Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent hondenbelasting Verordening hondenbelasting 2018

De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;

 

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2018.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.

  • 2.

    De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

    • a.

      die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

    • b.

      die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;

    • c.

      die als onderdeel van hun training tot blindengeleidehond, zoals onder sub a genoemd, of tot gehandicaptenhond, zoals onder sub b genoemd, tijdelijk in een huishouden verblijven;

    • d.

      die verblijven in een hondenasiel;

    • e.

      die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

    • f.

      waarvan de houder in het bezit is van een geldig diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging en die op aanvraag ter beschikking van de politie kunnen worden gesteld;

    • g.

      waarvan de houder minder dan vier weken per kalenderjaar in de gemeente verblijf houdt en dat aannemelijk maakt;

    • h.

      die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor een eerste hond € 42,93;

    • b.

      voor iedere hond boven het aantal van één € 85,86.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid be¬draagt de belasting ongeacht het aantal honden maximaal € 214,65 per belastingjaar.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting kan kwijtschelding worden verleend voor de eerste hond.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog dagen overblijven. Aanslagen die een bedrag van € 5,00 niet te boven gaan, worden niet opgelegd.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog dagen overblijven.

  • 4.

    De ontheffing als bedoeld in lid 3 vindt niet plaats indien het aantal honden in de loop van het belastingjaar afneemt en er na die afname nog drie of meer honden resteren.

  • 5.

    De ontheffing als bedoeld in lid 3 dient schriftelijk, onder overlegging van een bewijsstuk, te worden aangevraagd binnen twee maanden na het tijdstip dat de aanspraak op ontheffing als bedoeld in lid 3 ontstaat.

  • 6.

    De ontheffing als bedoeld in lid 3 wordt niet uitbetaald in het geval deze minder dan € 5,00 bedraagt.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt op de 28e dag na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening hondenbelasting 2017" van 15 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoem¬de datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor de in het derde lid genoemde datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2018".

     

Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 14 december 2017.

De griffier, De voorzitter,

Naar boven