Gemeenteblad van Peel en Maas
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Peel en Maas | Gemeenteblad 2017, 230177 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Peel en Maas | Gemeenteblad 2017, 230177 | Verordeningen |
Verordening Besluit beschermd wonen en opvang 2017
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen
DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS
Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders nr. 2017-095 02
Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet.
Gelet op artikel 13, tweede lid en artikel 26 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Peel en Maas;
-ter uitvoering van de Verordening nadere regels met betrekking tot beschermd wonen en maatschappelijke opvang dienen te worden vastgesteld;
-deze nadere regels duidelijkheid moeten bieden aan inwoners en professionals bij de beoordeling van de benodigde hulp en ondersteuning om te komen tot een arrangement aan oplossingen;
-de gemeenten van Noord- en Midden Limburg (Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond,Venlo, Venray en Weert 1) aan de gemeente Venlo mandaat verlenen om de verantwoordelijkheden ten aanzien van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang uit te voeren voor deze gemeenten;
-dit Besluit beschermd wonen en opvang 2017 is afgestemd met de gemeenten uit de regio Noord- en Midden-Limburg. Dit besluit is het afgesproken kader waarbinnen de centrumgemeente Venlo de bevoegdheid tot het beoordelen en toekennen van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang voor deze gemeenten dient uit te voeren;
-het Zorg- en Veiligheidshuis Limburg Noord (ZVH) de toegang tot het Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang verzorgt;
-De Centrale Raad van Beroep bij uitspraak van 17 mei 2017 heeft bepaald dat de bevoegdheid tot het vaststellen van tariefdifferentiatie bij maatwerkvoorzieningen in de vorm van een persoonsgebonden budget niet gedelegeerd mag worden aan het college van burgemeester en wethouders maar een exclusieve bevoegdheid van de raad is.
Vast te stellen het volgende besluit, voor zover het de eigen bevoegdheden betreft:
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving, en;
Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015 (in het bijzonder artikel 1.1.1), het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (in het bijzonder artikel 1.1) en de Verordening (in het bijzonder artikel 1).
Tijdens het keukentafelgesprek worden alle voor het onderzoek van belang zijnde aspecten over onder andere de mogelijkheden, de persoonlijke situatie en leefomgeving van de cliënt, zijn gezin en/of mantelzorger besproken, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 lid 4 Wmo 2015, om te komen tot een afweging voor de noodzaak, omvang en duur van de ondersteuning.
De cliënt (en eventuele vertegenwoordiger) wordt geïnformeerd over de toestemmingsverklaring voor het uitwisselen van gegevens en wordt verzocht deze te ondertekenen.
1.3.4 Indien blijkt dat nader (medisch) advies nodig is, schakelt het ZVH een adviseur in, nadat de cliënt (en eventuele vertegenwoordiger) is geïnformeerd welk advies aan welke deskundige wordt gevraagd om tot een beoordeling van de ondersteuningsbehoefte te komen.
Indien een aanvraag later dan vier weken nadat het Leefzorgplan bekend is gemaakt, zoals bedoeld in artikel 1.4.1 van dit besluit, ondertekend wordt geretourneerd aan het college, dan is aan het college het recht voorbehouden om, indien het aannemelijk is dat er sprake is of kan zijn van nieuwe feiten en/of gewijzigde omstandigheden, een nieuw onderzoek te laten starten.
Artikel 1.7 Inlichtingenplicht
1.7.1 Een cliënt (of zijn vertegenwoordiger) stelt het ZVH uit eigen beweging of na en verzoek van het ZVH, zo spoedig mogelijk op de hoogte van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing, zoals bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de Wmo 2015.
Hoofdstuk 2 Maatwerkvoorziening BW
Artikel 2.1 Criteria voor de toekenning van een maatwerkvoorziening BW
Artikel 2.2 Overdracht van cliënten tussen verschillende centrumgemeenten
Indien een cliënt of zijn vertegenwoordiger, die een toekenning voor een maatwerkvoorziening heeft, een (voornemen tot) verhuizing naar een andere gemeente mededeelt aan het ZVH, dan neemt het ZVH na overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger contact op met de gemeente van nieuwe vestiging om een goede overdracht te organiseren.
Indien een cliënt of zijn vertegenwoordiger, die in een andere gemeente een toekenning voor een maatwerkvoorziening heeft ontvangen, een (voornemen tot) verhuizing naar de gemeente Peel en Maas mededeelt aan het ZVH, dan neemt het ZVH na overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger contact op met de gemeente van herkomst om een goede overdracht te organiseren.
Artikel 2.3 Maatwerkvoorziening BW
Indien de cliënt de beschikte maatwerkvoorziening wil ontvangen via een persoonsgebonden budget (PGB ), dan geldt als aanvullende voorwaarde dat de cliënt en eventueel zijn vertegenwoordiger een plan moet opstellen. Dit plan, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 van de Verordening dient een motivering te bevatten:
Bij de beoordeling van de kwaliteit van een maatwerkvoorziening in de vorm van een PGB, wordt uitgegaan van minimaal de wettelijke kwaliteitseisen voor de maatwerkvoorzieningen waarvoor het PGB bedoeld is en de handreiking ‘kwaliteitseisen beschermd wonen en maatschappelijke opvang’ zoals vastgesteld door de VNG.
