Gemeenteblad van Kaag en Braassem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Kaag en Braassem | Gemeenteblad 2017, 227954 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Kaag en Braassem | Gemeenteblad 2017, 227954 | Verordeningen |
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFEN-HEFFING 2018
De raad van de gemeente Kaag en Braassem;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
“gebruik maken” gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit.
Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22, 10.26, 10.27 en 10.28 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 8 Termijnen van betaling.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de in artikel 6, eerste lid, bedoelde belasting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid kan de belastingschuldige er ook voor kiezen het op het aanslagbiljet vermelde verschuldigde bedrag of de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van zijn betaalrekening af te laten schrijven. De aanslagen worden dan betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslag is opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt.
De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel.
De “Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing 2017”, vastgesteld bij raadsbesluit 12 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem, gehouden op 18 december 2017.
de griffier,
drs. K.A. van der Pas
de voorzitter,
mr. K.M. van der Velde-Menting
Hoofdstuk 1.1. Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.2. Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-227954.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.