Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2017, 229751 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2017, 229751 | Verordeningen |
Intrekken van de Bijzondere subsidieverordening monumentale gebouwen, complexen en gebieden, Amsterdam 2012 en vaststellen van de Bijzondere subsidieverordening erfgoed Amsterdam 2017. (2017, nr. 333/1443)
Datum besluit B&W 3 oktober 2017
Intrekken van de Bijzondere subsidieverordening monumentale gebouwen, complexen en gebieden, Amsterdam 2012 en vaststellen van de Bijzondere subsidieverordening erfgoed Amsterdam 2017.
Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1443);
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,
Bijzondere subsidieverordening erfgoed Amsterdam 2017
In deze verordening wordt verstaan onder:
a college: het college van burgemeester en wethouders
onder eigenaar wordt mede verstaan:
cultuurhistorisch onderzoek in het kader van herbestemmingsopgaven, zoals bedoeld in art. 5 van deze verordening: herbestemmingsonderzoek.
Het onderzoek richt zich in eerste instantie op het op vinden van een passende nieuwe bestemming. Daarbij wordt betrokken: een onderzoek naar de bouwtechnische gebreken, en inzicht in de kosten van de herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om het monument in een goede bouwtechnische staat te brengen.
kunstwerken met hoge monumentale waarde, die gelijktijdig of in relatie met het gebouw tot stand zijn gekomen, zoals wandkunst, tegeltableaus, wandschilderingen, mozaïeken, glas-in-loodvoorstellingen en andere bij het gebouw behorende objecten, die door Monumenten en Archeologie worden aangemerkt als historisch waardevol
f monumentale gebouwen, complexen en gebieden:
Project, de rijks en gemeentelijke top 100 na-oorlogse bouwkunst, maar nog niet zijn aangewezen;
4.karakteristieke beeldbepalende panden en panden gewaardeerd als “orde 2” zoals opgenomen op de Waarderingskaart Beschermd Stadsgezicht van stadsdeel Centrum, behorende bij de welstandsnota
het treffen van voorzieningen aan een monument, noodzakelijk om het voortbestaan van het pand te waarborgen in de periode die vooraf gaat aan de restauratie
een door het college goedgekeurd overzicht van onderhoudswerkzaamheden die gedurende een periode van 6 jaar nodig worden geacht, teneinde het kwaliteitsniveau dat met de uitvoering van een restauratie wordt bereikt te handhaven
herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van onderdelen van een monument en die het normale onderhoud te boven gaan
privaatrechtelijke rechtspersonen, die aantoonbaar zonder winstoogmerk uitsluitend de instandhouding van monumenten tot doel hebben en van wie de statuten door het college als zodanig zijn goedgekeurd
de fysieke, economische en sociale aanpak van het nieuwe stedenbeleid gericht op de kwalitatieve verbetering van de woningvoorraad en de leefomgeving, waaronder ook het maatschappelijke vastgoed valt
kosten die noodzakelijk zijn om de onderdelen van een monument, beeldbepalend pand of object in de openbare ruimte, die monumentale of beeldbepalende waarden bezitten, op sobere en doelmatige wijze te onderzoeken, herstellen of te conserveren
een toegelaten instelling als bedoeld in art. 70, lid 1, van de Woningwet, werkzaam in de gemeente Amsterdam
n werkingssfeer van het investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV):
het gehele gemeentelijke grondgebied.
Het doel van deze subsidieregeling is het stimuleren van:
Bij hun beslissing om aanvragen om een subsidie toe te kennen houdt het college in ieder geval rekening met:
Kosten waarvoor een subsidie kan worden toegekend
1 Het college kan de eigenaar van een monument een subsidie verlenen in de subsidiabele kosten.
2 Onder de subsidiabele kosten wordt verstaan:
Het deel van de begroting of offerte van het onderzoek als ook onderdelen die de monumentale waarde van het pand of object in de openbare ruimte mede bepalen, de kosten van onderzoeker, architect en constructeur, alsmede de kosten van toezicht en de kostenbewaking, voor zover deze betrekking hebben op de hierboven bedoelde werkzaamheden die als subsidiabel worden aangemerkt;
3 Onder de subsidiabele kosten van noodherstel wordt verstaan:
4 Onder subsidiabele kosten voor herbestemmingsonderzoek als bedoeld in art.5 wordt verstaan:
5 Het college kan nadere regels stellen voor het doen van cultuurhistorisch onderzoek in het kader van herbestemmingsonderzoek als bedoeld in art.5.
