Gemeenteblad van Arnhem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2017, 230549 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2017, 230549 | Overige besluiten van algemene strekking |
Gemeente Arnhem - Uitwerkingsbesluit Parkeren 2018
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;
- artikel 225 van de Gemeentewet
- het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen
- de verordening Parkeren en Parkeerbelastingen 2018
Gezien het feit dat de verordening Parkeren en Parkeerbelastingen 2017 is ingetrokken en vervangen door de verordening Parkeren en Parkeerbelastingen 2018. Als gevolg daarvan moet ook het uitwerkingsbesluit Parkeren 2017 worden vervangen. Op grond daarvan komen wij tot het volgende besluit:
In dit uitwerkingsbesluit wordt verstaan onder:
autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen een rechtspersoon die is aangesloten bij de Vereniging voor Gedeeld Autogebruik en die bedrijfsmatig motorvoertuigen ter beschikking stelt aan deelnemers, zijnde natuurlijke of rechtspersonen;
bedrijf: elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht c.q. de zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep, c.q. een niet-commerciële organisatie die hieraan door het college is gelijkgesteld; alles met dien verstande dat bedrijven en beroepen worden beschouwd als één bedrijf en één beroep indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een (juridische) constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één bedrijf of beroep betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond;
binnenstad: het gebied dat wordt begrensd door Ooststraat, Eusebiusbuitensingel, Velperbuitensingel, Velperplein, Jansbuitensingel, Willemsplein, Stationsplein, Stationsplein-West, Utrechtsestraat, Utrechtseweg, Vijfzinnenstraat, Bergstraat, Oude Kraan, Roermondsplein, Boterdijk en Rijnkade, inclusief de genoemde straten en/of straatdelen;
houder van een motorvoertuig: de persoon op wiens naam het kenteken van het motorvoertuig staat ingeschreven in het kentekenregister van de RDW (kentekenhouder) of de persoon die middels een huur- of leaseovereenkomst met een rechtspersoon kan aantonen dat hij de feitelijke gebruiker is van het motorvoertuig;
zelfstandige woning: woning die een eigen toegang heeft, voorzien is van een keuken, douche en toilet en die de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning, als bedoeld in art. 7:234 van het Burgerlijk Wetboek, danwel een woning waarvan met een notariële akte wordt aangetoond dat sprake is van een zelfstandige woning.
Artikel 2. Tijden van parkeerregulering
Als tijden van regulering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel gelden de navolgende venstertijden:
op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 18.00 uur; op 2e paasdag, 2e pinksterdag, 2e kerstdag en nieuwjaarsdag van 12.00 uur tot 18.00 uur (indien deze dagen op een zaterdag of zondag vallen hoeft er niet betaald te worden); op Koningsdag en Hemelvaartsdag van 09.00 uur tot 18.00 uur (indien deze dagen op een zaterdag of zondag vallen hoeft er niet betaald te worden);
Artikel 3. Aanwijzing gebieden waar parkeerbelasting van toepassing is
Ten behoeve van het toepassen van parkeerbelastingen, als bedoeld in artikel 2 van de Parkeerverordening 2018 zijn de volgende gebieden gedefinieerd:
Gebied 26001: Centrum: Het gebied dat wordt begrensd door Ooststraat, Eusebiusbuitensingel, Velperbuitensingel, Velperplein, Jansbuitensingel, Willemsplein, Spoorlijn Utrecht Arnhem tot aan Brugstraat, Brugstraat, Utrechtsestraat, Vijfzinnenstraat, Wolvengang, Onderlangs, Boterdijk, de rivier de Rijn tot aan Ooststraat, inclusief de genoemde straten en/of straatdelen.
Gebied 26011; Lombok: Het gebied dat wordt begrensd door het Stationsplein-west, Utrechtsestraat, Vijfzinnenstraat, Wolvengang, Onderlangs, de rivier de Rijn tot aan de kruising Onderlangs met de N225, Onderlangs Utrechtseweg, Oranjestraat tot aan de spoorlijn Utrecht Arnhem, de spoorlijn Utrecht-Arnhem tot aan het Stationsplein-west, met dien verstande dat de genoemde straten geen deel uitmaken van de sector, behalve Onderlangs, Utrechtsestraat, Utrechtseweg tussen Onderlangs en de Oranjestraat .
Gebied 26031; Burgemeesterswijk Zuid: Het gebied dat wordt begrensd door Amsterdamseweg tot aan Pels Rijckenstraat, Pels Rijckenstraat, Burgemeestersplein en Zijpendaalseweg, waarbij Amsterdamseweg en Zijpendaalseweg tussen Sonsbeekweg en Burgemeestersplein deel uitmaken van het gebied en de overige genoemde straten niet.
