3e Verordening tot wijziging van de Verordening Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop 2015 vastgesteld door de gemeenteraad van 16-11-2017, nummer 2017 - 105.

ARTIKEL I  

De Verordening Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht

 

1. In lid 1 wordt na ‘…(IOAZ)’ toegevoegd: en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

2. In lid 2 wordt na de zinsnede ‘”… of de Participatiewet , IOAW of IOAZ.” de volgende tekst ’ toegevoegd: “…en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening”.

 

3. Lid 2 wordt gesplitst in lid 2 en 3 vanaf “In deze verordening wordt verder verstaan onder: …”.

 

B

Artikel 8 lid 6 wordt vervangen door de volgende tekst:

“Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen (waaronder pgb’s) met het oog op de beoordeling van de kwaliteit en recht- en doelmatigheid daarvan.”

 

C

Artikel 8a met de titel “Opschorting betaling uit het pgb “ wordt toegevoegd en luidt als volgt:

 

“Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van betalingen uit het pgb als er ten aanzien van een inwoner een ernstig vermoeden is van misbruik of oneigenlijk gebruik van het pgb.”

 

D

In artikel 13 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

 

1. Het huidige artikel 13 wordt artikel 13 lid 1.

 

2. In lid 1 sub a wordt “Werkervaringsplaats” vervangen door: Werkervaringstraject, in sub d wordt “Persoonlijke ondersteuning (job coaching)” vervangen door: Jobcoaching.

 

3. Lid 1 sub f, g en h vervallen.

 

4. Lid 1 sub k “Opstapsubsidie” wordt toegevoegd.

 

5. Lid 2 wordt toegevoegd en luidt als volgt:

“Het college kan nadere regels stellen ter uitvoering van dit artikel.”

 

F

Artikel 13a vervalt.

 

G

Artikel 16 met de titel “Beschut werk” wordt vervangen door de volgende tekst:

1. Het college biedt de voorziening beschut werk aan een belanghebbende die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt.

 

2. Om het in artikel 10b lid 1 van de Participatiewet bedoelde beschut werken mogelijk te maken, kan het college in ieder geval de volgende ondersteunende voorzieningen inzetten: fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.

 

3. Het aantal jaarlijks te realiseren dienstbetrekkingen is beperkt tot het aantal dat bij ministeriële regeling is vastgesteld.

4. Wanneer het aantal (positieve) adviezen van het UWV het in enig jaar te realiseren aantal dienstbetrekkingen overtreft, biedt het college in overleg met betrokkene(n) een andere voorziening uit deze verordening aan tot het moment dat de dienstbetrekking aanvangt.

 

5. De datum van het (positief) advies van het UWV is bepalend voor de volgorde van het aanbod van de voorziening beschut werk, tenzij maatwerk noodzakelijk is.

 

H

In artikel 26 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

 

1. Lid 3 sub e wordt toegevoegd en luidt als volgt:

Het college vraagt heen bijdrage voor:

e. woningaanpassingen in gemeenschappelijke ruimten.

 

2. Een nieuw lid 5 wordt ingevoegd en luidt als volgt:

De kostprijs van:

a. een maatwerkvoorziening wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder;

b. een voorziening voor begeleiding is vastgesteld op € 56 per zorgperiode van 4 weken.

 

3. Lid 5 wordt lid 6.

 

4. Lid 6 wordt lid 7.

 

5. lid 7 wordt lid 8.

 

I

In artikel 37 lid 1 wordt na de zinsnede “Een individuele inkomenstoeslag wordt berekend over de norm genoemd in artikel 21 onderdeel b van de Participatiewet…” de volgende zinsnede ingevoegd:

“…die geldt op1 januari van het betreffende kalenderjaar…”

 

J

Artikel 57 vervalt.

 

K.

In artikel 61 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. De titel wordt gewijzigd en luidt als volgt :

Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.

 

2. Lid 1 vervalt.

 

3. Lid 2 vervalt.

 

4. De nieuwe tekst van artikel 61 luidt als volgt:

Het college zorgt voor een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp, uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.

 

L.

Artikel 61a met de titel “Verhouding prijs en kwaliteit levering diensten door derden op grond van de Wmo” wordt toegevoegd en luidt als volgt:

 

1. Voor de waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4 van de Wmo en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college vast:

a. een vaste prijs, die geldt voor een inschrijving als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 en het aangaan overeenkomst met derde; of

b. een reële prijs die geldt als ondergrens voor:

1° een inschrijving en het aangaan overeenkomst met de derde, en

2° de vaste prijs, bedoeld in onderdeel a.

 

2. Het college stelt de prijzen, bedoeld in het eerste lid, vast:

a. overeenkomstig de eisen aan de kwaliteit van die dienst, waaronder de eisen aan de deskundigheid van de beroepskracht, bedoeld in artikel 2.1.3, tweede lid, onderdeel c, van de Wmo, en

b. rekening houdend met de continuïteit in de hulpverlening, bedoeld in artikel 2.6.5, tweede lid, van de Wmo, tussen degenen aan wie de dienst wordt verstrekt en de betrokken hulpverleners.

 

3. Het college baseert de vaste prijs of de reële prijs op de volgende kostprijselementen:

a. de kosten van de beroepskracht;

b. redelijke overheadkosten;

c. kosten voor niet productieve uren van de beroepskrachten als gevolg van verlof, ziekte, scholing, werkoverleg;

d. reis en opleidingskosten;

e. indexatie van de reële prijs voor het leveren van een dienst;

f. overige kosten als gevolg van door de gemeente gestelde verplichtingen voor aanbieders waaronder rapportageverplichtingen en administratieve verplichtingen.

 

4. Het college kan het eerste lid, onderdeel b, buiten beschouwing laten indien bij de inschrijving aan de derde de eis wordt gesteld een prijs voor de dienst te hanteren die gebaseerd is op hetgeen gesteld is in het tweede en derde lid. Daarover legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad.

 

5. Het college bepaalt met welke derde als bedoeld in het eerste lid hij een overeenkomst aangaat.

 

6. Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren hulpmiddelen en woonvoorzieningen voor de Wmo, in ieder geval rekening met:

a. de marktprijs van de voorziening, en

b. de eventuele extra taken die in verband met de diensten van de leverancier worden gevraagd, zoals:

1°. aanmeten, leveren en plaatsen van de voorziening;

2°. instructie over het gebruik van de voorziening;

3°. onderhoud van de voorziening.

ARTIKEL II

Deze 3e Verordening tot wijziging van de Verordening Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop 2015 treedt in werking op 1 januari 2018.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 16 november 2017, nummer 2017- 105

E.R. van Holthe, griffier

F. Buijserd, Voorzitter

Naar boven