeten worden opgesteld. Voor het overige is de procedure gelijk.
Gewezen wordt op een verschil tussen artikel 130, vierde lid en artikel 164, zevende lid enerzijds, en artikel 174 eerste lid anderzijds. Dat verschil bestaat hierin, dat ingeval van artikel 130, vierde lid en artikel 164, zevende lid de bevoegdheid rechtstreeks ligt bij de vorderende ambtenaar of de proces verbaal opmakende functionaris, terwijl de bevoegdheid van artikel 174, eerste lid ligt bij de burgemeester. Dat brengt met zich dat voor ‘zelfstandig’ optreden van de politiefunctionaris in dit laatste geval een mandaat van de burgemeester nodig is. Dit wordt meegenomen in het onder 3.1 genoemde mandateringsbesluit dat nodig is om een aantal handelingen namens het college van burgemeester en wethouders en in dit geval namens de burgemeester uit te voeren terzake van het wegslepen, bewaren en afgeven van een voertuig en het bijhouden van het bewaringsregister.
Daarnaast kent de gemeente bepalingen in de APV terzake van o.m. het stallen van voertuigen (aanhangwagens en caravans) op de openbare weg. Aangezien dit een regeling is ter voorkoming van parkeerexcessen, met name gericht op het voorkomen van ontsiering, is dit een ander motief dan waaruit artikel 170 WVW 1994 een regeling geeft. De desbetreffende bepalingen van de APV blijven bestaan naast de regeling van artikel 171 WVW 1994 en de wijze van optreden tegen overtreders valt niet onder de regeling van de wegsleepverordening.
Ingeval van inbewaringstelling door de politie op grond van artikel 130, 164 of 174 WVW 1994 worden de gemaakte kosten in rekening gebracht bij de politie.
Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling Wegsleepverordening Bellingwedde’.
Bijlage 1 Artikelen uit de Awb die van toepassing zijn op de Wegsleepverordening:
Onder bestuursdwang wordt verstaan: het door feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan optreden tegen hetgeen in strijd met bij of krachtens enig wettelijk voorschrift gestelde verplichtingen is of wordt gedaan, gehouden of nagelaten.
De bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang bestaat slechts indien zij bij of krachtens de wet is toegekend.
Deze afdeling is niet van toepassing indien wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde.
Het bestuursorgaan dat bestuursdwang heeft toegepast, is bevoegd, indien een ingevolge artikel 5:29, eerste lid, meegevoerde en opgeslagen zaak niet binnen dertien weken na de meevoering kan worden teruggegeven, deze te verkopen of, indien verkoop naar zijn oordeel niet mogelijk is, de zaak om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te laten vernietigen.
Gedurende drie jaren na het tijdstip van verkoop heeft degene die op dat tijdstip eigenaar was, recht op de opbrengst van de zaak onder aftrek van de ingevolge artikel 5:25 verschuldigde kosten en de kosten van de verkoop. Na het verstrijken van die termijn vervalt het eventuele batige saldo aan de rechtspersoon waartoe het bestuursorgaan behoort.
Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang wordt niet genomen zolang een ter zake van de betrokken overtreding reeds gegeven beschikking tot oplegging van een last onder dwangsom niet is ingetrokken.
Krachtens artikel 5.29 lid 2, van de Algemene wet Bestuursrecht, en artikel 5, van het Besluit wegslepen van voertuigen.
Bovengenoemd voertuig is weggesleept en opgeslagen bij Bergingsbedrijf Fruitema,
Wedderweg 4, 9665 JR te Oude Pekela, omdat de omstandigheden dit noodzakelijk maken.
Het verwijderen van het voertuig is noodzakelijk in verband met:
o a. het belang van de veiligheid op de weg, hetgeen bleek uit de volgende feiten en/of omstandigheden:
............................................................................................................................................................................................................................................................................................................
o b. het belang van de vrijheid van het verkeer, hetgeen bleek uit de volgende feiten en/of omstandigheden:
............................................................................................................................................................................................................................................................................................................
o c. het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen, met name ter plaatse van een
Het college van burgemeester en wethouders van Bellingwedde,
Bijlage 3 Besluit toepassen bestuursdwang
Op (datum) ........................................ is het onderstaande voertuig weggesleept vanaf de locatie ....................................... te ........................................., wegens overtreding
van feitencode..................................... De auto behoort toe aan ..........................................
.................................. .................................. .................................. |
Wettelijke grondslag handhaving
Krachtens artikel 125, van de Gemeentewet, hebben wij de bevoegdheid om een last onder bestuursdwang op te leggen. Op grond van artikel 170, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WvW 1994), behoort hiertoe de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig, indien met het voertuig een voorschrift wordt overtreden en verwijdering van het voertuig noodzakelijk is, in verband met:
Ingevolge artikel 5 van de WvW 1994 is het een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.
In artikel 2, van de Wegsleepverordening Bellingwedde (hierna: de wegsleepverordening), worden als wegen en weggedeelten, als bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c, van de WvW 1994, aangewezen alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Bellingwedde voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2, van het Besluit wegslepen voertuigen, bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Omschrijving feitcode: .......................................................
Met deze bevinding is onze bevoegdheid om daartegen op te treden vastgesteld.
Plaats bewaring voertuigen en openingstijden
Ingevolge artikel 3, van de Wegsleepverordening, is als plaats van bewaring van voertuigen aangewezen het opslagterrein voor voertuigen van Bergingsbedrijf Fruitema, Wedderweg 4, 9665 JR, te Oude Pekela. De bewaarplaats is tijdens kantooruren van maandag tot en met vrijdag van 9:00–18:00 uur opengesteld en daarbuiten op telefonische afspraak (24 uur bereikbaar).
De rechthebbende kan na betaling van de kosten verbonden aan de toepassing van de onderhavige bestuursdwang het betreffende voertuig terugkrijgen. Het kostenbedrag van het voorbereiden, overbrengen en bewaren van het voertuig wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 4, van de wegsleepverordening Bellingwedde. De overige kosten worden van geval tot geval vastgesteld.
Belanghebbende(n) kan/kunnen binnen zes weken na verzending c.q. uitreiking van dit besluit een bezwaarschrift bij ons college indienen (Hoofdweg 2, 9698 AE Wedde). Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en tenminste bevatten:
Het indienen van bezwaar schorst niet de werking van dit besluit. Daarvoor kan, zodra er een bezwaarschrift is ingediend, bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland te Groningen, een voorlopige voorziening worden aangevraagd. Als voorwaarde geldt wel dat onverwijlde spoed dit, gelet op de betrokken belangen vereist (afdeling Bestuursrecht, Postbus 150, 9700 AD Groningen).
Een verzoekschrift kan ook digitaal worden ingediend bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet wel worden beschikt over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Dit besluit wordt bekend gemaakt aan de rechthebbende die het voertuig afhaalt (eigenaar of houder van het voertuig). Indien het voertuig niet binnen 48 uur na inbewaringstelling wordt afgehaald wordt dit besluit bekendgemaakt aan de kentekenhouder, dan wel (als ten aanzien van het voertuig aangifte is gedaan van vermissing) aan degene die aangifte van vermissing heeft gedaan, dan wel in nader bij ministeriële regeling vast te stellen gevallen op de daarbij aangegeven wijze.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Het college van burgemeester en wethouders van Bellingwedde,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-23087.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.