Verordening op de heffing en invordering van leges 2018 gemeente Horst aan de Maas

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2017, gemeentebladnummer 2017.126.A,

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van leges 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aangesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f.

    verordeningen: de verordeningen voor Horst aan de Maas.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

 

  • a.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent gedrag en vermogen.

  • b.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

  • c.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • d.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

 

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4.

    Leges minder dan € 5,00, die door toezending van een schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige worden bekendgemaakt, worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één kennisgeving verenigde verschuldigde bedragen leges aangemerkt als één legesbedrag.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6;

    • a.

      Mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      Schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.4.1.2 (verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 2.

      hoofdstuk 5 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 6 (rijbewijzen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeerregel

  • 1.

    De “Legesverordening 2017” vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2016 door de gemeenteraad van de gemeente Horst aan de Maas, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten:

    • a.

      die zich voor die datum hebben voorgedaan;

    • b.

      waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luiden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de dag van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van leges in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2018.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 19 december 2017.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

C.C. Leppink-Schuitema

De griffier,

mr. R.J.M. Poels

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2018

 

Titel 1 Algemene Dienstverlening

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen (BRP)

Hoofdstuk 5 Reisdocumenten

Hoofdstuk 6 Rijbewijzen

Hoofdstuk 7 Gemeentearchief

Hoofdstuk 8 Wet op de Kansspelen

Hoofdstuk 9 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 10 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 11 Kabels en leidingen

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 8 Diversen

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn

 

Hoofdstuk 1 Drank- en Horecawet

Hoofdstuk 2 Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 3 Kinderopvang

Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

Titel 1 Algemene Dienstverlening

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

 

1.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, (waaronder ook een aanvraag in het kader van de WOB wordt verstaan) tot het verstrekken van:

 

1.1.1.1 gewaarmerkte afschriften van stukken per pagina € 0,25 met een minimum van € 2,50

 

1.1.1.2 afschriften, kopieën van stukken

per pagina formaat A0 € 1,00

per pagina andere formaten dan A0 € 0,25

met een minimum van € 2,50

 

1.1.1.3 kaarten, tekeningen en lichtdrukken (plotter), per kaart, tekening of lichtdruk vermeerderd met

formaat A4 € 4,65

formaat A3 € 9,15

formaat A2 € 13,10

formaat A1 € 16,45

formaat A0 € 19,00

 

1.1.1.4 Indien kopieën van kaarten, tekeningen of lichtdrukken moeten worden opgevraagd bij het stedenbouwkundigbureau en/of een extern bureau worden deze kosten bij de aanvrager in rekening gebracht. Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag worden deze kosten aan de aanvrager meegedeeld.

 

1 1.1.5 Alle leges zoals in deze tarieventabel vermeld, worden bij toezending van de stukken per post verhoogd met de portokosten, in overeenstemming met de op de datum van aanvraag geldende officiële tarieven van PostNL.

 

1.1.1.6 Een uittreksel of een ander stuk, een vergunning of ontheffing, dan wel elke andere beschikking, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen. € 33,65

 

1.1.1.7 Voor alle overige werkzaamheden in het persoonlijke belang van de aanvrager, zoals het doen van nasporingen, het verrichten van onderzoek, het maken van een samenvatting, het voeren van overleg, het uitoefenen van toezicht of het houden van controle per kwartier € 22,40

 

1.1.1.8.a Indien de gemeente voor een aanvraag externe (advies-)kosten maakt, worden de in de verordening opgenomen bedragen verhoogd met de externe kosten, tenzij uit het in de verordening opgenomen tarief expliciet blijkt, dat dit tarief inclusief externe kosten is.

 

1.1.1.8.b Voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag, stelt de projectleider, dan wel de teammanager of seniormedewerker de aanvrager in kennis van de verhoging, welke hij onderbouwt met een begroting.

 

1.1.1.8.c De aanvraag wordt op de vijfde werkdag, na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, in behandeling genomen. De aanvraag wordt niet in behandeling genomen, indien de aanvrager de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk intrekt.