Gebied 26032; Burgemeesterswijk Midden: Het gebied dat wordt begrensd door Amsterdamseweg tussen Pels Rijckenstraat en Burgemeester Weertsstraat, Burgemeester Weertsstraat, Van Lawick van Pabststraat, G.A. van Nispenstraat tot de Jollesstraat, Jollesstraat, Cordesstraat, Röellstraat, Zijpendaalseweg tussen Röellstraat en Burgemeestersplein, Burgemeestersplein en Pels Rijckenstraat, waarbij de genoemde straten deel uitmaken van het gebied, met uitzondering van Amsterdamseweg, Zijpendaalseweg en de Cordesstraat.
Gebied 26071; Spijkerkwartier: Het gebied dat wordt begrensd door Steenstraat, Hertogstraat, Driekoningendwarsstraat, Karel van Gelderstraat, Spijkerstraat, Dullertstraat C.A. Thiemestraat, Thorbeckestraat, Groen van Prinstererstraat, Johan de Wittlaan, Boulevard Heuvelink, Eusebiusbuitensingel, Velperbuitensingel, inclusief genoemde straten en straatdelen doch met uitzondering van het parkeerterrein Spijkerstraat tegenover huisnummer 239, de Eusebiusbuitensingel en Velperbuitensingel.
Als plaatsen waarop tegen betaling van belasting als bedoeld in artikel 2, onder a van de Parkeerverordening 2018 mag worden geparkeerd zijn aangewezen de navolgende gebieden zoals genoemd en gespecificeerd in het eerste lid van dit artikel, voor zover voorzien van parkeerapparatuur:
Als plaatsen waarop met een vergunning als bedoeld in artikel 2, onder b van de Parkeerverordening 2018 mag worden geparkeerd zijn aangewezen de navolgende gebieden zoals genoemd en gespecificeerd in het eerste lid van dit artikel, voor zover voorzien van parkeerapparatuur of voor zover voorzien van het bord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990,
Als plaatsen waarop met een vergunning als bedoeld in artikel 2, onder b van de Parkeerverordening 2018 mag worden geparkeerd zijn aangewezen de navolgende gebieden zoals genoemd en gespecificeerd in het eerste lid van dit artikel, voor zover voorzien van het bord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990:
Artikel 6. Maximale aantal uit te geven parkeervergunningen per gebied
Voor de in onderstaande tabel genoemde gebieden gelden de in de tabel vermelde maxima voor de uit te geven parkeervergunningen:
Het maximale aantal bewonersvergunningen dat kan worden verstrekt bedraagt:
Indien de aanvrager beschikt zou kunnen beschikken of had kunnen beschikken over een eigen parkeervoorzieningen wordt dit aantal eigen parkeervoorzieningen in mindering gebracht op het aantal vergunning waarop de aanvrager conform het tweede lid van dit artikel aanspraak zou kunnen maken. Ten gevolge hiervan worden onder meer de locaties zoals opgenomen in tabel 1 op de van dit besluit deel uitmakende bijlage 1 uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en bedrijfsvergunningen,
Indien de aanvraag een locatie betreft waarbij in contractuele voorwaarden ten tijde van aankoop en/of (her)ontwikkeling van een locatie expliciet is opgenomen dat toekomstige bewoners/gebruikers niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning, worden deze locaties uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en/of bedrijfsvergunningen. Ten gevolge hiervan worden onder meer de locaties zoals opgenomen in tabel 2 op de van dit besluit deel uitmakende bijlage 1 uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en bedrijfsvergunningen,
Indien de aanvraag een locatie betreft die omgevingsvergunningplichtig is en waarbij ten tijden van de (her)ontwikkeling van een locatie expliciet is opgenomen dat de toekomstige bewoners/gebruikers niet in aanmerking komen voor een bewoners en/of bedrijfsvergunning, worden deze locaties uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en/of bedrijfsvergunningen. Ten gevolge hiervan worden onder meer de locaties zoals opgenomen in tabel 3 op de van dit besluit deel uitmakende bijlage 1 uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en bedrijfsvergunningen,
Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan één van de in het eerste lid genoemde voorwaarden, met dien verstande dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld, waarbij gelijk hierbij betrekking heeft op het parkeergedrag annex de parkeernoodzakelijkheid.
