Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
2.2.1
|
tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:
|
|
2.2.1.1
|
als de geraamde bouwkosten niet meer bedragen dan € 10.000,--
|
€ 170,00
|
2.2.1.2
|
als de geraamde bouwkosten meer bedragen dan € 10.000,--
|
€ 283,40
|
2.2.1.3
|
als alleen aan de welstand wordt getoetst
|
€ 47,50
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten, Bouwbesluit/Bouwverordening
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten voor de toetsing van de aanvraag aan het Bouwbesluit en Bouwverordening:
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:
|
2,29%
|
|
van de bouwkosten, maar met een minimum van € 219,--
|
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:
|
1,91%
|
|
van de bouwkosten, maar met een minimum van € 4.580,--
|
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:
|
1,76%
|
|
van de bouwkosten maar met een minimum van € 9.550,--
|
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen:
|
1,68%
|
|
van de bouwkosten, maar met een minimum van € 17.600,--
|
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
1,61%
|
|
van de bouwkosten, maar met een minimum van € 33.600,--
|
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
1,53%
|
|
van de bouwkosten, maar met een minimum van € 80.500,-- en een maximum van € 161.000,--
|
|
2.3.1.a
|
Bestemmingsplan
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit en toetsing aan het bestemmingsplan moet plaats vinden wordt het overeenkomstig sub onderdeel 2.3.1.1. berekende bedrag verhoogd met een tarief van:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1.1.a
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op
|
|
|
een bouwactiviteit en toetsing aan het Bouwbesluit moet plaats-
|
|
|
vinden, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.1.a
|
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen van de bouwkosten
|
0,76%
|
2.3.1.1.2.a
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen van de bouwkosten
|
0,64%
|
2.3.1.1.3.a
|
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen van de bouwkosten
|
0,59%
|
2.3.1.1.4.a
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen van de bouwkosten
|
0.56%
|
2.3.1.1.5.a
|
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen van de bouwkosten
|
0,54%
|
2.3.1.1.6.a
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen van de bouwkosten
|
0,51%
|
2.3.1.2
|
Welstandstoets
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit en toetsing aan welstandcriteria moet plaatsvinden wordt het overeenkomstig subonderdeel 2.3.1.1 of 2. berekende bedrag verhoogd met:
|
|
2.3.1.2.1
|
In geval van geraamde bouwkosten van € 1,-- tot en met € 500.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom
|
1,9‰ met minimum van € 48,--
|
|
In geval van geraamde bouwkosten van € 500.001,-- tot en met € 1.000.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom
|
1.2‰
|
|
In geval van geraamde bouwkosten van € 1.000.001,-- tot en met € 2.500.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom
|
0,8‰
|
|
In geval van geraamde bouwkosten van € 2.500.001,-- tot en met € 5.000.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom
|
0,5‰
|
|
Van € 5.000.001,-- en meer
|
0,25‰
|
2.3.1.2.2
|
voor woningbouw van één en hetzelfde type welke in één complex
|
|
|
worden uitgevoerd:
|
|
|
complexen van 1 t/m 5 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1;
|
|
|
complexen van 6 t/m 10 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 5 woningen;
|
|
|
complexen van 11 t/m 20 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 6 woningen;
|
|
|
complexen van 21 t/m 30 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 8 woningen;
|
|
|
complexen van 31 t/m 40 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 10 woningen;
|
|
|
complexen van 41 t/m 50 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 12 woningen;
|
|
|
etage-, galerijwoningen en dergelijke worden als één bouwblok beschouwd. Het tarief wordt dan berekend naar de totale bouwsom van het bouwblok.
|
|
2.3.1.2.3
|
integrale advisering
|
|
|
welstand + 1 extra discipline: 1,8 x het tarief genoemd in subonderdeel 2.3.1.2.1;
|
|
|
welstand + meerdere extra disciplines: 2,2 x het tarief genoemd in subonderdeel 2.3.1.2.1;
|
|
2.3.1.2.4
|
Illegale bouwwerken: 1,5 x het tarief genoemd in subonderdeel 2.3.1.2.1
|
|
2.3.1.2.5
|
reclameobjecten
|
€ 58,00
|
2.3.1.2.6
|
Geschreven adviezen vooroverleg n.a.v. een commissievergadering of een mandaatbehandeling (bedrag wordt berekend bij de definitieve aanvraag)
|
€ 100,00
|
2.3.1.2.7
|
formele behandeling en verslaglegging adviezen vooroverleg bouw- en verbouwplannen het hier genoemde bedrag wordt verrekend bij de aanvraag waarvoor een omgevingsvergunning betrekking hebbende op een bouwactiviteit moet worden verleend;
|
€ 105,00
|
2.3.1.2.8
|
onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe (extra) welstandstoets noodzakelijk is:
|
€ 47,30
|
2.3.1.3
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
150%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges
|
|
|
met een minimum van
|
€ 346,80
|
2.3.1.4
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:
|
€ 0,00
|
3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 259,10
|
2.3.2.1
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º (binnenplanse afwijking) en 2º (buitenplanse kleine afwijking), van de Wabo, wordt het bedrag genoemd onderdeel 2.3.2 verhoogd met:
|
€ 357,70
|
2.3.2.2
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo (tijdelijke afwijking), wordt het bedrag genoemd onderdeel 2.3.2 verhoogd met:
|
€ 458,90
|
2.3.2.3
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking), wordt het bedrag genoemd onderdeel 2.3.2 verhoogd met:
|
€ 6.017,80
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 197,80
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 197,80
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 6.017,80
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 298,90
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 298,90
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 298,90
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 298,90
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 298,90
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 357,80
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 357,80
|
2.3.4.2.1
|
onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.4.2 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend voor een persoonsgebonden ontheffing permanente bewoning recreatiewoningen volgens artikel 5, tiende lid, bijlage II, van het Bor
|
€ 1.105,30
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 6.017,80
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 458,90
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 120,60
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 458,90
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 458,90
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 458,90
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 62,50
|
2.3.5.1.1
|
dit bedrag wordt verhoogd voor bouwwerken en inrichtingen met een gebruiksoppervlakte:
|
|
2.3.5.1.1.1
|
tot maximaal 1.000 m2, per m2
|
€ 0,70
|
2.3.5.1.1.2
|
van 1.001 tot en met 2.500 m2
|
€ 813,80
|
2.3.5.1.1.3
|
van 2.501 tot en met 5.001 m2
|
€ 1.002,80
|
2.3.5.1.1.4
|
5.001 m2 en meer
|
€ 1.062,60
|
|
Vermeerderd met € 32,25 per 1.000 m2 of een gedeelte daarvan boven 5.000 m2
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de Erfgoedverordening 2012, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 45,10
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 45,10
|
2.3.6.1.3
|
Indien een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.6.1 slechts herstel van cultuurhistorische waarden betreft, worden geen leges geheven bedoeld in de subonderdelen 2.3.6.1.1 en 2.3.6.1.2
|
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met artikel 19 van de Erfgoedverordening 2012, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 45,10
|
2.3.6.3
|
Indien een activiteit aan een beschermd (rijks)monument of bij verordening aangewezen (gemeentelijk)monument, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, om reden van de beschermde status vergunning plichtig is, wordt geen leges geheven over (het gedeelte van) de bouwkosten bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.6 van de activiteit dat slechts restauratief herstel van cultuurhistorische waarden betreft.
