Regeling vakantieverlof gemeente Edam-Volendam 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam;

gelet op:

 

  • -

    artikelen 125 en 160 van de Ambtenarenwet;

  • -

    hoofdstukken 3 en 6 van de CAR-UWO;

  • -

    gelet op de artikelen 4.2 en 4.3 van de Bijlage 1 Overgangsrecht medewerker gemeenten E-V + Z van het sociaal statuut fusie gemeenten Edam-Volendam en Zeevang 2015, en

  • -

    na verkregen overeenstemming in het Bijzonder Georganiseerd Overleg d.d. 11 mei 2016, respectievelijk 7 december 2016

besluit:

 

tot het vaststellen van de Verlofregeling gemeente Edam-Volendam 2017

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam, en voor wat betreft de griffie, de door de gemeenteraad ingestelde werkgevercommissie griffie.

  • b.

    Medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR-UWO.

  • c.

    Vakantie: het verlof waarop de medewerker, met behoud van salaris en salaristoelagen, recht heeft.

  • d.

    Brugdag: een door de werkgever aan te wijzen verplichte vrije dag.

  • e.

    Deeltijdbetrekking: de betrekking zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel mm (tweede volzin) CAR-UWO.

  • f.

    Volledige betrekking: de betrekking zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel mm (eerste volzin) CAR-UWO.

  • g.

    Wettelijk verlof: het wettelijk verlof is voor een medewerker met een volledige betrekking 144 uur per kalenderjaar.

  • h.

    Bovenwettelijk verlof: het bovenwettelijk verlof is het verlof als bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze regeling, vermeerderd met het verlof als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 5, en verminderd met het wettelijk verlof.

Artikel 2 Basis vakantie

  • 1.

    Een medewerker met een volledige betrekking heeft overeenkomstig artikel 6:2 CAR-UWO recht op 144 vakantie-uren per kalenderjaar.

  • 2.

    Bij medewerkers met een deeltijdbetrekking worden alle op grond van deze regeling eventueel toe te wijzen verlofrechten berekend op basis van de voor hen geldende deeltijd-factor.

Artikel 3. Vermeerdering, vermindering vakantie

  • 1.

    Een medewerker van de afdeling Openbare Werken en op wie binnen de toepassing van de bijzondere regeling als bedoeld in hoofdstuk 4 CAR-UWO een werkrooster van 40 uur per week van toepassing is, heeft naast de basis vakantie, zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 2, recht op vermeerdering van 18,6 uur vakantie per jaar.

  • 2.

     

    • a.

      de ambtenaar kan met toepassing van artikel 3:29, 1ste lid onder a C.A.R. het Individueel Keuze Budget (IKB) gebruiken voor het kopen van vakantie-uren tot een maximum van vier maal de aanstellingsduur per week gedurende het kalenderjaar.

    • b.

      de ambtenaar kan met toepassing van artikel 3:36, 1ste lid C.A.R. elk kalenderjaar een verzoek doen om ten hoogste 72 uren bovenwettelijk vakantieverlof te verkopen. Bij een deeltijd dienstverband wordt dit aantal naar rato vastgesteld.

  • 3.

    De medewerker kan overeenkomstig artikel 6:2 CAR-UWO verzoeken in het daaropvolgende kalenderjaar de arbeidsduur per jaar te mogen overschrijden met – bij een volledige betrekking- een maximum van 50,4 uren en deze uren om te zetten in vakantie als bedoeld in het eerste lid van dat artikel. Voor de medewerker die is aangesteld voor een arbeidsduur van minder dan 36 uur per week geldt een naar evenredigheid lager aantal uren als maximum.

  • 4.

    De werkgever wijst een verzoek als bedoeld in het vorige lid toe, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten.

Artikel 4 Bijzonder verlof en lokaal vrije dagen (1)

  • 1.

    De medewerker heeft naast de basisvakantie, zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 2, danwel de basisvakantie, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, recht op 36 extra vakantie-uren.

  • 2.

    De werkgever wijst van de extra vakantie-uren, zoals bedoeld in het eerste lid, jaarlijks en in overleg met de Ondernemingsraad minimaal één en maximaal 3 werkdagen als verplichte vrije dag, t.w. brugdag, aan waarop de kantoren van de gemeente zijn gesloten. De medewerker neemt daarbij verplicht verlof op voor het aantal uren dat hij volgens afspraken zou gaan werken.