Het maximale aantal bedrijfsvergunningen dat aan een rechtspersoon kan worden verleend bedraagt voor een adres:
Indien de aanvrager beschikt zou kunnen beschikken of had kunnen beschikken over een eigen parkeervoorzieningen wordt dit aantal eigen parkeervoorzieningen in mindering gebracht op het aantal vergunning waarop de rechtspersoon conform het tweede lid van dit artikel aanspraak zou kunnen maken. Ten gevolge hiervan worden de locaties zoals opgenomen in tabel 1 op de van dit besluit deel uitmakende bijlage 1 uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en bedrijfsvergunningen,
Indien de aanvraag een locatie betreft waarbij in contractuele voorwaarden ten tijde van aankoop en/of (her)ontwikkeling van een locatie expliciet is opgenomen dat toekomstige bewoners/gebruikers niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning, worden deze locaties uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en/of bedrijfsvergunningen. Ten gevolge hiervan worden de locaties zoals opgenomen in tabel 2 op de van dit besluit deel uitmakende bijlage 1 uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en bedrijfsvergunningen,
Indien de aanvraag een locatie betreft die omgevingsvergunningplichtig is en waarbij ten tijden van de (her)ontwikkeling van een locatie expliciet is opgenomen dat de toekomstige bewoners/gebruikers niet in aanmerking komen voor een bewoners en/of bedrijfsvergunning, worden deze locaties uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en/of bedrijfsvergunningen. Ten gevolge hiervan worden de locaties zoals opgenomen in tabel 3 op de van dit besluit deel uitmakende bijlage 1 uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en bedrijfsvergunningen,
Indien op het betreffende adres reeds een of twee bewonersvergunningen is (zijn) verstrekt wordt het aantal verleende vergunningen in mindering gebracht op het aantal vergunningen waarop een rechtspersoon ten behoeve van het betreffende adres conform het tweede lid van dit artikel aanspraak zou kunnen maken.
Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan één van de in het eerste lid genoemde voorwaarden, met dien verstande dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld, waarbij gelijk hierbij betrekking heeft op het parkeergedrag annex de parkeernoodzakelijkheid.
Artikel 10. Bezoekersvergunning
Het college kan op aanvraag, aan een bewoner, die in het bezit is van een bezoekersvergunning als bedoeld in dit artikel, een vergunning verlenen ten behoeve van het parkeren door zijn niet-professionele hulpverlener/mantelzorger, indien deze mantelzorger staat ingeschreven bij Mantelzorg & Vrijwillige Thuishulp Arnhem (MTV Arnhem).
Het college kan op aanvraag van een huisarts, of specialist die voor het verlenen van spoedeisende hulp is aangewezen op zijn/haar motorvoertuig, een vergunning verlenen voor het parkeren van een auto op een parkeerplaats die door middel van het bord E9 is aangewezen als parkeerplaats bestemd voor het parkeren van een auto van een arts bij het praktijkadres.
Artikel 16. Voorschriften voor het in werking stellen van de parkeerapparatuur
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel kan het in werking stellen van de parkeerapparatuur tevens geschieden door het via een telefoon inloggen op of via een pas contact maken met een centrale computer en tevens geregistreerd te zijn als deelnemer bij een bedrijf waarmee de gemeente Arnhem een contract heeft afgesloten voor deze dienst.
TOELICHTING OP HET UITWERKINGSBESLUIT
Het uitwerkingsbesluit vindt zijn grondslag in zowel de Parkeerverordening 2018 en de in de genoemde artikelen uit de Gemeentewet. Op basis van deze artikelen moet in het college in ieder geval de volgende zaken regelen:
• de aanwijzing van de plaatsen waar tegen betaling van de belasting als bedoeld in art 2 lid a van de Parkeerverordening 2018 mag worden geparkeerd;
• de tijden dat bovengenoemde belasting verschuldigd is;
• de wijze waarop bovengenoemde belasting moet worden betaald;
• de wijze waarop een parkeervergunning wordt verleend;
• het maximale aantal uit te geven parkeervergunningen per vergunninggebied;
• de aanwijzing van de plaatsen waar de vergunning geldig is;
• het gebruik van de vergunningen;
• de geldigheidsduur van de vergunningen;
Behoudens het gebruik van de parkeervergunning zijn deze elementen geregeld in dit uitwerkingsbesluit. Het verstrekken van een parkeervergunning is een door het college te nemen besluit. Bij dat besluit worden ook de gebruiksvoorschriften aan de vergunninghouder bekend gemaakt. Deze gebruiksvoorschriften zijn vooral praktisch van aard.
In de definities zijn de termen uitgelegd die in de parkeerregelgeving worden gebruikt. De meeste spreken voor zich; een paar uitzonderingen daargelaten. Zo zijn de termen vergunningjaar en vergunninghalfjaar geïntroduceerd. De periode waarvoor een parkeervergunning wordt verleend valt niet samen met de start van een kalenderjaar. De start van een vergunningjaar is op 1 maart en loopt tot en met 28/29 februari van het volgende jaar.
Ook de definitie van ‘houder van een motorvoertuig’ verdient enige aandacht. Deze is zo geformuleerd, dat uitsluitend kentekenhouders of leaserijders in aanmerking komen voor een parkeervergunning. Andere constructies om toch maar in aanmerking te komen voor een parkeervergunning worden zo uitgesloten.
