Verordening forensenbelasting 2018

De raad van de gemeente Stichtse Vecht,

 

Gelet op:

- het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

- de bespreking in de commissie Bestuur en Financiën van 28 november 2017;

- artikel 223 van de Gemeentewet.

 

Besluit

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2018

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

 

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

1. Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

 

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De belasting wordt berekend naar de waarde in het economische verkeer van de woning.

2. De waarde in het economische verkeer wordt bepaald op die welke aan de woning dient te worden toegekend indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de woning in de staat waarin deze zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen.

3. De waarde in het economische verkeer is die bij het begin van het belastingjaar.

 

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt 0,19763% van de waarde in het economisch verkeer van het object.

 

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 8 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van de aanslag.

2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid geldt, in geval de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald volgens het incasso reglement. In dat geval geldt dat het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat hoger moet zijn dan € 20,-.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

 

Artikel 11 Overgangsrecht

De 'Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2017' van 20 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

 

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening forensenbelasting 2018’.

 

19 december 2017

Griffier Voorzitter

Naar boven