2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a. van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.1
|
Indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000,- bedragen :
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
2,270%
€ 100,00
|
2.3.1.1.2
|
Voor het meerdere tot € 10.000.000:
|
1,965%
|
2.3.1.1.3
|
Voor het meerdere vanaf € 10.000.000:
|
1,250%
|
2.3.1.2
|
Advies op basis van Verordening Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Cultuurhistorie en de Erfgoedadviesraad 2014
|
|
2.3.1.2.1
|
Onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.1 bedraagt het tarief, wegens het beoordelen van een plan uit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie:
1,9 ‰ met een minimum van € 48,00 in geval van geraamde bouwkosten
€ 1,= tot € 500.000,=
plus over het gedeelte van de bouwkosten
vanaf € 500.001,= tot € 1.000.000,= 1,2 ‰
plus over het gedeelte van de bouwkosten
vanaf € 1.000.001,= tot € 2.500.000,= 0,8 ‰
plus over het gedeelte van de bouwkosten
vanaf € 2.500.001,= tot € 5.000.000,= 0,5 ‰
plus over het gedeelte van de bouwkosten
vanaf € 5.000.001,= en meer 0,25 ‰
|
|
2.3.1.2.2
|
voor woningbouw van gelijke woningen welke in één complex worden uitgevoerd:
complexen van 1 tot en met 5 gelijke woningen tarief volgens 2.3.1.2.1;
complexen van 6 tot en met 10 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van 5 woningen;
complexen van 11 tot en met 20 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van 6 woningen;
complexen van 21 tot en met 30 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van 8 woningen;
complexen van 31 tot en met 40 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van 10 woningen;
complexen van 41 tot en met 50 gelijke woningen tarief over de bouwkosten van 12 woningen; en zo vervolgens
|
|
2.3.1.2.3
|
Etage- en galerijwoningen e.d. worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend over de totale bouwsom van het bouwblok.
|
|
2.3.1.2.4
|
voor reclameobjecten per adviesaanvraag
|
€ 48,00
|
2.3.1.2.5
|
integrale advisering
welstand + 1 extra discipline 1,8 x regulier tarief
welstand + meerdere extra disciplines 2,2 x regulier tarief
|
|
2.3.1.2.6
|
illegale bouwwerken 1,5 x regulier tarief
|
|
2.3.1.2.7
|
Geschreven adviezen vooroverleg naar aanleiding van een commissievergadering of mandaatbehandeling (bedrag wordt verrekend bij de definitieve aanvraag)
|
€ 101,00
|
2.3.1.2.8
|
overige adviezen afhankelijk van de soort advisering
€ 84,85 of € 105,00 per uur
De onder 2.3.1.2 bedoelde legeskosten worden steeds naar boven afgerond tot op hele euro's en zijn exclusief BTW
|
|
2.3.1.3
|
Verplicht advies agrarische commissie Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 532,35
|
2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
110%
|
2.3.1.5
|
Beoordeling aanvullende gegevens
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:
|
n.v.t
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b. van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.2.1
|
Als de aanlegkosten niet meer dan € 10.000,00 bedragen:
|
€ 123,25
|
2.3.2.2
|
Voor het meerdere tot € 50.000,00 bedragen:
|
1%
|
2.3.2.3
|
Voor het meerdere tot € 500.000,00:
|
0,80%
|
2.3.2.4
|
Voor het meerdere tot € 1.000.000,00:
|
0,60%
|
2.3.2.5
|
Voor het meerdere:
|
0,40%
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a. van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a., onder 1º van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)
|
€ 307,25
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a., onder 2º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 307,25
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a., onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 5.376,50
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 1.741,00
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
n.v.t.