Artikel 2. Tijden van parkeerregulering.
Artikel 2 regelt de tijden dat betaald parkeren van kracht is. Hierbij is onderscheid gemaakt naar de verschillende vormen van betaald parkeren, zoals die in de Parkeerverordening 2018 zijn gedefinieerd. Voor het parkeren uitsluitend met parkeervergunningen geldt een regiem van 24 uur per dag en 7 dagen per week, tenzij op de bebording anders is aangegeven. Voor de plaatsen waar ook bezoekers mogen parkeren zonder vergunning levert de gemeente maatwerk, rekening houdend met de aard van het gebied. Om te voorkomen dat in de stad een veelheid aan regiems van kracht is, worden overal zoveel mogelijk dezelfde venstertijden gehanteerd. Alleen voor het Nieuwe Kadekwartier geldt een ander regiem, vanwege de specifieke problematiek in dit gebied.
Artikel 3. Aanwijzing locaties waar parkeerbelasting verschuldigd is
Artikel 3 is de feitelijke aanwijzing van de plaatsen waar parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2 van de Parkeerverordening 2018 verschuldigd is. De straten waar een vorm van parkeerbelasting is verschuldigd zijn benoemd in het eerste lid van dit artikel. Straten met een gelijk regiem zijn gekoppeld aan een gebied. De nummering van het gebied is afgeleid van de nummering voor het GSM parkeren.
In Arnhem zijn drie situaties van toepassing. Parkeerplaatsen waar de parkeerbelasting uitsluitend bij parkeerapparatuur kan worden voldaan (2e lid van dit artikel); plaatsen waar de parkeerbelasting zowel mag worden voldaan bij parkeerapparatuur, als door middel ven een parkeervergunning (3e lid) en parkeerplaatsen waar het parkeren uitsluitend is toegestaan als de parkeerbelasting is betaald door middel van een parkeervergunning.
Artikel 4. Geldigheid van de parkeervergunningen.
Voor een optimale verdeling van de parkeerdruk is Arnhem opgedeeld in sectoren. Een sector bestaat uit één of meerdere gebieden, zoals benoemd in artikel 3. Een parkeervergunning is geldig in de sector waarvoor de vergunning is uitgegeven.
De omvang van de sectoren is altijd een punt van discussie. Zowel grote sectoren als kleine sectoren hebben elk hun voor- en nadelen. Kleine sectoren hebben als voordeel dat de parkeerdruk vrij exact kan worden verdeeld. Nadeel daarvan is dat de administratieve lasten hoger zijn, en dat de vergunninghouder slechts van een beperkt aantal parkeerplaatsen gebruik kan maken. Bij grote sectoren geldt het omgekeerde. De gebruiker heeft een ruime bewegingsvrijheid, maar mede daardoor kan binnen het vergunninggebied plaatselijk een (ongewenst) hoge parkeerdruk ontstaan.
Bij het bepalen van de grootte van de sectoren is getracht een evenwicht te vinden tussen ‘bewegingsvrijheid’ en ‘regulering’. Dit leidt tot het uitgangspunt: groter als het kan, kleiner als het moet.
Houders van een vergunning mogen op alle parkeerplaatsen in de sector parkeren, tenzij sprake is van een gereserveerde parkeerplaats (zoals een gehandicaptenparkeerplaats, autodate of artsenplaats of het parkeren voor vergunninghouders bij besluit van het college is verboden. Er bestaat geen verschil meer tussen “parkeerapparatuurplaatsen” en “belanghebbendenplaatsen”. Plaatsen voor uitsluitend vergunninghouders worden alleen nog toegepast in gebieden waar bezoekend verkeer onwenselijk is, in verband met een feitelijk tekort aan parkeerplaatsen overdag en/of in de avond.
Artikel 5. Wijze van vaststellen van het aantal maximaal uit te geven vergunningen.
De parkeerregulering heeft mede als doel om de beschikbare parkeerplaatsen zo goed mogelijk te benutten. Optimale benutting vindt plaats bij dubbelgebruik. Een en dezelfde parkeerplaats kan op verschillende momenten door verschillende personen worden gebruikt. Daarnaast zijn nooit alle bewoners gelijktijdig aanwezig. ’s Avonds zullen er meestal meer thuis zijn dan overdag. Voor werknemers geldt het omgekeerde. Als het gebruik van de parkeerplaatsen in een gefiscaliseerde situatie bekend is, kan het aantal te verstrekken vergunningen daarop worden afgestemd.