  • 3.

    Indien met toepassing van dit artikel niet volgens daarover gemaakte afspraken wordt gewerkt op een jaarlijks aangewezen brugdag wordt geen vakantieverlof ingehouden bij de medewerker.

  • 4.

    Indien op een aangewezen brugdag, als bedoeld in het tweede lid, in dienstopdracht werk-zaamheden worden verricht, wordt de medewerker in de gelegenheid gesteld de gewerkte uren op een ander moment als vakantie-uren op te nemen voor zover hij volgens afspraken op die dag regulier zou gaan werken.

  • 5.
    • a.

      de medewerker als bedoeld in het eerste lid en die een inschaling geniet vanaf salaris-schaal 9 heeft naast de hiervoor genoemde verlofaanspraken nog recht op 7,2 uur extra vakantie verlof.

    • b.

      Het bepaalde onder a. is eveneens van toepassing op de medewerker van de voormalige gemeente Zeevang, die op basis van het bij het sociaal statuut fusie gemeenten Edam-Volendam 2015 opgenomen addendum vanaf 1 januari 2016 een garantietoelage krijgt

      toegekend in zijn functie naar analogie van uitloopschaal 9, zoals deze met toepassing van het betreffende sociaal statuut nog wordt toegekend aan de medewerker van de voormalige gemeente Edam-Volendam.

     

Artikel 4a Bijzonder verlof en lokaal vrije dagen (2)

Naast de landelijke feestdagen (t.w. Nieuwjaarsdag, 2e Paasdag, 2e Pinksterdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag en de beide Kerstdagen) gelden voor de gemeente Edam-Volendam de volgende dagen als lokale bijzondere verlofdagen waarop de kantoren van de gemeente zijn gesloten:

  • -

    Goede Vrijdag;

  • -

    5 mei (voor zover dit op een werkdag valt)

Artikel 5 Verlof als uitwerking van het lokaal leeftijdsbewust personeelsbeleid

  • a.

    Het in artikel 2, eerste lid, van deze regeling vermelde aantal verlofuren wordt voor de medewerker met een fulltime dienstverband die op 31 december 1996 en sedertdien onafgebroken in dienst is van de gemeente Edam-Volendam of Zeevang en daarmee gelijkgesteld, en per 1 januari 2016 in dienst is van de (nieuwe) gemeente Edam-Volendam, vermeerderd met:

    • 1 dag, oftewel 7,2 uur, voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 30 jaar of ouder is;

    • 2 dagen, oftewel 14,4 uur, voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 35 jaar of ouder is;

    • 3 dagen, oftewel 21,6 uur, voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 40 jaar of ouder is;

    • 4 dagen, oftewel 28,8 uur, voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 45 jaar of ouder is;

    • 5 dagen, oftewel 36,0 uur, voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 50 jaar of ouder is, en

    • 6 dagen, oftewel 43,2 uur, voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 55 jaar of ouder is.

  • b.

    Het in artikel 2, eerste lid, van deze regeling vermelde aantal verlofuren wordt voor de medewerker met een fulltime dienstverband die vanaf 1 januari 1997 en sedertdien onaf-gebroken in dienst is van de gemeente Edam-Volendam of Zeevang en daarmee gelijk-gesteld, en per 1 januari 2016 in dienst is van de nieuwe gemeente Edam-Volendam, vermeerderd met:

    • 1 dag, oftewel 7,2 uur, voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 40 jaar of ouder is;

    • 2 dagen, oftewel 14,4 uur, voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 45 jaar of ouder is;

    • 3 dagen, oftewel 21,6 uur, voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 50 jaar of ouder is;

    • 4 dagen, oftewel 28,8 uur, voor degene die in het desbetreffende kalenderjaar 55 jaar of ouder is.

  • c.

    Het bepaalde onder sub b is eveneens van toepassing op de medewerker die vanaf 1 januari 2016 in dienst treedt bij de gemeente.

  • d.

    Voor de medewerker met een deeltijd dienstverband wordt het hiervoor vermelde leeftijds-verlof per kalenderjaar naar rato berekend.

Artikel 6 Opbouw, opname vakantieverlof

  • 1.