 

1.1.1.8.d Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

 

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

 

Stukken Planning en Control Cyclus

 

1.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een papieren exemplaar van een product uit de planning en control-cyclus, zoals begroting of jaarverantwoording, per pagina: € 0,10

 

 

Stukken Raad/Commissies

 

1.2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.2.2.1 een exemplaar van het verslag van een vergadering van een raadscommissie of raadsvergadering, per pagina: € 0,25

 

1.2.2.2 een exemplaar van de stukken behorende bij een raads- of raadscommissievergadering, per pagina: € 0,25

 

1.2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.2.3.1 een exemplaar van de Algemeen Plaatselijke Verordening € 11,25

 

1.2.3.2 een exemplaar van de bouwverordening met toelichting € 22,40

 

1.2.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.2.4.1 een abonnement op de openbare besluitenlijst van burgemeester en wethouders, per jaargang (toezending per post); artikel 1.1.1.5 blijft buiten beschouwing € 93,10

 

1.2.4.2 een abonnement op de openbare besluitenlijst van burgemeester en wethouders, per jaargang. (indien afgehaald) € 93,10

 

 

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

 

Huwelijksvoltrekking en Partnerschapsregistratie

 

1.3 Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk van een paar

 

1.3.1 in de trouwzaal in het gemeentehuis van Horst:

 

1.3.1.1 maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur € 221,00 met uitzondering van de in het "Reglement Burgerlijke Stand" van de gemeente Horst aan de Maas opgenomen data voor kosteloze huwelijksvoltrekking / registratie partnerschap.

 

1.3.1.2 Op de dagdelen die door het college zijn aangewezen als een collectieve vrije dag voor het personeel van de gemeente of op een zaterdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur € 446,00

 

1.3.2 in de Raadzaal te Horst:

 

1.3.2.1 maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur € 361,00

 

1.3.2.2 Op de dagdelen die door het college zijn aangewezen als een collectieve vrije dag voor het personeel van de gemeente of op een zaterdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur € 587,00

 

1.3.3 op een andere aangewezen locatie dan genoemd in artikel 1.3.1. en 1.3.2:

 

1.3.3.1 maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur € 547,00

 

1.3.3.2 Op de dagdelen die door het college zijn aangewezen als een collectieve vrije dag voor het personeel van de gemeente of op een zaterdag tussen 9.00 uur en 17.00 uur € 766,00

 

1.3.4 In afwijking van de in artikel 1.3.1. t/m 1.3.3 genoemde tarieven, is het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in de aangiftekamer van de burgerlijke stand in het gemeentehuis van Horst, gratis.

 

1.3.5 Het tarief bedraagt voor het wijzigen / annuleren van datum en/of tijd van een gereserveerd en bevestigd huwelijk of partnerschap € 34,10

 

1.3.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.3.6.1 een trouw- dan wel partnerschapboekje in leer uitgevoerd € 42,70

 

1.3.6.2 een trouw- dan wel partnerschapboekje in eenvoudige uitvoering € 31,45

 

1.3.7 Voor het beschikbaar stellen van getuigen door de gemeente voor een huwelijksvoltrekking bedraagt het tarief per getuige € 37,40

 

1.3.8 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen

 

Inlichtingen uit de Basisregistratie personen (BRP)

 

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.2. en 1.4.3, wordt onder een verstrekking verstaan één of meer gegevens over een persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens:

 

1.4.1.1 per verstrekking € 10,70

1.4.1.2 als bedoeld in artikel 17 lid 2 van het Besluit basisregistratie personen (wettelijk tarief) € 7,50

1.4.1.3 van een persoonslijst als bedoeld in artikel 2.54 lid 3 Wet BRP € 10,75

 

 

Bewijs van opneming

 

1.4.2 Het tarief bedraagt voor het afgeven van een bewijs van opneming in de Basisregistratie personen van:

 

