Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

 

gezien het advies van de afdeling Beleid d.d. 5 december 2017;

 

gezien het advies van de Adviesraad Werk & Inkomen d.d. 20 november 2017;

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen die in acht dienen te worden genomen bij aanvragen voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang als er sprake is van sociaal medische indicatie voor ouder of kind;

besluit:

 

vast te stellen de volgende Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie gemeente Pijnacker-Nootdorp 2017:

Artikel 1. Begripsbepalingen

De begripsbepalingen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen zijn onverkort op deze beleidsregels van toepassing.

Artikel 2. Doelgroep

De beleidsregels zijn van toepassing op de ouder of diens partner, die woonachtig is in de gemeente Pijnacker-Nootdorp, hetgeen blijkt uit een inschrijving in de Basisregistratie Personen, en:

  • a.

    die tot de categorie personen behoort met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en voor wie bij besluit als bedoeld in artikel 3 is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

  • b.

    die een kind heeft ten aanzien van wie bij besluit als bedoeld in artikel 3 is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is.

Artikel 3. Vaststelling van de sociaal medische indicatie

  • 1.

    Het college stelt vast of de ouder of diens partner een persoon is:

    • a.

      met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en in welke mate om die reden, kinderopvang noodzakelijk is, of;

    • b.

      die een kind heeft waarvoor en in welke mate kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is.

  • 2.

    Het college stelt de noodzakelijkheid van kinderopvang als bedoeld in lid 1 van dit artikel vast middels een sociaal medisch advies van een door het college aangewezen onafhankelijk sociaal medisch adviseur als bedoeld in artikel 4.

  • 3.

    Van het opvragen van sociaal medisch advies als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt afgezien, indien naar het oordeel van het college op basis van schriftelijk advies van een onafhankelijke deskundige als bedoeld in artikel 4 lid 2 in voldoende mate is aangetoond dat sprake is van ernstige sociaal-medische problematiek die kinderopvang noodzakelijk maakt.

  • 4.

    Indien er sprake is van een voorliggende voorziening, ziet het college af van de vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie.

  • 5.

    Tot een voorliggende voorziening als bedoeld in lid 4 van dit artikel wordt in ieder geval gerekend:

  • 6.

    Het college kan periodiek een herindicatie verrichten van personen als bedoeld in artikel 2. De herindicatie vindt plaats conform de bepalingen in deze beleidsregels.

Artikel 4. Sociaal medisch advies

  • 1.

    Het sociaal medisch advies bevat in ieder geval:

    • a.

      de redenen voor de noodzaak van kinderopvang;

    • b.

      de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht;

    • c.

      de geldigheidsduur van de indicatie.

  • 2.

    Onderstaande adviseurs worden in ieder geval aangemerkt als onafhankelijke deskundigen die middels een schriftelijk advies een indicatie geven omtrent de sociaal- medische problematiek op grond waarvan kinderopvang noodzakelijk wordt geacht:

    • a.

      een verpleegkundige of arts van het consultatiebureau, GGD of thuiszorg;

    • b.

      een (ortho)pedagoog;

    • c.

      een psycholoog;

    • d.

      een psychiater;

    • e.

      een schoolmaatschappelijk werker.

Artikel 5. Hoogte van de tegemoetkoming

De hoogte van de tegemoetkoming wordt inkomensafhankelijk vastgesteld op basis van de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst, rekening houdend met het inkomen van de ouder en zijn (eventuele) partner.

Artikel 6. Beperking duur tegemoetkoming

De tegemoetkoming kinderopvang kan in ieder geval eerder worden ingetrokken dan de door het college vastgestelde duur indien:

  • a.

    de ouder niet voldoet aan de verplichtingen;

  • b.

    de kinderopvang niet of niet meer plaatsvindt;

  • c.

    de ouder of het kind niet meer woonachtig is in de Gemeente Pijnacker-Nootdorp;

  • d.

    de ouder aanspraak kan maken op een voorliggende voorziening (zie artikel 3 lid 4 en 5);

  • e.

    de sociaal-medische indicatie komt te vervallen.

Artikel 7. Wijze van afhandeling

  • 1.

    Afhandeling gebeurt door de afdeling Backoffice Publiekszaken/Sociaal Domein op aanvraag door de ouder(s).

  • 2.

    De aanvraag voor een gemeentelijke bijdrage voor de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie t.b.v. personen behorende tot de in artikel 2 genoemde doelgroep wordt in behandeling genomen nadat de aanvrager een aanvraagformulier heeft overgelegd inclusief de benodigde bewijsstukken.

  • 3.

    Indien de aanvrager een bewijsstuk overlegt waarmee in voldoende mate is aangetoond dat sprake is van sociaal-medische problematiek die kinderopvang noodzakelijk maakt, neemt de gemeente een besluit op de aanvraag.

  • 4.

    Indien de aanvrager geen bewijsstuk overlegt zoals bedoeld in lid 3 zal de gemeente een schriftelijk advies aanvragen bij een onafhankelijk adviseur zoals genoemd in artikel 4 lid 2. Na ontvangst van het schriftelijke advies neemt de gemeente een besluit op de aanvraag.

  • 5.