Wanneer er in een gebied voor het eerst parkeerregulering wordt toegepast zijn er geen gegevens bekend over het gebruik van de parkeerplaatsen in een gefiscaliseerde situatie. Voor een periode van maximaal 15 maanden is het aantal vergunningen gerelateerd aan het aantal parkeerplaatsen dat is gefiscaliseerd. Voor de uitgifte van vergunningen aan bewoners wordt een percentage van 90% en voor bedrijven een percentage van 30% aangehouden. Als op korte termijn na invoering reeds blijkt dat er een grote leegstand is, dan kan men snel beslissen om extra vergunningen uit te geven, eventueel na het houden van een parkeertelling. Het is dus niet zo dat de 15 maanden moeten worden afgewacht. Dit is slechts een maximum periode waarin het feitelijke gebruik moet zijn bepaald.
Artikel 6. Maximaal aantal uit te geven vergunningen per gebied.
Per gebied is hier het vergunningenplafond opgenomen voor de verschillende vergunninggebieden. Dit plafond is gerelateerd aan het feitelijke gebruik van de parkeerplaatsen door de vergunninghouders. Deze aantallen worden aangepast na uitbreiding of inkrimping van het aantal openbare parkeerplaatsen in een gebied, of bij uitbreiding van parkeerregulering in een vergunninggebied of indien noodzakelijk na parkeertellingen.
Artikel 7. Intrekken of wijzigen parkeervergunning.
Dit artikel beschrijft de gevallen waarin een vergunning wordt ingetrokken of moet worden gewijzigd. Indien een parkeervergunning wordt ingetrokken vanwege fraude of misleiding wordt een nieuwe aanvraag door de persoon in kwestie de eerste 12 maanden na intrekking geweigerd.
Artikel 8. Bewonersvergunning.
Als het maximale aantal vergunningen voor bewoners, zoals vastgelegd in artikel 6 van het uitwerkingsbesluit, nog niet is bereikt, komt een bewoner in aanmerking voor een vergunning. Als het maximum wel is bereikt, wordt geen vergunning verstrekt, maar wordt de aanvraag op een wachtlijst, zoals omschreven in de Parkeerverordening 2018, geplaatst.
Om voor een bewonersvergunning in aanmerking te komen moet men aan een aantal eisen voldoen. Ten eerste moet men wonen in een gebied waar daadwerkelijk parkeerregulering van kracht is en vergunningen worden verstrekt. Tevens moet men houder zijn van een motorvoertuig of brommobiel. Voor overige voertuigen die geen motorvoertuig zijn komt men niet in aanmerking voor een parkeervergunning. Men krijgt de vergunning voor de sector waar men woonachtig is. Het is dus niet mogelijk om een vergunning voor een andere sector aan te vragen. Per persoon wordt maximaal 1 vergunning verleend. Iemand met twee auto’s komt dus niet in aanmerking voor twee vergunningen. Het aantal vergunningen dat wordt verstrekt per zelfstandige woning bedraagt in de regel ook 1; met uitzondering van de in dit artikel genoemde gebieden waar maximaal 2 parkeervergunningen per zelfstandige woning worden verstrekt.
In sommige sectoren zijn locaties expliciet uitgesloten van een bewonersvergunning. Dit zijn transformatie- of ontwikkellocaties waarbij als voorwaarde geldt dat de ontwikkelaar zelf moet voorzien in een parkeeroplossing, of waarbij de ontwikkelaar een parkeervoorziening heeft, of de mogelijkheid heeft om zelf een parkeeroplossing te realiseren. Op deze locaties komt men dus niet in aanmerkingen voor bewonersvergunning. Omdat zij hiervoor in principe terecht kunnen op eigen terrein. Als deze locaties niet worden uitgesloten leidt dat tot een hogere uitgifte van parkeervergunning aan gebruikers waar deze niet primair voor bedoeld is. Het verstrekken van een bezoekersvergunning blijft wel mogelijk.
Het stallen van caravans op betaald parkeerplaatsen is toegestaan voor een maximum van drie dagen (zie Algemene Plaatselijke Verordening, APV). Dergelijke voertuigen mogen normaal niet op een betaald parkeerplaats worden geparkeerd zonder ontheffing. Niemand zit erop te wachten om in vakantieperiodes een veelheid aan ontheffingsverzoeken te behandelen, die wellicht allemaal worden toegewezen. Daarom is ervoor gekozen om het plaatsen van caravans, zolang dit binnen het driedagen-venster is, toe te staan.
Een parkeervergunning wordt geweigerd indien men beschikt of kon beschikken over een parkeerplaats op eigen terrein of een oprit die aan de hier gestelde afmetingen voldoet. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een appartementencomplex wordt gebouwd met daarbij een parkeergarage. Indien deze parkeergarage (gedeeltelijk) expliciet is bedoeld voor de appartementen, met andere woorden, indien de parkeerplaatsen te koop of te huur zijn of worden aangeboden aan de bewoners van deze appartementen, komt men niet in aanmerking voor een parkeervergunning. Hiermee wordt voorkomen dat voor voorzieningen die in beginsel wel beschikken over eigen parkeercapaciteit, de parkeerdruk wordt afgewenteld op de openbare weg.