1.4.2.1 1 persoon aan het loket € 6,75

1.4.2.2 1 persoon via de website € 4,50

1.4.2.3 1 persoon (internationaal) aan het loket € 12,10

1.4.2.4 meerdere personen op één adres € 8,90

 

1.4.3 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van 1 of meer kaartverzameling of registers, voor ieder besteed kwartier € 22,40

 

1.4.4 Voor het verstrekken van persoonsgegevens uit de BRP via een alternatief medium aan een afnemer of bijzondere derden van de BRP € 25,45

 

 

Legaliseren

 

1.4.5 Het tarief bedraagt voor het legaliseren van een handtekening of voor het ter legalisatie zenden naar een andere gemeente in Nederland in het persoonlijke belang van de aanvrager € 6,75

 

 

Diversen

 

1.4.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

1.4.6.1 een bewijs van in leven zijn € 6,75

 

1.4.6.2 een bewijs van Nederlanderschap € 6,75

 

1.4.6.3 een verklaring omtrent het gedrag € 41,35

 

 

Hoofdstuk 5 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.5. Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.5.1 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, zakenpaspoort of faciliteitenpaspoort:

1.5.1.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 65,30

1.5.1.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 52,00

 

1.5.2 van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen € 52,00

 

1.5.3 van een Nederlandse identiteitskaart:

1.5.3.1 voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 51,05

1.5.3.2 voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt € 29,05

 

1.5.4 De tarieven als genoemd in 1.5.1 t/m 1.5.3 worden bij een spoedaanvraag vermeerderd met: € 47,55

 

Diversen

1.5.5 Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

1.5.5.1 tot het verstrekken van een Europees medisch paspoort (EMP) € 5,80

 

 

Hoofdstuk 6 Rijbewijzen

 

Rijbewijzen

 

1.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.6.1.1 het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs € 39,50

1.6.1.2 het afgeven van een rijbewijs, als bedoeld onder 1.6.1.1 wordt, indien aan de aanvrager al eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet kan worden overlegd, verhoogd met € 16,90

 

 

Spoedtoeslagen

 

1.6.2 Het tarief als genoemd onder 1.6.1.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met een toeslag van € 34,10

 

 

Hoofdstuk 7 Gemeentearchief

 

Gemeentearchief

 

1.7.1 Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen, ongeacht het resultaat, naar in het gemeentearchief berustende stukken met hulp van een ambtenaar, per kwartier € 22,40

 

 

Hoofdstuk 8 Wet op de Kansspelen

 

Kansspelen

 

1.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) € 20,90

1.8.2. De maximale tarieven genoemd in het Speelautomatenbesluit 2000, houdende regels ter uitvoering van de Wet op de kansspelen, worden aangehouden voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge art. 3

 

 

Exploitatievergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal

 

1.8.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning als gevolg van de APV (Algemene plaatselijke verordening) afdeling 10, Toezicht op speelgelegenheden en afdeling 10a, Speelautomatenhallen € 655,45

 

1.8.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de juridische ondernemingsvorm en/of leidinggevenden, dan wel een verandering van de bestaande inrichting € 327,75

 

 

Hoofdstuk 9 Winkeltijdenwet

 

Winkeltijden

 

1.9.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.9.1.1 voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet € 41,85

 

1.9.1.2 tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.9.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander of een in onderdeel 1.9.1.1 bedoelde ontheffing in te trekken of wijzigen € 41,85

 

 

Hoofdstuk 10 Verkeer en vervoer

 

Verkeer en vervoer

 

1.10.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

1.10.1.1 het verkrijgen van een invalidenparkeerkaart als bedoeld in art. 49 van het Besluit administratieve bepalingen betreffende het wegverkeer (BABW) € 34,65

 

1.10.1.2 wanneer voor het verkrijgen van een invalidenparkeerkaart een medisch advies van een extern medisch adviseur noodzakelijk is, wordt het in artikel 1.12.1.1 genoemde tarief verhoogd met € 112,45