Doelgroepen voor subsidieverlening voor herbestemmingsonderzoek, aanvragen en subsidiepercentages.
1 Het college kan aan de volgende monumenteneigenaren een subsidie verlenen voor herbestemmingsonderzoek:
o een restaurerende instelling ( zie ook onder art 1.j);
f.eigenaren van woonhuizen zijn uitgesloten als doelgroep van subsidiering onder dit artikel.
2 Het percentage bedraagt, in geval van onderzoek herbestemming, 80% van de vastgestelde subsidiabele kosten met een maximum subsidiebedrag van € 25.000,-.
3 Het college kan op verzoek van de aanvrager een voorschot op de subsidie verstrekken. Het voorschot bedraagt maximaal 70% van de verleende subsidie
Doelgroepen voor subsidieverlening voor kleine subsidie, aanvragen en subsidiepercentages
1 Het college kan eigenaren van aangewezen monumenten een subsidie verlenen voor beperkt herstel en onderzoek.
2 Indien de te verlenen subsidie gelijk of minder is dan € 10.000,- kan het college de subsidie ter grootte van 50% van de subsidiabele kosten voor de volgende onderzoeken of objecten direct vaststellen:
voor herstel van uitzonderlijke onderdelen in en aan beschermde monumenten, zoals decoratieve gevelelementen, rijk gedecoreerde stoepen, gevelstenen en historische gevelreclames voor zover deze in situ behouden blijven, als ook uitzonderlijke interieuronderdelen, zoals binnenbetimmeringen, gedecoreerde of beschilderde plafonds, bijzonder gedecoreerde wandafwerkingen, schoorsteenmantels e.d. tot een maximum van € 10.000,-;
3 Een subsidie van 50% van de kosten voor de volgende onderzoeken kan direct door het college worden vastgesteld voor zowel rijksmonumenten als gemeentelijke monumenten:
4 Geen subsidie wordt verstrekt wanneer het bedrag kleiner is dan € 750,-
Doelgroepen voor subsidieverlening voor kunstwerken, aanvragen en subsidiepercentages
1 Het college kan aan eigenaren van gebouwen waarin onderdelen aanwezig zijn die door het college als kunstwerk worden gemaakt een subsidie verlenen voor deze onderdelen.
2 Onderzoek naar technische staat, kleur, materiaaltoepassing , conserveringstechniek en kosten voor uitneming en herplaatsing van het kunstwerk kunnen worden aangemerkt als subsidiabele kosten.
3 Het percentage bedraagt in geval van onderzoek, 50% van de subsidiabele kosten met een maximum subsidiebedrag van € 10.000,-.
4 Het percentage bedraagt, in geval van herstel van kunstwerken, 50% van de subsidiabele kosten met een maximum subsidiebedrag van € 40.000,-.
5 Subsidie voor uitneming en herplaatsing van een kunstwerk, als gevolg van sloop van het pand waarin het kunstwerk van oorsprong is geplaatst, kent het college slechts toe als herplaatsing is gegarandeerd.
1 Voor de aanvraag van een subsidie wordt gebruik gemaakt van een door het college vastgestelde formulieren.
2 Bij de aanvraag dienen tevens te worden overgelegd:
3 Een subsidie wordt niet verleend, indien:
de subsidie wordt aangevraagd voor werkzaamheden aan onderdelen van een pand waarvoor in een periode van 15 jaar voorafgaande aan de aanvraag reeds een subsidie voor hetzelfde, onderdeel of object van overheidswege werd verleend, behoudens subsidie voor haalbaarheidsonderzoek en subsidie voor herbestemmingsonderzoek.