Ook een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op de openbare weg wordt beschouwd als een eigen plaats. Voor het parkeren op een dergelijke plaats is geen vergunning (wel een gehandicaptenparkeerkaart) benodigd. Ook als men reeds beschikt over een andere parkeervergunning voor de betreffende zelfstandige woning komt men niet in aanmerking voor een bewonersvergunning.
Van had c.q. zou kunnen beschikken over een parkeerplaats is sprake indien iemand zijn parkeerplaats bijvoorbeeld heeft verbouwd tot keuken, of deze heeft verhuurd of wanneer de ruimte op een andere wijze niet meer te gebruiken is als parkeerplaats. Zo wordt voorkomen dat parkeerplaatsen te gelde worden gemaakt en de parkeerbehoefte wordt afgewenteld op de openbare weg. Dat betekent dat ook toekomstige bewoners van de woning niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning.
Voor de bepaling met betrekking tot de parkeerplaats op eigen terrein is de datum van 1 januari 2012 maatgevend. Als betaald parkeren na die datum wordt ingevoerd, dan is de datum van invoering maatgevend. Uitzonderingen vormen de situaties waarbij uit de bouwvergunning of anderszins blijkt dat de betreffende ruimte specifiek is bedoeld voor het stallen van één of meerdere auto’s, of dat een voorziening is geregistreerd als POET (Parkeren Op Eigen Terrein) in een door het college vastgesteld overzicht. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de omvang van het parkeerareaal geborgd blijft en er voor te zorgen dat parkeervoorzieningen blijvend worden gebruikt waarvoor zij zijn bedoeld.
De vergunning is een vergunningjaar geldig. Dat betekent niet dat na een jaar een nieuwe aanvraag hoeft te worden gedaan. Bij ongewijzigde omstandigheden wordt de vergunning (na betaling) steeds met een vergunningjaar verlengd.
De reikwijdte van de hardheidsclausule (lid 8) is beperkt omdat sprake is van belastingen, waarbij het gelijkheidsbeginsel leidend is. Parkeerbelastingen zijn een zakelijke belasting, die onafhankelijk is van de omstandigheden.
Artikel 9. Bedrijfsvergunning.
Aan bedrijven binnen het gereguleerde gebied kunnen bedrijfsvergunningen worden verstrekt. De vergunning wordt verstrekt aan het bedrijf, dus niet aan de individuele werknemer. In tegenstelling tot de vergunningen voor bewoners is de bedrijfsvergunning op bedrijfsnaam, zodat meerdere mensen in een bedrijf van de vergunning gebruik kunnen maken. Het aantal parkeervergunningen bedraagt 1 per bedrijf. Uitzondering daarop zijn de sectoren C, F en M, waar maximaal 2 vergunningen per bedrijf kunnen worden verstrekt.
Speciale aandacht daarbij voor de definitie van ‘bedrijf’. Het is met name de vestiging die leidend is. Juridische constructies, waarbij een kerstboom van bedrijven is opgetuigd, zullen niet helpen om meer vergunningen te krijgen. De verzameling bedrijven wordt dan gezien als één bedrijf. Buiten de sectoren in het centrum kunnen maximaal 2 vergunningen worden verstrekt.
In sommige sectoren zijn locaties expliciet uitgesloten van een bedrijfsvergunning. Dit zijn transformatie- of ontwikkellocaties waarbij als voorwaarde geldt dat de ontwikkelaar zelf moet voorzien in een parkeeroplossing, of waarbij de ontwikkelaar een parkeervoorziening heeft, of de mogelijkheid heeft om zelf een parkeeroplossing te realiseren. Op deze locaties komt men dus niet in aanmerkingen voor bedrijfsvergunningen. Omdat zij hiervoor in principe terecht kunnen op eigen terrein. Als deze locaties niet worden uitgesloten leidt dat tot een hogere uitgifte van parkeervergunning aan gebruikers waar deze niet primair voor bedoeld is.
Bedrijven die niet in het gereguleerde gebied gevestigd zijn, maar die wel met de auto in het gereguleerde gebied moeten zijn, komen niet in aanmerking voor een vergunning. Zij parkeren met een dagkaart of aan de meter.
Evenals het aantal uit te geven bewonersvergunningen in een gebied, kent het aantal te verstrekken bedrijfsvergunningen in een gebied een maximum. Dit is vastgelegd in artikel 6 van dit uitwerkingsbesluit.
Zoals in de Parkeerverordening 2018 is beschreven, wordt de vergunning op volgorde van aanvraag verleend.