 

1.10.1.3 het verkrijgen van een ontheffing voor de duur van één jaar (12 maanden) op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 € 33,65

 

1.10.1.4 het verkrijgen van een ontheffing voor de duur van twee jaar (24 maanden) op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 € 48,75

 

1.10.1.5 het verlengen of wijzigen van een ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 € 21,50

 

 

Hoofdstuk 11 Kabels en leidingen

 

1.11.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

 

1.11.1.1 indien het betreft tracés tot 250 m1 € 208,80

 

1.11.1.2 indien het betreft tracés vanaf 250 m1 tot 1500 m1 € 269,65

 

1.11.1.3 indien het betreft tracés vanaf 1500 m1 tot 5000 m1 € 412,60

 

1.11.1.4 indien het betreft tracés vanaf 5000 m1 en meer, per m1 tracé € 0,08

 

1.11.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés vanaf 0 tot en met 25 m1 € 49,10

 

1.11.3 Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de netbeheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.11.1 genoemde bedrag per overleg verhoogd met: € 228,15

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 

Begripsbepaling bouwkosten

 

  • 2.1.1

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1 Aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de "Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012)", voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

Voor het conform het hier boven berekenen van de aanlegkosten worden de m² en m³ prijzen per categorie gebouwen en bouwwerken gehanteerd, zoals die op de meest recente door het Regionaal Overleg Bouwtoezicht Noord- en Midden-Limburg gepubliceerde lijst zijn aangegeven.

 

2.1.1.2 bouwkosten:

Onder bouwkosten wordt verstaan de kosten die ontstaan door en worden gemaakt voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning of bouwinitiatief/principeverzoek moet worden verleend tot en met de oplevering van dat (bouw)werk, excl. BTW, en worden berekend op basis van door burgemeester en wethouders vast te stellen dan wel vastgestelde genormeerde eenheidsprijzen per type bouwwerk. Voor de vaststelling van deze kosten wordt de “bouwkostenindicator” van vereniging bouw- en woningtoezicht Noord en Midden Limburg gebruikt.

 

2.1.1.3 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

 

  • 2.1.2

    In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

  • 2.1.3

    In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijke voorschrift bedoeld.

 

  • 2.1.4

    Welstand: de mate waarin een bouwplan, qua uiterlijk en plaatsing, architectonisch past in de omgeving (architectonische kwaliteit). De gemeente heeft voor de kwaliteit van de bebouwde omgeving welstandsbeleid vastgesteld. Bij de beoordeling of een bouwplan voldoet aan de redelijke eisen van welstand wordt het bouwplan getoetst aan de welstandsnota.

 

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1 om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project voldoet aan:

- het geldende bestemmingsplan € 154,70

- redelijke eisen van welstand € 154,70

- toets Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit € 732,55

 

2.2.2 tot het beoordelen van een conceptaanvraag: 25%

van de leges zoals die bij een daadwerkelijke aanvraag zoals genoemd in 2.3. berekend zouden worden.

Deze beoordeling van de conceptaanvraag gaat over de vraag of voor een, op basis van het concept, uitgewerkt (bouw)plan het verlenen van een omgevingsvergunning mogelijk is.

 

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

Omgevingsvergunning

 

2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1 Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1 een vast bedrag van € 172,15

 

2.3.1.1.2 Bij bouwplannen waarvan de bouwkosten meer dan € 5.000,-- doch niet meer dan € 150.000,-- bedragen, wordt het in 2.3.1.1.1 genoemde bedrag vermeerderd met 2,10%

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 5.000,-- te boven gaan.

 

2.3.1.1.3 Bij bouwplannen waarvan de bouwkosten meer dan € 150.000,-- doch niet meer dan € 10.000.000,-- bedragen, wordt het in 2.3.1.1.1 genoemde bedrag vermeerderd met een vast bedrag van € 3.045,00

en daarnaast vermeerderd met 1,47%

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 150.000,-- te boven gaan.