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) de door de provincie in rekening gebrachte leges:
|
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) de door onze minister in rekening gebrachte leges:
|
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
n.v.t
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a. van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a., onder 1º van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 426,30
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a., onder 2º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 426,30
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a., onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 3.196,00
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 426,30
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
n.v.t
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) de door de provincie in rekening gebrachte leges:
|
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) de door onze minister in rekening gebrachte leges:
|
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d. van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
n.v.t
|
2.3.5
|
Gelijkwaardigheidstoets Brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op het beoordelen van de gelijkwaardigheid van een oplossing inzake brandveiligheid, zonder dat er bouwactiviteiten plaatsvinden of er sprake is van een aanvraag brandveilig gebruik, is het tarief:
|
€ 202,80
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f. van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b. van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenwet 1988 of de Monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening, die Monumentenwet 1988 of die Monumentenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument 0,6 % van de bouwkosten inclusief omzetbelasting met een minimum van € 200,00 en een maximum van € 500,00
|
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht 0,6 % van de bouwkosten inclusief omzetbelasting met een minimum van € 200,00 en een maximum van € 500,00
|
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h. van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c. van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de Monumentenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 101,00
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g. van de Wabo
|
€ 101,00
|
2.3.7.2
|
Asbesthoudende materialen
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
|
n.v.t
|
2.3.7.3
|
Handelsreclame
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het plaatsen van handelsreclame ingevolge artikel 2.2, eerste lid, onder h. en i. van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 101,00
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van .een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d. van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 123,20
|
2.3.9
|
Uitweg/ inrit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e. van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 101,00
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van maximaal drie bomen, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Bomenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g. van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 101,00
|
2.3.10.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van meer dan drie bomen, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Bomenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g. van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 355,00
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.11.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. van de Wabo:
|
€ 17,10
|
2.3.11.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k. van de Wabo:
|
€ 17,10
|
2.3.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt het legesbedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. Een aanvraag wordt in dat geval in behandeling genomen twee weken na de dag waarop het totale legesbedrag aan de aanvrager is meegedeeld.
|
|
2.3.12.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt het legesbedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. Een aanvraag wordt in dat geval in behandeling genomen twee weken na de dag waarop het totale legesbedrag aan de aanvrager is meegedeeld.
|
|
2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is wordt het legesbedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. Een aanvraag wordt in dat geval in behandeling genomen twee weken na de dag waarop het totale legesbedrag aan de aanvrager is meegedeeld.
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i. van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 216,25
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 216,25
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
2.3.16
|
Beoordeling bodem- en/of geluidsrapport
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodem- en/of geluidsrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 184,90
|
2.3.16.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 184,90
|
2.3.16.3
|
voor de beoordeling van een geluidsrapport
|
€ 184,90
|
2.3.17
|
Advies
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wabo:
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 1.081,15
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.19
|
Wet natuurbescherming (Wnb) toestemming op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j. (natura 2000) en/ of artikel 2.1, eerste lid, onder k. Wabo in samenhang met artikel 2.7, vijfde lid Wnb.
|
|
2.3.19.1
|
Toestemming op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j. en artikel 2.17a Wabo in samenhang met de artikelen 2.7, tweede en derde lid en 1.13 Wnb (toestemming ziet uitsluitend op verstrekking van ontwikkelruimte van stikstofdepositie op grond van de PAS)
|
€ 811,20
|
2.3.19.2
|
Toestemming op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j. en artikel 2.17a Wabo in samenhang met de artikelen 2.7, leden 2 en 3b en 2.8, negende lid Wnb (toestemming voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten waarvoor geen passende beoordeling vereist is)
|
€ 1.875,90
|
2.3.19.3
|
Toestemming op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j. en artikel 2.17a Wabo in samenhang met de artikelen 2.7, leden 2 en 3a en 2.8, eerste lid Wnb (toestemming voor het realiseren van niet stikstof gerelateerde projecten of andere handelingen die mogelijk significante effecten voor habitats en soorten kunnen veroorzaken)
|
€ 3.751,80
|
2.3.19.4
|
Toestemming op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j. en artikel 2.17a Wabo in samenhang met de artikelen 2.7, leden 2 en 3a, 2.8, eerste lid en 1.13 Wnb (toestemming voor het realiseren van zowel stikstof als niet stikstof gerelateerde projecten of andere handelingen die mogelijk significante effecten voor habitats en soorten kunnen veroorzaken)
|
€ 4.664,40
|
2.3.19.5
|
Toestemming op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j. en artikel 2.17a Wabo met toepassing van artikel 2:7, lid 3a en artikel 2.8, vierde lid Wnb (toestemming voor toelaatbare significant negatieve effecten door het ontbreken van alternatieven, de aanwezigheid van dwingende redenen van groot openbaar belang en compensatie (ADC toetst))
|
€ 7.452,90
|
2.3.19.6
|
Toestemming op grond van de Beleidsregels toedeling ontwikkelruimte Programmatische Aanpak Stikstof Gelderland 2015
|
€ 1.521,00
|
2.3.19.7
|
Toestemming op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder k. en artikel 2.17c Wabo (toestemming voor het opzettelijk verstoren, doden, vangen, plukken etc. van beschermde soorten)
|
€ 1.216,80
|