Artikel 2.5 Verantwoording van het PGB
Indien blijkt dat het PGB geheel of gedeeltelijk onterecht is betaald vanwege een foutieve declaratie dan kan dit, naast wat is bepaald bij artikel 2.4.1 Wmo 2015, indien mogelijk worden verrekend met het beschikbaar gestelde budget, of teruggevorderd bij de cliënt die de declaratie heeft ingediend. Het niet-geaccepteerde deel van de verantwoording wordt verrekend met het beschikbaar gestelde budget waarna de cliënt of zijn vertegenwoordiger binnen acht weken na verantwoording een besluit tot verrekening ontvangt.
2.6.1 De eigen bijdrage voor Beschermd Wonen wordt berekend tot het maximum dat op grond van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 is toegestaan.
Artikel 2.7 Aflopende indicaties en beschikkingen
Indien de cliënt een andere vorm van zorg wenst dan BW, draagt het ZVH de cliënt over naar de gemeente waar de cliënt woonachtig is of een naar landelijke voorziening. Indien de cliënt daarmee instemt, draagt het ZVH de reeds bekende informatie over de cliënt over aan de betreffende gemeente of voorziening.
Indien een maatwerkvoorziening BW is toegekend aan een cliënt, maar er (nog) geen plek is bij de door de cliënt gewenste aanbieder voor BW, is het mogelijk dat de cliënt (intensieve) ambulante begeleiding ontvangt. Dit is bedoeld als overbruggingszorg,deze situatie mag maximaal 8 weken duren en wordt vastgelegd in het Leefzorgplan en daaruit voortvloeiende beschikking.
Wanneer een cliënt voor BW tijdelijk geen gebruik kan maken van het Beschermd Wonen, omdat andere problematiek (tijdelijk) op de voorgrond staat, kan de cliënt terugkeren naar het Beschermd Wonen, zonder een nieuwe indicatie aan te hoeven vragen bij het ZVH. Deze andere problematiek mag niet langer dan 6 weken duren.
Hoofdstuk 3 Maatschappelijke Opvang
De eigen bijdrage voor de voltijdsopvang is gelijk aan het verschil tussen de voor de cliënt geldende bijstandsnorm en de norm persoonlijke uitgaven. Indien de aanbieder geen voeding verstrekt, wordt de norm persoonlijke uitgaven verhoogd met een bedrag voor voeding, gelijk aan het bedrag dat het Nibud hiervoor hanteert.
Hoofdstuk 4 Onderzoek kwaliteit, meldingsregeling en toezichthouder
Bijlage 1 Tarieven beschermd wonen PGB 2017
De Wmo 2015 legt de nadruk op de eigen kracht en samenredzaamheid van burgers. Daar waar een burger niet meer in staat is om zelf, met behulp van zijn netwerk of algemene voorzieningen te voorzien in zijn zelfredzaamheid en participatie, kan hij een beroep doen op een maatwerkvoorziening. Hierbij wordt eerst gekeken naar de mogelijkheden van de cliënt, de mogelijkheden van gebruikelijke hulp, het netwerk rondom de cliënt, de beschikbaarheid van voorliggende voorzieningen, voorzieningen in de buurt of algemene voorzieningen zoals beschikbaar gesteld door het college.
Het antwoord op de vraag wie in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening is afhankelijk van de persoonlijke situatie. Zodoende, zowel bij opvang als ook bij beschermd wonen gaat het om maatwerkvoorzieningen voor mensen die als gevolg van ernstige en complexe problemen een sterk verminderde zelfredzaamheid hebben. In dit besluit wordt helder uiteengezet hoe men in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening en wie ervoor in aanmerking komt.
Het Zorg- en Veiligheidshuis Limburg-Noord vormt de toegang tot de Maatschappelijke Opvang, Vrouwenopvang en Beschermd Wonen. Het ZVH is organisatorisch gepositioneerd binnen de afdeling Samen Leven en Werken van de gemeente Venlo. De gemeente Venlo wordt door het college gemandateerd voor de uitvoering van de taken en bevoegdheden die samenhangen met de maatschappelijke opvang en beschermd wonen. Voor de Maatschappelijke Opvang van de gemeente Weert geldt dat de toegang tot de maatschappelijke opvang door de gemeente Weert bepaald wordt.
Dit besluit wordt vastgesteld door de colleges van de gemeente Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray en Weert en treedt in werking op 1 januari 2017.
Beschermd wonen is een passende maatwerkvoorziening voor mensen die als gevolg van een ernstige psychische of psychiatrische aandoening niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Beschermd wonen is voor mensen die als gevolg van deze aandoening 24-uurs toezicht en begeleiding nodig hebben. De ondersteuning is gericht op het leren functioneren met deze (blijvende) beperking, met als doelstelling om zo veel mogelijk zelfredzaamheid en participatie in de maatschappij te bereiken. Bij beschermd wonen staat hulp op maat centraal.