|
|
2.3.6.4
|
Indien een activiteit in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, om reden van ligging vergunning plichtig is, wordt geen leges geheven als bedoeld in onderdeel 2.3.1 van de activiteit dat buiten een beschermd stads- en dorpsgezicht zonder omgevingsvergunning mag plaatsvinden.
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.7.1.1
|
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:
|
€ 259,15
|
2.3.7.1.2
|
in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo,
|
€ 259,15
|
2.3.7.2
|
Asbesthoudende materialen
|
€ 0,00
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de wegenverordening Gelderland 2010 of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 259,15
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de wegenverordening Gelderland 2010 of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 142,60
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 3 van de Omgevingsverordening bijzondere bomen en - groene structuren 2010, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.10.1
|
houtopstanden vallend binnen een groep als bedoeld in artikel 1 van
|
|
|
de Bomenverordening, tot 5 bomen
|
€ 172,60
|
2.3.10.2
|
houtopstanden vallend binnen een groep als bedoeld in artikel 1 van de Bomenverordening, meer dan 5 bomen
|
€ 259,15
|
2.3.10.3
|
alle overige houtopstanden
|
€ 86,15
|
|
|
|
2.3.11
|
Niet opgenomen
|
|
2.3.12
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 45,10
|
|
|
|
2.3.13
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 45,10
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 0,00
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft
|
€ 142,50
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
|
€ 142,50
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport/archeologie
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 280,80
|
2.3.16.1.1
|
voor de beoordeling van de gesteldheid van de bodem, als de informatie al bij de gemeente bekend is
|
€ 42,35
|
2.3.16.2
|
Archeologie
|
|
2.3.16.2.1
|
de beoordeling van de archeologische verwachtingswaarde op basis van de archeologische beleidsadvieskaart van Berkelland
|
€ 42,35
|
2.3.16.2.2
|
de beoordeling van een Plan van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek
|
€ 158,70
|
2.3.16.2.3
|
de beoordeling van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek die voortvloeien uit archeologisch onderzoek op grond van de Erfgoedwet
|
€ 317,40
|
2.3.16.2.4
|
de beoordeling van een proefsleuvenonderzoek, archeologische begeleiding of een opgraving die voortvloeien uit archeologisch onderzoek op grond van de Erfgoedwet
|
€ 476,10
|
2.3.17
|
Wet geluidhinder
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een omgevingsvergunning slechts kan worden afgehandeld wanneer een procedure hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder moet worden gevolgd
|
€ 458,90
|
2.3.18
|
Advies
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.19
|
Overige
|
|
2.3.19.1
|
Als voor het in behandeling nemen van een verzoek om bestemmingsplanherziening of –wijziging, afwijking of project extern advies moet worden ingewonnen en/of daarvoor een wettelijke bekendmaking is vereist, worden de daarvoor geraamde kosten in rekening gebracht. Deze kosten worden vooraf aan de aanvrager meegedeeld door middel van een begroting, die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders wordt opgesteld.
|
|
2.3.19.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.19.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Indien de geraamde kosten hoger zijn dan de werkelijke kosten wordt voor het verschil teruggaaf verleend.
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit en is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in de subonderdelen 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.6. of de subonderdelen 2.3.1.1.1.a tot en met 2.3.1.1.6.a.
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten.
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van één maand na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
75%
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan in subonderdeel 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
50%
|
2.5.1.3
|
indien de aanvraag, omwille van de behandelingstermijn, wordt ingetrokken en de aanvraag, binnen 3 maanden na intrekking, wordt opgevolgd door een nieuwe aanvraag, wordt een teruggaaf verleend van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
100%
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
50%
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
50%
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 225,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdeel 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
€ 0,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 179,50
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 10.057,50
|
2.8.1.1
|
Het tarief genoemd in onderdeel 2.8.1 bedraagt
|
€ 5.028,70
|
|
als de gevraagde herziening niet door de gemeenteraad in procedure wordt gebracht
|
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 6.020,80
|
Hoofdstuk 9 vervallen
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 45,10
|