4 Indien de Gemeenteraad een besluit heeft genomen tot onteigening van een pand dan wel beëindiging van het erfpachtrecht, wordt een subsidie voor het betrokken pand geweigerd, tenzij deze is ingediend door het college.
Het college beslist uiterlijk binnen twaalf weken na de dag waarop een aanvraag is ontvangen. Indien het college niet binnen twaalf weken beslist over de aanvraag, stellen zij de aanvrager schriftelijk in kennis van de termijn waarbinnen een beslissing tegemoet kan worden gezien. De subsidieaanvragen worden verdeeld op volgorde van binnenkomst tot aan het door het college vastgestelde subsidieplafond.
De subsidie wordt verleend onder oplegging van de verplichting dat:
Indien niet aan de onderhoudsverplichting wordt voldaan, kan het college besluiten:
Het college stelt de subsidie als volgt vast nadat de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk gereed zijn gemeld en verklaard is dat de werkzaamheden naar behoren zijn uitgevoerd en van gemeentewege zijn gecontroleerd en akkoord bevonden:
Als de subsidie meer bedraagt dan € 5.000, maar minder dan € 50.000,- dient de subsidieontvanger de volgende zaken te overleggen: de originele rekeningen, betalingsbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden, de kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt als in de begroting en, voor zover van toepassing, een lijst van meer- en minderwerk in.
Het college stelt een subsidieplafond vast voor de activiteiten die op grond van deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen.
1 Op aanvragen van subsidie voor herbestemming, beperkt herstel en onderzoek en behoud en herstel monumentale kunstwerken waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.
2 Op aanvragen die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend en waarop een subsidie is toegekend, blijven de bepalingen van de Subsidieverordening monumentale gebouwen, complexen en gebieden, Amsterdam 2012 onverkort van toepassing.
1 Deze verordening treedt drie dagen na publicatie in het Gemeenteblad in werking.
2 Deze verordening wordt aangehaald als:
“Bijzondere subsidieverordening erfgoed Amsterdam 2017”
Onder de onderdelen die de monumentale waarde van het pand of object in de openbare ruimte mede bepalen zijn bijvoorbeeld: kunstwerken, decoratieve gevelelementen, stoepen, gevelstenen en historische gevelreclames voor zover deze in situ blijven behouden, als ook interieuronderdelen, zoals binnenbetimmeringen, gedecoreerde of beschilderde plafonds, bijzonder gedecoreerde wandafwerkingen, schoorsteenmantels e.d..
Een aanvraag voor herbestemmingsonderzoek dient een gespecificeerde offerte van het onderzoek te bevatten waarin in opgenomen:
A.Een volledig projectvoorstel:
Een projectvoorstel dient in ieder geval een beschrijving te bevatten van de volgende onderdelen:
(een bouwhistorisch bureau wordt als zodanig aangemerkt als deze lid is van de Stichting Bouwhistorie Nederland. Archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie);
(een architect of architectenbureau wordt als zodanig aangemerkt als deze is ingeschreven in het architectenregister van het SBA)
B.Een gespecificeerde offerte:
De offerte voor het uitvoeren van het haalbaarheidsonderzoek dient gericht te zijn aan de aanvrager.
De in de offerte beschreven werkzaamheden dienen te leiden tot het volgende resultaat:
Indien het een gebouw of complex betreft, een inspectierapport van het bestaande gebouw/complex/gebied waarin, voor zover relevant, alle bouwkundige gebreken zijn vermeld. Het inspectierapport dient opgesteld te worden door een onafhankelijk deskundige. Tekeningen van de bestaande toestand bijvoegen, waarin de gebreken zijn aangegeven;
Het aanvraagformulier Herbestemmingsonderzoek, het aanvraagformulier Beperkt herstel en onderzoek en het aanvraagformulier Behoud en herstel monumentale kunstwerken zijn op verzoek verkrijgbaar bij Monumenten en Archeologie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-229751.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.