 

2.3.1.1.4 Bij bouwplannen waarvan de bouwkosten meer dan € 10.000.000,-- bedragen wordt het in 2.3.1.1.1 genoemde bedrag vermeerderd met een vast bedrag van € 147.840,00

en daarnaast vermeerderd met 0,95%

van het bedrag waarmee de bouwkosten de € 10.000.000,-- te boven gaan, waarbij de totaal op basis van artikel 2.3.1.1 berekende leges maximaal € 348.970,55 bedragen.

 

 

Extra welstandstoets

 

2.3.1.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: € 86,55

 

 

Verplicht advies kwaliteitscommissie

 

2.3.1.4 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld: € 645,80

 

2.3.1.5 Het tarief bedraagt voor aanvraag voor een advies betreffende een agrarische vestiging waarbij de volwaardigheid en/of noodzaak van dit bedrijf getoetst dient te worden € 645,80

 

2.3.1.6 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens enig voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke kwaliteit wordt vereist € 742,80

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.7 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 50% van de op grond van dat onderdeel oorspronkelijk verschuldigde leges.

 

 

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 266,35

 

 

Planologisch strijdig gebruik

 

2.3.3 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarbij al dan niet sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 (bouwactiviteiten) en 2.3.2 (aanlegactiviteiten):

 

2.3.3.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1˚ van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): € 319,15

 

2.3.3.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2˚, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): € 319,15

 

2.3.3.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3˚, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking, uitgebreide procedure): € 3.191,65

 

2.3.3.4 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): € 383,00

 

2.3.3.5 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): € 383,00

 

2.3.3.6 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): € 383,00

 

2.3.3.7 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): € 383,00

 

 

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.5.1.1 met een gebruiksoppervlakte < 200 m² € 463,85

 

2.3.5.1.2 met een gebruiksoppervlakte ≥ 200 m² en < 1.000 m² € 463,85 verhoogd met € 115,65 per volle 100 m² boven de 200 m²

 

2.3.5.1.3 met een gebruiksoppervlakte ≥ 1.000 m² en < 5.000 m² € 1.389,05 verhoogd met € 29,20 per volle 100 m² boven de 1.000 m²

 

2.3.5.1.4 met een gebruiksoppervlakte ≥ 5.000 m² en < 50.000 m² € 2.557,05 verhoogd met € 3,40 per volle 100 m² boven de 5.000 m²

 

2.3.5.1.5 met een gebruiksoppervlakte ≥ 50.000 m² € 4.087,05 verhoogd met € 1,05 per volle 100 m² boven de 50.000 m²

 

2.3.5.2 In afwijking van artikel 2.3.5.1 bedraagt het tarief voor de aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, waarbij sprake is van een tijdelijk gewijzigd gebruik van een bouwwerk (maximaal 4 weken) 30% van het in artikel 2.3.5.1 vermelde tarief

 

2.3.5.3 voor een omgevingsvergunning afwijkend van, of aanvullend op een eerder verstrekte omgevingsvergunning, wordt het tarief onder artikel 2.3.5 slechts berekend over het gewijzigde of aanvullende gedeelte

 

2.3.5.4 voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van overdracht van een omgevingsvergunning aan de nieuwe gebruiker € 56,20

 

2.3.5.5 indien de aanvraag voor het verlenen van de ontheffing of vergunning door de aanvrager wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de op grond van 2.3.5.1 en 2.3.5.2 geheven leges verleend.

 

2.3.5.6 indien de gevraagde ontheffing of vergunning niet wordt verleend, wordt op aanvraag teruggaaf van 50% van de op grond van 2.3.5.1 en 2.3.5.2 geheven leges verleend.

