Wijzigen van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013. (2017, nr. 343/1485)

 

Nummer 343/1485

Agendapunt 11

Datum besluit B&W 17 oktober 2017

Onderwerp

Wijzigen van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013.

De gemeenteraad van Amsterdam

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1485);

Mede gezien de aangenomen motie van het raadslid Van Lammeren (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1504);

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

Besluit:

I.vast te stellen de volgende:

Verordening tot wijziging van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 vastgesteld bij raadsbesluit van 20 november 2012 (Gemeenteblad 2012, afd. 3A, nr. 222/1104).

Artikel 1

Aan artikel 2 wordt een nieuw onderdeel 4 toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:

De artikelen 6, 8, 9, 10, 11 en 12 zijn van overeenkomstige toepassing op subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid onder c voor zover in de subsidiebeschikking niet anders is bepaald.

II. Kennis te nemen van de bij deze verordening behorende toelichting.

A.De toelichting op artikel 2 komt als volgt te luiden:

Artikel 4:23 Awb bepaalt dat subsidieverstrekking een wettelijke grondslag behoeft.

In het artikel wordt een aantal uitzonderingen op deze eis genoemd waaronder een subsidie die concreet wordt vermeld in de begroting en een subsidie in incidentele gevallen.

De ASA vermeldt in elk geval in het eerste lid dat subsidie kan worden verleend voor activiteiten op de beleidsterreinen die in de begroting worden genoemd. Daarbij wordt een aantal beleidsterreinen opgesomd. Daarmee biedt de ASA een brede basis voor subsidieverlening.

Het van toepassing of van overeenkomstige toepassing verklaren van afdeling 4.2.8 van de Awb op subsidies hoger dan € 50.000 geldt voor periodieke respectievelijk eenmalige subsidies. Hiermee is in de eerste plaats beoogd de verordening zo eenvoudig mogelijk te houden door het opnemen van artikelen die al in de Awb zijn te vinden achterwege te laten. In afdeling 4.2.8 is namelijk al voorzien in een uitgebreide regeling voor het aanvragen, verlenen en vaststellen van subsidies. Zo is geregeld welke stukken bij een aanvraag moeten worden ingediend (artikel 4:61), aan welke vereisten deze stukken moeten voldoen (artikel 4:62 tot en met 4:65) en aan welke verplichtingen de subsidieontvanger zich dient te houden (artikel 4:69 tot en met 4:72).

Daarnaast is bepaald welke stukken bij de aanvraag tot vaststelling moeten worden ingediend (artikel 4:75) en aan welke eisen deze stukken moeten voldoen (artikel 4:76 tot en met 4:80).

In de tweede plaats is hiermee vastgelegd dat alleen aan de zogenaamde grote subsidies (zie ook de algemene toelichting) de eisen worden gesteld die afdeling 4.2.8 bevat. Voor de subsidies boven de € 50.000 brengt dit met zich mee dat er maar heel beperkt ruimte is om in nadere regels procedurele voorschriften te geven. Bij die subsidies voorziet afdeling 4.2.8. Awb immers al in aanvullende procedurele voorschriften. De nadere regels zien in die gevallen dus met name op meer inhoudelijke voorschriften.

De bepalingen in de ASA zijn in beginsel van toepassing op alle subsidierelaties tenzij hiervan in een bijzondere verordening geheel of gedeeltelijk wordt afgeweken.

Dit zal het geval zijn als de aard van de subsidie of het beoogde doel van de te subsidiëren activiteit daartoe noodzaakt.

In de toelichting op de bijzondere subsidieverordening moet worden aangegeven waarom de afwijking noodzakelijk is en in welke mate van de ASA wordt afgeweken, gedeeltelijk of in zo grote mate dat de ASA in feite niet meer van toepassing kan zijn.

In het eerste geval -gedeeltelijke afwijking- moet duidelijk worden aangegeven welke artikelen afwijken van de bepalingen in de ASA. De bepalingen van de ASA waar in de bijzondere subsidieverordening niet van wordt afgeweken blijven onverkort van toepassing op de subsidierelatie.

Is sprake van een zo grote afwijking dat de ASA in feite niet meer van toepassing is dan moet ook dát in de toelichting op de bijzondere subsidieverordening worden aangegeven. Aan te bevelen is in dat geval om bij het opstellen van de verordening te bezien of het nodig is bepalingen uit de ASA onverkort over te nemen om te voorkomen dat in de bijzondere verordening leemten ontstaan.

Subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid onder c (begrotingssubsidies) worden niet genormeerd door de ASA. Uit artikel 4:23 Awb volgt dat voor deze soort subsidies geen wettelijke grondslag is vereist.

In de praktijk blijkt dat er behoefte is om een aantal artikelen van de ASA van toepassing te verklaren op begrotingssubsidies. Het proces van subsidieverstrekking wordt hiermee gestroomlijnd. Dit is het belang van zowel de aanvragers van begrotingssubsidies als de gemeente. Het vierde lid van dit artikel verklaart daarom een aantal bepalingen van de ASA van overeenkomstige toepassing op begrotingssubsidies. Hieruit volgt dat begrotingssubsidies voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de uit te voeren activiteit volledig dienen te worden aangevraagd (artikel 6). Op een dergelijke aanvraag zal in beginsel voor 1 januari worden beslist (artikel 8). Ook de weigeringsgronden uit artikel 9 en de verplichtingen uit de artikelen 10 en 11 zijn van overeenkomstige toepassing verklaard.

Hierdoor kan een begrotingssubsidie bijvoorbeeld worden geweigerd indien de aanvraag in strijd is met het door de gemeenteraad, het college of het Algemeen bestuur van een bestuurscommissie gevoerde beleid (artikel 9, tweede lid onder h) of indien er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de subsidie niet doelmatig zal worden besteed in verband met een bezoldiging die de aanvrager is overeengekomen hoger dan de maximale bezoldiging die volgt uit artikel 2.3 van de WNT.

In de subsidieverleningsbeschikking kunnen, naast de verplichtingen die op grond van de artikelen 4:37 en 4:38 van de Awb kunnen worden opgelegd, ook de verplichtingen die in de artikelen 10 en 11 van de ASA zijn opgenomen, aan de subsidie worden verbonden.

III. Te bepalen dat deze verordening in werking treedt de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd

in zijn vergadering op 29 november 2017.

De plv. voorzitter

E.Ünver

De raadsgriffier

mr. M. Pe MEC

Naar boven