Artikel 10. Bezoekersvergunning.
Voor sociaal bezoek blijkt een parkeertarief soms bezwaarlijk te zijn. Om dit enigszins op te vangen is er een bezoekersvergunning, waarmee het bezoek tegen een lager tarief kan parkeren. De bezoekersvergunning wordt verstrekt per zelfstandige woning. De vergunninghouder kan met de bezoekersvergunning desgewenst het bezoek faciliteren door het kenteken van het voertuig aan te melden op een centrale computer. De vergunninghouder kan op die wijze 200 c.q. 300 uur per jaar bezoekers laten parkeren zonder dat zij aan de automaat te hoeven betalen. Het is aan de vergunninghouder hoe hij deze verdeelt. Dit kan 200 keer 1 uur zijn voor 200 verschillende kentekens, maar bijvoorbeeld ook 20 x 10 uur voor steeds het zelfde kenteken. Binnen de maxima 200 c.q. 300 uur zijn alle combinaties mogelijk.
Naarmate het vergunningjaar vordert gaat men minder betalen voor de bezoekersvergunning; het aantal verstrekte parkeeruren wordt dan naar rato minder.
Als men aan het eind van het vergunningjaar uren over heeft, dan komen deze te vervallen. Indien men in de loop van het jaar verhuist, dan krijgt men geen restitutie voor de resterende uren; men mag deze wel opmaken. Bij het verhuizen van of uit de binnenstad, wordt de vergunning omgezet naar het gebied waar men woont.
Op plaatsen waar geen parkeermeter staat is de bezoekersvergunning niet geldig.
De vergunninghouder ontvangt bij de vergunning de bijbehorende gebruiksvoorwaarden voor het gebruik van de vergunning.
De veranderingen in de zorg brengen onder andere met zich mee dat mensen die zorg nodig hebben langer zelfstandig thuis blijven wonen en daar de zorg moeten krijgen die zij nodig hebben. Het aantal uren binnen de reguliere bezoekersregeling – maximaal 200 of 300 uren – is niet voldoende voor iemand die regelmatig mantelzorg ontvangt. Om niet-professionele hulpverleners tegemoet te komen in de parkeerkosten, komt een bewoner in een betaald-parkerengebied die mantelzorg ontvangt in aanmerking voor een extra urentegoed van 500 uur.
Artikel 11. Marktparkeervergunning
Niet alle marktkooplieden kunnen de auto achter de kraam kwijt. Vandaar dat voor de marktkooplieden een parkeervergunning in het leven is geroepen waarmee zij op de dagen dat zij op de markt staan kunnen parkeren buiten het marktgebied.
Artikel 12. Schippersparkeervergunning
Met de schippersparkeervergunning worden schippers die hun ligplaats hebben in Arnhem gefaciliteerd. De groep is echter beperkt tot de beroepsvaart die de auto aan boord heeft. De vergunning is daarom gekoppeld aan de aanwezigheid van het schip in zijn ligplaats in de stad.
Artikel 13. Autodatevergunning
Om autodaten te faciliteren zijn autodateparkeerplaatsen aangelegd. Op deze plaatsen mag alleen worden geparkeerd door voertuigen van het betreffende autodatebedrijf dat op het onderbord staat vermeld. Omdat deze auto’s regelmatig kunnen wisselen, is gezocht naar een praktische oplossing. Het logo op de auto fungeert als vergunningbewijs om de auto op de parkeerplaats te kunnen parkeren. Het aantal auto’s dat daarmee gebruik kan maken van de betreffende parkeerplaats is daarmee – in theorie – onbeperkt.
Voor huisartsen en specialisten die te maken hebben met spoedeisende hulpverlening, is het van belang dat zij zo snel mogelijk op de plaats van bestemming zijn. Vaak hebben zij daardoor behoefte aan een gereserveerde parkeerplaats bij de praktijkruimte. (Bij groepspraktijken kunnen dat ook meer plaatsen zijn). Ten behoeve van het parkeren op deze plaatsen is een parkeervergunning nodig. Een arts kan een verzoek indienen om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen. Er kunnen desgewenst meer vergunningen worden verstrekt dan er plaatsen zijn; zo kunnen verschillende artsen van de plaats(en) gebruik maken. De vergunning is uitsluitend bestemd voor de betreffende parkeerplaatsen. Het is overigens aan de arts of hij gebruik maakt van deze voorziening of dat hij een bedrijfsvergunning aanvraagt, of een bewonersvergunning (als sprake is van praktijk aan huis).
