Gemeenteblad van Pijnacker-Nootdorp
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Pijnacker-Nootdorp | Gemeenteblad 2017, 230011 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Pijnacker-Nootdorp | Gemeenteblad 2017, 230011 | Beleidsregels |
Beleidsregels gemeentelijke schuldhulpverlening gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017
Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
gezien het advies van de afdeling Beleid d.d. 5 december 2017;
het advies van de Adviesraad Werk en Inkomen d.d. 20 november 2017;
gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
In deze regeling wordt verstaan onder:
inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Pijnacker-Nootdorp is ingeschreven;
schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat verzoeker niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Alle inwoners van de gemeente Pijnacker-Nootdorp van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening met uitzondering van:
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht, gebaseerd op de uitgangspunten zoals neergelegd in het Beleidsplan gemeentelijke schuldhulpverlening. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:
Artikel 4. Verplichtingen Verzoeker
Verzoeker doet aan het college op verzoek en onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende het schuldhulpverleningstraject. Verzoeker heeft in ieder geval een informatieplicht bij:
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:
In november 2012 heeft de gemeenteraad het Beleidsplan gemeentelijke schuldhulpverlening vastgesteld. In juni 2017 is een geactualiseerd beleidsplan vastgesteld door de raad. In dit beleidsplan zijn de uitgangspunten van de gemeente Pijnacker-Nootdorp neergelegd op het terrein van minnelijke schuldhulpverlening. Deze beleidsregels zijn een nadere uitwerking hiervan. De burger weet hierdoor wat de voorwaarden zijn om in aanmerking te komen voor toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening en waaraan hij/zij zich dient te houden. De gemeente weet op haar beurt welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.
Voor de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening is het van belang om te benadrukken dat afwijzing en beëindiging van een schuldhulpverleningstraject in concreto de minnelijke schuldhulpverlening betreft. In het voorstadium, wanneer (nog) geen aanvraag voor de minnelijke schuldhulpverlening is ingediend, kunnen verzoekers een beroep doen op informatie- en adviesgesprekken en kan doorverwijzing naar ketenpartners plaatsvinden.
Op de gemeentelijke schuldhulpverlening is per 1 juli 2012 de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Conform de visie zoals neergelegd in het Beleidsplan gemeentelijke schuldhulpverlening staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Pijnacker-Nootdorp van 18 jaar en ouder. Een aantal specifieke groepen wordt uitgesloten van de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Verzoekers die eerder een beroep op de gemeentelijke schuldhulpverlening hebben gedaan en waarbij het traject is beëindigd op basis van verwijtbaarheid van verzoeker behoren niet tot de doelgroep.
Verzoekers worden gedurende een periode van 5 jaar uitgesloten van schuldhulpverlening. Indien er sprake is van minderjarige kinderen in het gezin, geldt een uitsluitingsperiode van 2 jaar. De uitsluitingsperiode geldt vanaf de datum van beëindiging van de minnelijke schuldhulpverlening, dan wel beëindiging van een WSNP-traject. In de WSNP wordt een uitsluitingsperiode van 10 jaar gehanteerd. Dit is echter erg lang, waardoor schulden en problemen mogelijk al zover opgelopen zijn, dat deze nog moeilijk aan te pakken zijn.
Fraude met uitkeringen mag niet worden beloond door vervolgens de persoon in kwestie te helpen bij het oplossen van de door fraude ontstane schulden. Hiermee wordt aangesloten bij de vernieuwde Fraudewet die met ingang van 1 januari 2013 is ingevoerd.
Daarnaast kunnen zelfstandig ondernemers geen beroep doen op gemeentelijke schuldhulpverlening omdat specifieke kennis rondom bedrijfsvoering en eventuele bedrijfsbeëindiging hierbij is vereist. Ondernemers worden daarom doorverwezen naar een ter zake kundige organisatie. Wel staat schuldhulpverlening open aan natuurlijke personen die (onder andere) schulden hebben in verband met de liquidatie van een onderneming mits de onderneming is beëindigd.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
Een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening vraagt om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Er worden in dit artikel factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt. Daarbij zijn de begrippen ‘regelbare schuld’ en ‘regelbare schuldenaar’ conform de indeling in het beleidsplan van belang. Afhankelijk van de persoonlijke situatie wordt besloten welke dienstverlening vervolgens kan worden ingezet.
Artikel 4. Verplichtingen Verzoeker
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde, recente informatie te geven, mee te werken om uit de bestaande situatie te komen en zoveel mogelijk van de schulden aan schuldeisers af te lossen. De verplichtingen die verzoeker worden opgelegd zijn zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject van toepassing.
Hoewel veel verplichtingen in dit artikel zijn benoemd, is het geen limitatieve opsomming. Het college kan een besluit nemen over eventueel niet in dit artikel benoemde verplichtingen die niet nageleefd worden.
Artikel 5. Afwijzen en beëindigen
Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4 kan het college besluiten om een aanvraag schuldhulpverlening af te wijzen dan wel een schuldhulpverleningstraject te beëindigen.
In de fase tot en met de beoordeling van de aanvraag is er sprake van een afwijzing. Nadat de verzoeker is toegelaten tot de gemeentelijke schuldhulpverlening gaat het om beëindiging.
Alvorens dat te doen wordt, conform het tweede lid, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.
Het vierde lid van artikel 4 wordt hierbij buiten beschouwing gelaten, omdat het ontstaan van nieuwe schulden niet kan worden teruggedraaid. Er wordt direct overgegaan tot afwijzing van de aanvraag of beëindiging van het schuldhulpverleningstraject.
De hersteltermijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college alsnog besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 5 onaangetast. Tevens kan een traject beëindigd worden omdat een klant niet meer tot de doelgroep behoort. Denk hierbij aan verhuizing naar een andere gemeente, overlijden etc.
Daar waar Pijnacker-Nootdorp wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker. Bij een beëindiging van het traject kan nog gericht specifieke dienstverlening ingezet worden, zoals bijvoorbeeld informatie- en adviesgesprekken nadat een schuldregeling niet is gelukt.
Artikel 7. Hernieuwde aanvraag na beëindiging eerder traject
Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Schuldhulpverlening is in principe éénmalig. Het is niet de bedoeling dat er ongelimiteerd gebruik gemaakt wordt van deze ondersteuning. Dit zou het leereffect bij een schuldregeling ondermijnen én ervoor zorgen dat onverantwoord bestedingsgedrag in stand wordt gehouden. Bovendien neemt de kans op een succesvolle minnelijke regeling af, omdat schuldeisers vaak niet bereid zijn opnieuw medewerking te verlenen.
Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schuldhulpverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd.
Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening en de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het uitvallen in het stadium tot en met het indienen van de aanvraag gemeentelijke schuldhulpverlening en uitval in de periode nadat de verzoeker is toegelaten tot de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Verzoekers met schulden als gevolg van sociale zekerheidsfraude waarvoor verzoeker is veroordeeld of waarvoor een sanctie is opgelegd vallen onder artikel 2.
De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (ingevolge artikel 8: de hardheidsclausule). Bijvoorbeeld als er redenen zijn die de verzoeker niet waren toe te rekenen.
Artikel 8. Onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het college om in zeer bijzondere of onvoorziene gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.
Artikel 9 en 10. Inwerkingtreding en citeertitel
Deze bepalingen spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-230011.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.