Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijmegen houdende heffingen Verordening eenmalig rioolaansluitrecht 2018

De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in de openbare vergadering van 20 december 2017.

 

gelezen het voorstel van

burgemeester en wethouders van 28 november 2017, FA20, nr. 17.0008348;

 

gelet op

artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

 

Besluit: vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht 2018

(Verordening eenmalig rioolaansluitrecht 2018)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

Onder gemeentelijke riolering word verstaan: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen;

onder aansluiting wordt verstaan het leggen door de gemeente van één buisleiding vanaf de gemeentelijke riolering, ertoe dienende om een directe of indirecte lozing op de gemeentelijke riolering mogelijk te maken. Onder aansluiting wordt ook verstaan het leggen door de gemeente van twee buisleidingen in dezelfde sluif waarbij één buisleiding dient voor de afvoer van afvalwater en één buisleiding voor de afvoer van hemelwater vanaf de gemeentelijke riolering, ertoe dienende om een directe of indirecte lozing op de gemeentelijke riolering mogelijk te maken.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam eenmalig rioolaansluitrecht wordt een recht geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met het tot stand brengen van een aansluiting als bedoeld in artikel 1 aanhef onder c.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de aanvrager van de dienst dan wel van degene voor wie de dienst wordt verleend.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    Geen recht als bedoeld in dit artikel is verschuldigd indien de aanvrager zelf zorgdraagt voor een aansluiting, overeenkomstig de door of namens het college gestelde voorwaarden.

  • 2.

    Indien de aanvrager niet zelf zorgdraagt voor een aansluiting, overeenkomstig de door of namens het college gestelde voorwaarden, bedraagt het recht bedoeld in artikel 2 € 4.000,- voor het maken van een aansluiting op de gemeentelijke riolering in een gesloten wegdek (asfalt, beton) en € 2.000,- voor het maken van een aansluiting op de gemeentelijke riolering in een niet-gesloten wegdek (klinkerverharding en overige) mits de aansluiting:

    • onder vrijverval aansluit op een gemengd, gescheiden of verbeterd gescheiden rioolstelsel van Gemeente Nijmegen, niet zijnde een druk- of vacuümrioolstelsel;

    • wordt aangebracht in één sleuf, door middel van open sleuf techniek zonder overwegende bezwaren en bijkomende noodzakelijke voorzieningen;

    • maximaal 10 strekkende meter lang is;

    • minimaal 0,8 en maximaal 1,4 meter onder maaiveld wordt aangelegd;

    • een diameter van rond 125 mm tot maximaal rond 160 mm heeft, en

    • volledig te maken is op eigendom van de gemeente Nijmegen.

  • 3.

    Voor aansluitingen die niet voldoen aan één of meer van de criteria als bedoeld in het vorige lid, is een recht van € 10.000,- verschuldigd.

Artikel 5 Wijze van heffing

Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

Het recht is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 7 Termijnen van betaling

De aanslagen moeten worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van het recht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en invordering van het eenmalig rioolaansluitrecht.

Artikel 10 Overgangsbepaling

De ‘Verordening eenmalig Rioolaansluitrecht 2017’ zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2016 en gepubliceerd onder nr. Gmb-2016-184630, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 11 genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening eenmalig rioolaansluitrecht 2018’ .

 

TOELICHTING OP DE VERORDENING EENMALIG AANSLUITRECHT

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de verordening voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1.

Artikel 2 Belastbaar feit

Het belastbaar feit is de omschrijving van de activiteit waarvoor de belasting in rekening wordt gebracht. In dit geval dus realisatie van een aansluiting op de gemeentelijke riolering.

Artikel 3 Belastingplicht

Degene die de belasting moet betalen, is degene die de gemeente vraagt de riolering aan te leggen. In dit geval dus de aanvrager van de dienst. Over het algemeen is dat de eigenaar van het eigendom, maar het kan ook iemand anders zijn. Daarom staat in de omschrijving dat degene voor wie de gemeente de dienst verleent, belastingplichtig kan zijn. Als de aannemer de aanvraag bijvoorbeeld voor de particulier indient, kan de particulier zo toch de belastingplichtige blijven. De aanslag wordt gestuurd naar degene die het meeste belang heeft bij de dienst.

Een belangrijk element van een heffing gebaseerd op gemeentelijke dienstverlening is dat iemand daadwerkelijk om de dienst vraagt. Dat klinkt in eerste instantie problematischer dan het in de praktijk vaak is. Natuurlijk zitten veel mensen niet te wachten op een gemeentelijke belastingheffing op verzoek, maar de aansluitingsverplichting dwingt in dit geval de aanvraag af.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

Op grond van artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet kan de gemeente belastingen heffen naar heffingsmaatstaven die zij in de belastingverordening bepaalt. Het bedrag mag niet afhankelijk zijn van inkomen, winst of vermogen. De gemeente mag haar belastingen niet naar draagkracht heffen. Alleen het rijk mag inkomensbeleid voeren.

Bij het eenmalig rioolaansluitrecht speelt vooral mee dat er geen sprake is van een zuivere belastingheffing, maar van kostenverhaal van gemeentelijke dienstverlening.

In de verordening wordt een vast bedrag per aansluiting geheven. Dit is een doelmatige en eenvoudige variant. In feite wordt met deze tariefstelling van elke belastingplichtige een vooraf kenbare bijdrage in de kosten gevraagd.

Bij het gelijktijdig gescheiden aansluiten van afvalwater en hemelwater in dezelfde sluif wordt dit beschouwd als één aansluiting en worden daarvoor geen extra kosten gevraagd.

Artikel 5 Wijze van heffing

Dit artikel bepaalt dat de gemeente een aanslag verstuurt. De gemeente neemt dus het initiatief voor de belastingheffing door een aanslagbiljet te sturen.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

Dit artikel bepaalt dat de gemeente direct na indiending van de aanvraag met het kostenverhaal begint.

Artikel 7 Termijnen van betaling

Er is gekozen voor een betaling in één termijn. Lid 2 is opgenomen om een aantal uitzonderingen over onder meer feestdagen in de algemene termijnenwet niet van toepassing te verklaren. Dit is voor gemeentelijke belastingen gebruikelijk.

Artikel 8 Kwijtschelding

Met dit artikel is bepaald dat kwijtschelding van deze belasting niet mogelijk is. Het gaat tenslotte om het verhaal van kosten voor dienstverlening op verzoek. Bovendien leidt deze aansluiting op het riool meestal tot waardevermeerdering.

Artikel 9 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Dit artikel bepaalt dat het College van Burgemeester en Wethouders uitvoeringstechnische zaken kan regelen.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Bekendmaking geschiedt door middel van publicatie in het Gemeenteblad. Het Gemeenteblad moet elektronisch worden uitgegeven. Dit gebeurt op www.Overheid.nl. De dag van bekendmaking is de dag van publicatie op www.Overheid.nl . Dit is de datum waarop de tekst van de verordening daadwerkelijk beschikbaar is voor de burger. De datum van inwerkingtreding van de heffing is vastgelegd in het tweede lid van artikel 11.

Artikel 11 Citeertitel

In artikel 11 is in de citeertitel een jaartal genoemd.

Aldus is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2017.

De raadsgriffier a.i. ,

Drs. Y.A. van Delft

De voorzitter,

Drs. H.M.F. Bruls

Naar boven