 

 

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, g en h en artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 232,95

 

 

Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming

 

2.3.8 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming, waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg een verklaring van geen bedenkingen dient te geven of te weigeren ingevolge artikel 2.27, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:

 

het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen in paragraaf 2.6 van de vigerende Tarieventabel behorende bij de vigerende Legesverordening van de Provincie Limburg inzake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming. Dit tarief bedraagt:

a. Landbouw en overige € 2.541,65

b. Industrie € 12.625,45

c. Infrastructuur € 18.930,45

Voor zover deze tarieven door Provinciale Staten van de Provincie Limburg zijn gewijzigd zijn de vigerende tarieven van kracht.

 

2.3.8.1 Leges worden niet geheven voor:

Het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning in het kader van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied betrekking hebbende op evenementen en het beheer van een Natura-gebied.

 

 

Handelingen in het kader van de soortenbescherming

 

2.3.9 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 3,8 van de Wet natuurbescherming ontheffing nodig is, bedraagt het tarief € 259,75

 

 

Kappen

 

2.3.10 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief € 119,80

 

 

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

2.3.11 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek van de aanvrager in twee fasen wordt ingediend, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.11.1 voor het indienen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.11.2 voor het indienen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

Beoordeling rapporten

 

2.3.12 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 3 en 7, bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld:

 

2.3.12.1 voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport € 259,75

 

2.3.12.2 voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport € 259,75

 

2.3.12.3 voor de beoordeling van een bouwveiligheidsplan € 259,75

 

2.3.12.4 voor de beoordeling van een akoestisch onderzoeksrapport € 259,75

 

2.3.12.5 voor de beoordeling van een onderzoeksrapport betreffende de geluidsbelasting op gevels van een te bouwen of te verbouwen woning of andere geluidgevoelige gebouwen € 259,75

 

2.3.12.6 voor de beoordeling van een brandveiligheidsrapport € 259,75

 

2.3.12.7 voor de beoordeling van een onderzoeksrapport naar externe veiligheid € 259,75

 

2.3.12.8 voor de beoordeling van een onderzoeksrapport naar aanwezige flora en fauna € 259,75

 

2.3.12.9 voor de beoordeling van een natuurcompensatierapport € 259,75

 

2.3.12.10 voor de beoordeling van een milieukundig onderzoeksrapport betreffende de luchtkwaliteit € 259,75

 

2.3.12.11 voor de beoordeling van een landschappelijk inpassingsplan € 259,75

 

2.3.12.12 voor de beoordeling van overige rapporten € 259,75

 

 

Advies

 

2.3.13 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.13.1 Indien een begroting als bedoeld in het vorige artikel is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.14 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.14.1 indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: € 259,75

 

2.3.14.2 indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. € 259,75

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

Vermindering

 

2.4.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwplan met een BRL 5019 gecertificeerde bouwplantoets, bedraagt de vermindering: 100% van de in 2.3.1.1.1 geheven leges en daarnaast bedraagt de teruggaaf 75% van de in 2.3.1.1.2, 2.3.1.1.3 en 2.3.1.1.4 geheven leges

 

2.4.3 De volgens dit hoofdstuk van toepassing zijnde verminderingen zijn cumulatief, met dien verstande dat het tarief voor de aanvraag van een omgevingsvergunning nooit minder dan € 86,10 bedraagt.

 

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 

Intrekking aanvraag omgevingsvergunning

 

2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.1.1 Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2,3.5.1, 2.3.6, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11, intrekt vóór afronding van de ontvankelijkheidstoets, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 100% van de in 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2,3.5.1, 2.3.6, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11 geheven leges verminderd met een vast bedrag van € 86,10

 

2.5.1.2 Indien op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 wordt bedoeld doch voor het verlenen van de omgevingsvergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, bedraagt de teruggaaf 40% van de in 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2,3.5.1, 2.3.6, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11 geheven leges.

 

2.5.1.3 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied als bedoeld in 2.3.8, door de aanvrager wordt ingetrokken alvorens daarop door de Gemeente is beschikt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a. indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente 50% van de in 2.3.8. geheven leges.

b. indien het verzoek tot intrekking is gedaan zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente 25% van de in 2.3.8. geheven leges.