De ‘dagkaart’ is een parkeervergunning waarmee op een kalenderdag onbeperkt op de gefiscaliseerde parkeerplaatsen kan worden geparkeerd. Deze parkeervergunning is dus bruikbaar op plaatsen bij de parkeerautomaat en plaatsen bij het E9 bord (parkeren voor uitsluitend vergunninghouders). Deze mogelijkheid is in het leven geroepen om bepaalde beroepsgroepen de gelegenheid te geven in de nabijheid van de woning of bedrijf te parkeren. Te denken valt aan klusbedrijven of glasbewassingsbedrijven. Met de ‘dagkaart’ wordt in die behoefte voorzien. Omdat het gelijkheidsbeginsel ook hier van toepassing is, is het niet mogelijk om onderscheid te maken tussen de verschillende gebruikers. Vandaar dat er voor is gekozen om deze faciliteit voor iedere gebruiker beschikbaar te stellen. De dagkaart kan worden afgegeven voor meerdere kalenderdagen. Men betaalt voor iedere dag het bedrag dat in de Parkeerverordening 2018 is opgenomen.
Artikel 16. Voorschriften voor het in werking stellen van de parkeerapparatuur
In dit artikel is geregeld hoe het parkeergeld te betalen bij parkeerapparatuur. Alle thans gangbare betaalmogelijkheden zijn mogelijk, mits de automaat daarin voorziet. De ‘centrale computer’ maakt het mogelijk om GSM-parkeren en varianten daarop toe te passen.
Het college van burgemeester en wethouder van Arnhem
de secretaris, de burgemeester,
Bijlage 1 Overzicht locaties die worden uitgesloten van bewoners- en/of bedrijfsvergunning
Een parkeervergunning wordt geweigerd indien men beschikt of had kunnen beschikken over een parkeerplaats op eigen terrein of een oprit die aan de gestelde afmeting voldoet. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een appartementencomplex wordt gebouwd met daarbij een parkeergarage. Indien deze parkeergarage (gedeeltelijke) expliciet is bedoeld voor de appartementen, met andere woorden, indien de parkeerplaatsen te koop of te huur zijn of worden aangeboden aan de bewoners van deze appartementen, komt men niet in aanmerking voor een parkeervergunning. Hiermee wordt voorkomen dat voor voorzieningen die in beginsel wel beschikken over eigen parkeercapaciteit, de parkeerdruk wordt afgewenteld op de openbare weg.
Sommige locaties zijn expliciet uitgesloten van bewoners- en/of bedrijfsvergunningen. Dit zijn transformatie- of ontwikkellocaties waarbij als voorwaarde geldt dat de ontwikkelaar zelf moet voorzien in een parkeeroplossing, of waarbij de ontwikkelaar een parkeervoorzieningen heeft, of de mogelijkheid heeft om zelf een parkeeroplossing te realiseren. Op de locaties kom men dus niet in aanmerking voor bewoners- en/of bedrijfsvergunningen. Omdat zij hiervoor in principe terecht kunnen op eigen terrein. Als deze locaties niet worden uitgesloten leidt dat tot een hogere uitgifte van parkeervergunning aan gebruikers waar deze niet primair voor bedoeld is.
Daar waar voor specifieke locaties geen uitgifte mogelijk is van bewoners- en/of bedrijfsvergunningen, is het verstrekken van een bewonersabonnement in de gemeentelijke parkeergarages in principe ook niet mogelijk. Dit wordt echter niet geregeld via het Uitwerkingsbesluit Parkeren.
Ten gevolge van deze regeling worden onder meer de locaties zoals opgenomen in respectievelijk tabel 1, 2 en 3 geen bewoners- en/of bedrijfsvergunningen verstrekt. Het verstrekken van een bezoekersvergunning blijft in deze gevallen wel mogelijk.
Indien de aanvrager van een parkeervergunning beschikt, zou kunnen beschikken of had kunnen beschikken over een eigen parkeervoorziening, wordt dit aantal eigen parkeervoorzieningen in mindering gebracht op het aantal te verstrekken vergunningen.
In het volgende overzicht ziet u de locaties waarop geen vergunningen worden verstrekt.
Indien de aanvraag een locatie betreft waarbij in contractuele voorwaarden is opgenomen dat de toekomstige bewoners/gebruikers niet in aanmerking komen voor (een) vergunningen(en), worden deze locaties uitgesloten voor de uitgifte van bewoners- en bedrijfsvergunning.
In het volgende overzicht ziet u de locaties waarop geen vergunningen worden verstrekt.
Indien de aanvraag een locatie betreft die omgevingsvergunningplichtig is en waarbij ten tijde van de (her)ontwikkeling in nadere bepalingen voorwaarden zijn gesteld dat de toekomstige bewoners/gebruikers niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning, worden deze locaties uitgesloten van een bewoners- en bedrijfsvergunning.
In het volgende overzicht ziet u de locaties waarop geen vergunningen worden verstrekt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-230549.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.