    Indien de gemeente een toekennend besluit heeft genomen dient de persoon aan wie het besluit is gericht de afgifte indicatie Plaatsingsovereenkomst met kinderopvang inclusief een overzicht van de maandelijkse kosten van de geïndiceerde kinderopvang te overleggen.

  • 6.

    Na ontvangst van het onder lid 5 genoemde bewijsstuk wordt de aanvrager in kennis gesteld middels een beschikking waarin is opgenomen:

    • a.

      de hoogte en betaalwijze van de gemeentelijke bijdrage;

    • b.

      de hoogte en betaalwijze van de eigen bijdrage;

    • c.

      de duur van de toegekende periode van tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie;

    • d.

      de verplichtingen van de ouder en eventuele partner tot het schriftelijk verstrekken van inlichtingen bij tussentijdse wijzingen (zoals beëindiging plaatsingsovereenkomst alsmede wijziging in uren, dagen, of locatie).

  • 7.

    Een aanvraag kan niet met terugwerkende kracht worden ingediend. Bij toekenning wordt de tegemoetkoming verstrekt vanaf aanvraagdatum en niet eerder dan dat er daadwerkelijk kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie zijn.

Artikel 8. Hardheidsclausule

In omstandigheden waarbij de afwijzing van een aanvraag krachtens deze regels of de toepassing van bepalingen in deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden, kan het college ten gunste van de aanvrager van deze regels afwijken.

Artikel 9. Inwerkingtreding en intrekking vorige beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    De Beleidsregels tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 10. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie 2017.

 

Vastgesteld in de vergadering van 5 december 2017

de secretaris,

drs. J.P.R. Woudstra

de burgemeester,

mw. F. Ravestein

Algemene toelichting

Ouders die niet werken of waarvan één van de ouders niet werkt, kunnen geen aanspraak maken op de per wet geregelde kinderopvangtoeslag. Als er sprake is van sociaal medische problematiek binnen het gezin is het soms wenselijk om het kind toch een aantal dagdelen onder te brengen bij een kinderopvangcentrum of een gastouder. In deze beleidsregels wordt de tegemoetkoming voor deze ouders vastgesteld conform de systematiek van de “kinderopvangtoeslag”. In de berekening van de tegemoetkoming wordt dan rekening gehouden met het inkomen van de aanvrager en eventuele partner en de maximale uurprijs die mag worden afgenomen op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Daarmee sluit de gemeente aan bij de landelijke ontwikkelingen die de betaalbaarheid van de kinderopvang beoogt en oneigenlijk gebruik zoveel mogelijk wil tegengaan.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2. Doelgroep

Een ouder kan een vergoeding voor de kosten van kinderopvang ontvangen als vast staat dat het om sociaal-medische redenen noodzakelijk is dat (en in welke mate) gebruik wordt gemaakt van kinderopvang.

Artikel 3. Vaststelling van de sociaal medische indicatie

Met deze bepaling worden de VNG richtlijnen gevolgd. De gemeente kan slechts dan een voorziening aanbieden indien de aanvrager inwoner is van Pijnacker-Nootdorp. Van belang is dat de grondslag voor een sociaal-medische indicatie kan liggen bij zowel de ouder(s) als bij de inwonende kind(eren).

Artikel 4. Sociaal medisch advies

Deze bepaling dient als waarborg dat een indicatie advies is gebaseerd op het oordeel van een onafhankelijke deskundige. Voorts wordt aangegeven welke adviseurs als onafhankelijk worden aangemerkt. Huisartsen vallen hier niet onder.

Artikel 5. Hoogte van de tegemoetkoming

In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is geregeld dat ouders die aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang, een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Ouders/verzorgers met een inkomen op minimum niveau ontvangen een tegemoetkoming die vrijwel alle kosten dekt. Met betrekking tot de tegemoetkoming aan sociaal medisch geïndiceerde personen wordt de hoogte van de tegemoetkoming eveneens afgestemd op het inkomen van de aanvrager en de eventuele partner.

Er is geen maximum gesteld aan het aantal uren, wel wordt er rekening gehouden met opvangmogelijkheden binnen het eigen sociale netwerk. Er kan wellicht gebruik worden gemaakt van ouderschapsverlof van de werkende ouder of een familielid die een deel van de opvang doet. Verder geldt de wettelijke maximale uurprijs voor de diverse opvangsoorten. Indien de ouder(s)/verzorger(s) kiezen voor opvang die boven deze uurprijs ligt, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s)/verzorger(s).

Artikel 6. Beperking duur tegemoetkoming

In dit artikel wordt de een niet-limitatieve opsomming gegeven van situaties waarin het college de tegemoetkoming kinderopvang in ieder geval kan intrekken.

Artikel 7. Wijze van afhandeling

Om te garanderen dat aanvragen correct en tijdig worden afgehandeld is er voor gekozen om dit proces op te nemen in de regeling. Bij het aanvragen van deze voorziening wordt ook de eigen verantwoordelijkheid van de ouder aangesproken. Derhalve is het belangrijk dat ook deze verantwoordelijkheden worden benoemd. Een aanvraag kan niet met terugwerkende kracht worden ingediend. Bij een eventuele toekenning wordt de tegemoetkoming verstrekt vanaf aanvraagdatum en niet eerder dan dat er daadwerkelijk kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie zijn.

Naar boven