 

 

Buiten behandeling stellen aanvraag omgevingsvergunning

 

2.5.2 Als de gemeente op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht besluit om de in behandeling genomen aanvraag, om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2,3.5.1, 2.3.6, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11 niet verder te behandelen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 100% van de in 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2,3.5.1, 2.3.6, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11 geheven leges verminderd met een vast bedrag van € 86,10

 

 

Weigering aanvraag omgevingsvergunning

 

2.5.3 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2,3.5.1, 2.3.6, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 30% van de in 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2,3.5.1, 2.3.6, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10 en 2.3.11 geheven leges

 

 

Weigering aanvraag omgevingsvergunning als gevolg van het weigeren van een verklaring van geen

 

2.5.3.1 Indien een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de Gemeente wordt geweigerd, als gevolg van het weigeren van een verklaring van geen bedenkingen met betrekking tot dit onderdeel door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de geheven leges bedoeld in artikel 2.3.8. De teruggaaf bedraagt: 75%

 

 

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

2.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.1 wanneer er sprake is van een geringe wijziging in een eerder vergund project: € 259,75

 

 

Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

2.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en onder b, Wro € 3.191,65

 

2.7.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wro € 3.916,10

 

 

Hoofdstuk 8 Diversen

 

Overschrijven

 

2.8.2 Het tarief bedraagt voor het op aanvraag van degene op wiens naam de omgevingsvergunning is gesteld of op aanvraag van diens rechtsverkrijgende overschrijven op naam van een ander € 71,70

 

 

Aanvullende verhogingen

 

2.8.3 Indien de gemeente voor een aanvraag externe ( advies- ) kosten maakt, worden de in de verordening opgenomen bedragen verhoogd met de externe kosten, tenzij uit het in de verordening opgenomen tarief expliciet blijkt, dat dit tarief inclusief externe kosten is.

 

 

Procedure hogere grenswaarde

 

2.8.4.1 Indien de aanvraag betrekking heeft op een verzoek, waaronder een verzoek om omgevingsvergunning, bestemmingsplan of wijzigingsplan, waarbij uitsluitend ten behoeve van dat verzoek tevens een procedure tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidshinder moet worden toegepast, worden de leges verhoogd met € 1.065,15

 

 

Exploitatievergunning

 

2.8.5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in art. 2:28 van de Algemeen Plaatselijke Verordening (exploitatievergunning) € 372,95

 

2.8.5.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de juridische ondernemingsvorm en/of leidinggevenden, dan wel een verandering van de bestaande inrichting € 186,50

 

 

Bibob-toetsing

 

2.8.6.1 Indien de gemeente voor een aanvraag een Bibob-toets uitvoert, bedraagt het tarief voor het uitvoeren van deze toets € 259,75

 

 

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.9.1. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: € 259,75

2.9.2.a Indien de gemeente voor een aanvraag externe (advies-)kosten maakt, worden de in de verordening opgenomen bedragen verhoogd met de externe kosten, tenzij uit het in de verordening opgenomen tarief expliciet blijkt, dat dit tarief inclusief externe kosten is.

2.9.2.b Voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag, stelt de projectleider, dan wel de teammanager of seniormedewerker de aanvrager in kennis van de verhoging, welke hij onderbouwt met een begroting.

2.9.2.c De aanvraag wordt op de vijfde werkdag, na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, in behandeling genomen. De aanvraag wordt niet in behandeling genomen, indien de aanvrager deze voor deze vijfde werkdag schriftelijk intrekt.