Alhoewel de Wmo 2015 geen grondslagen kent voor de ondersteuningsbehoefte, wordt hiervoor bij beschermd wonen een uitzondering gemaakt. Mensen die als gevolg van een ernstige psychische aandoening zodanig beperkt zijn in hun zelfredzaamheid dat ze niet zonder 24-uurstoezicht of begeleiding kunnen, vormen een bijzonder kwetsbare groep. Hoewel de ondersteuning uiteraard zo veel mogelijk gericht is op het verbeteren van zelfredzaamheid en participatie, is een beschermde omgeving waarin zij zich veilig kunnen voelen en hen gespecialiseerde ondersteuning geboden kan worden onontbeerlijk voor hun functioneren en herstel. Beschermd wonen is dan ook niet bedoeld voor mensen met psychosociale problemen, die met eigen inzet oplosbaar zijn, of voor mensen die in de eerste plaats een woonprobleem hebben. Daarbij is de beschermde component niet in lijn met de ondersteuningsbehoefte. Bovendien is beschermd wonen een zeer kostbare ondersteuningsvorm en is voor oplosbare psychosociale problemen een tijdelijke maatwerkvoorziening zoals opvang of begeleiding toereikend.
Dit besluit maakt gebruik van de termen psychisch en psychosociaal. Aangezien deze termen niet in bovenliggende wetgeving zijn gedefinieerd vult dit besluit de termen in. Waar in dit besluit ‘psychisch’ als term wordt gebruikt gaat het om een aandoening van geestelijke aard die aanwijsbaar is in DSM-5. De term psychosociaal is complexer van aard. Het gaat daarbij om sociale en/of emotionele problemen die de leefsituatie aantoonbaar ernstig ontwrichten, bijvoorbeeld een combinatie van schulden, middelengebruik en overlast gevend gedrag, of ernstige relatie- en opvoedingsproblemen in combinatie met economische onzelfstandigheid. Psychosociale problemen hebben een psychische component, bijvoorbeeld ernstige stress, angst, of agressie regulatieproblemen. Deze problemen, alhoewel niet definieerbaar als een ernstige psychische aandoening op grond van DSM 5, kunnen wel reden zijn dat een maatwerkvoorziening nodig is waarbij de regie tijdelijk geheel of grotendeels moet worden overgenomen.
Burgers hebben keuze uit een breed zorg-in-natura aanbod voor beschermd wonen dat wordt aangeboden door zo’n 40 aanbieders. Beschermd wonen is van oudsher zorg die wordt aangeboden in combinatie met verblijf, in dit besluit wordt tevens de mogelijkheid geboden om beschermd wonen zorg in de thuissituatie te ontvangen. In dat laatste geval verzorgt de cliënt zelf zijn huisvesting en wordt er in de thuissituatie van de cliënt beschermd wonen zorg geboden die vergelijkbaar is met de zorg in een 24-uurs zorginstelling. Per individueel geval wordt beoordeeld of het mogelijk is deze zorgvorm in de thuissituatie aan te bieden, dit is afhankelijk van het zorgaanbod en de persoonlijke situatie van de cliënt.
Indien het ZIN aanbod niet volstaat kan de burger (of zijn vertegenwoordiger) ervoor kiezen zorg in te kopen via een PGB. In dat geval wordt van de burger (of zijn vertegenwoordig) verwacht dat hij/zij in een plan beschrijft hoe hij/zij het PGB budget gaat besteden. Het budget mag alleen worden besteed aan de maatwerkvoorziening en het beoogde resultaat waarvoor deze wordt toegekend. Het (budget)beheer van het PGB mag in geen geval worden uitgevoerd door dezelfde partij als die ondersteuning biedt, dit om belangenverstrengeling te voorkomen.
Opvang is altijd gericht op een tijdelijk verblijf, met als doelstelling om iemand weer in staat te stellen zich zelfstandig of met lichte ondersteuning te redden in de samenleving. Of, als er sprake is van een ernstige beperking, toe te leiden naar langdurige zorg met verblijf. De algemene principes van de Wmo, zoals gebruik maken van eigen kracht, het sociale netwerk, rekening houden met voorzienbare omstandigheden e.d. zijn ook hier van toepassing. Als iemand bijvoorbeeld zijn woning verloren heeft, maar bij familie of vrienden kan overnachten, is opvang niet nodig.
De klassieke bed-bad-brood-opvangvoorzieningen, huisvesting bij extreem winterweer, dag- en nachtopvang zijn algemene voorzieningen. Wie gebruik maakt van de nachtopvang betaalt een kleine vaste bijdrage voor bed, bad, brood en begeleiding.. 24-uurs opvangvoorzieningen daarentegen zijn maatwerkvoorzieningen waarop dit besluit voornamelijk van toepassing zijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-230177.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.