2.9.2.d Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn

 

Hoofdstuk 1 Drank- en Horecawet

 

Drank- en Horeca

 

3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.1.1. een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank en Horecawet € 446,15

 

3.1.2 een wijziging m.b.t. de juridische ondernemingsvorm, dan wel een verandering van de bestaande inrichting € 223,10

 

3.1.3 wijziging van het aanhangsel als bedoeld in art. 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet (bijschrijven of afvoeren leidinggevende) € 76,60

 

3.1.4 een ontheffing als gevolg van art. 35 van de Drank- en Horecawet € 34,70

 

3.1.5 Indien de gemeente voor een aanvraag een Bibob-toets uitvoert, bedraagt het tarief voor het uitvoeren van deze toets € 259,75

 

 

Hoofdstuk 2 Brandbeveiligingsverordening

 

Brandbeveiligingsverordening

 

3.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1 van de brandbeveiligingsverordening:

 

3.2.1.1 met een gebruiksoppervlakte < 200 m² € 463,85

 

3.2.1.2 met een gebruiksoppervlakte ≥ 200 m² en < 1.000 m² € 463,85 verhoogd met € 115,65 per volle 100 m² boven de 200 m²

 

3.2.1.3 met een gebruiksoppervlakte ≥ 1.000 m² en < 5.000 m² € 1.389,05 verhoogd met € 29,20 per volle 100 m² boven de 1.000 m²

 

3.2.1.4 met een gebruiksoppervlakte ≥ 5.000 m² en < 50.000 m² € 2.557,05 verhoogd met € 3,40 per volle 100 m² boven de 5.000 m²

 

3.2.1.5 met een gebruiksoppervlakte ≥ 50.000 m² € 4.087,05 verhoogd met € 1,05 per volle 100 m² boven de 50.000 m²

 

3.2.2 In afwijking van artikel 3.2.1 bedraagt het tarief voor de aanvraag van een vergunning die betrekking heeft op het tijdelijk gewijzigd gebruik van een inrichting:

 

3.2.2.1 indien het gebruik van een inrichting voor een voor iedereen toegankelijk evenement, een gebruiksduur van maximaal 4 weken heeft 30% van het in artikel 3.2.1 vermelde tarief.

 

3.2.2.2 indien het gebruik van een inrichting voor een niet voor iedereen toegankelijk evenement, een gebruiksduur van maximaal 4 weken heeft 10% van het in artikel 3.2.1 vermelde tarief.

 

3.2.3 indien de aanvraag voor het verlenen van de ontheffing of vergunning door de aanvrager wordt ingetrokken, wordt op aanvraag teruggaaf verleend van 50% van de op grond van 3.2.1 en 3.2.2 geheven leges.

 

3.2.4 indien de gevraagde ontheffing of vergunning niet wordt verleend, wordt op aanvraag teruggaaf verleend van 50% van de op grond van 3.2.1 en 3.2.2 geheven leges.

 

 

Hoofdstuk 3 Kinderopvang

 

Kinderopvang

 

3.3 het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.3.1 registratie voor een gastouderbureau, een kinderdagverblijf, een voorziening buitenschoolse opvang of een peuterspeelzaal € 1.550,00

 

3.3.2.1 registratie door een gastouderbureau voor een opvangadres van een gastouder waarbij sprake is van een uitgebreide inspectie door de GGD € 387,00

 

3.3.2.2 registratie door een gastouderbureau voor een opvangadres van een gastouder waarbij sprake is van een verkorte inspectie door de GGD € 290,00

 

 

Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.4.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking € 33,65

3.4.2.a Indien de gemeente voor een aanvraag externe (advies-)kosten maakt, worden de in de verordening opgenomen bedragen verhoogd met de externe kosten, tenzij uit het in de verordening opgenomen tarief expliciet blijkt, dat dit tarief inclusief externe kosten is.

3.4.2.b Voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag, stelt de projectleider, dan wel de teammanager of seniormedewerker de aanvrager in kennis van de verhoging, welke hij onderbouwt met een begroting.

3.4.2.c De aanvraag wordt op de vijfde werkdag, na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, in behandeling genomen. De aanvraag wordt niet in behandeling genomen, indien de aanvrager deze voor deze vijfde werkdag schriftelijk intrekt.

3.4.2.d Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

 

Behorend bij raadsbesluit van 19 december 2017.

De griffier,

 

 

Naar boven