    Voor de berekening van het aantal vakantie-uren wordt één werkdag bij een volledige betrekking gelijk gesteld aan 7,2 vakantie-uren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt bij het opnemen van vakantie het aantal vakantie-uren afgeschreven, dat de medewerker op de betreffende dag(en) feitelijk zou moeten werken. Hierbij wordt gekeken naar het afgesproken werkpatroon of de vastgelegde basisafspraken tussen leidinggevende en medewerker.

  • 3.

    Bij het toekennen van vakantie wordt, voor zover de belangen van de dienst en die van de andere medewerkers dit toelaten, zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de medewerker.

  • 4.

    De vakantie kan worden opgesplitst, maar wordt als regel voor ten minste 2/3 deel, doch in elk geval voor ten minste tien werkdagen, aaneensluitend verleend.

Artikel 7 Niet opgenomen vakantie

  • 1.

    Indien de medewerker met een volledige betrekking in een kalenderjaar zijn opgebouwde vakantie geheel of gedeeltelijk niet heeft opgenomen en het aantal niet genoten vakantie-uren niet meer dan 72 uur bedraagt, worden deze vakantie-uren automatisch overgeboekt naar het volgende kalenderjaar. De desbetreffende medewerker behoeft hiervoor geen verzoek in te dienen.

  • 2.

    Wanneer er meer dan 72 uren vakantie resteren aan het eind van het kalenderjaar dient de medewerker een gemotiveerd verzoek in bij de werkgever om meer uren te mogen over-boeken naar het volgende kalenderjaar.

  • 3.

    De werkgever maakt tijdig afspraken met de medewerker in verband met het inplannen van opname van de vakantie-uren boven het maximum van 72 uur zoals bedoeld in het tweede lid.

  • 4.

    Voor de medewerker met een deeltijdbetrekking worden de in dit artikel genoemde uren per kalenderjaar naar rato berekend.

Artikel 8 Wettelijk verlof

  • 1.

    Indien in een kalenderjaar het wettelijk verlof geheel of gedeeltelijk niet is opgenomen, vervalt dit verlof 12 maanden na het einde van dat kalenderjaar, tenzij de medewerker tot aan dat tijdstip om medische redenen redelijkerwijs niet in staat is geweest om dit op te nemen, of dit vanwege dienstbelang niet mogelijk is geweest.

  • 2.

    Een medewerker kan een verzoek indienen om zijn wettelijk verlof gedeeltelijk om te zetten voor een langere verlofperiode. De werkgever kan daarbij de in het eerste lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 9 Bovenwettelijk verlof

Indien in een kalenderjaar het bovenwettelijk verlof geheel of gedeeltelijk niet is opgenomen, verjaart dit verlof 60 maanden na het einde van dat kalenderjaar.

Artikel 10 Vakantieopbouw tijdens ziekte, arbeidsongeschiktheid en andere redenen van afwezigheid.

  • 1.

    De medewerker die in de loop van een kalenderjaar is aangesteld of wordt ontslagen heeft recht op vakantie naar rato van de tijd dat hij zijn betrekking vervult.

  • 2.

    Voor de medewerker die door oorzaken anders dan die bedoeld in het eerste lid, niet gedu-rende het volle kalenderjaar zijn betrekking vervult, wordt de duur van de vakantie naar evenredigheid verminderd behoudens het bepaalde in het derde lid.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt een vermindering, bedoeld in het tweede lid, niet toegepast:

    • a.

      gedurende afwezigheid wegens zwangerschap en bevalling;

    • b.

      gedurende afwezigheid wegens ziekte.

  • 4.

    Indien aan de medewerker op zijn verzoek vakantie wordt verleend op werkdagen, waarop hij wegens ziekte geheel of gedeeltelijk zijn arbeid niet kan verrichten, wordt het aantal vakantie-uren van de medewerker verminderd met het aantal uren dat hij op die dag zou werken als hij niet ziek zou zijn geweest.

  • 5.

    Voor vakantie waarop de medewerker aanspraak heeft, maar die met ingang van de dag van ontslag nog niet is verleend wordt een vergoeding gegeven. Deze vergoeding is gelijk aan het uurloon van de medewerker voor elk niet verleend vakantie-uur.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen in afwijking van deze regeling.

Artikel 12 Slotbepaling

Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2017. Met ingang van deze datum wordt ingetrokken de Regeling vakantieverlof gemeente Edam-Volendam 2016, zoals deze laatstelijk is vastgesteld op 7 november 2017.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam op 7 november 2017,

M. Bekkenkamp, Msc,

De loco-secretaris.

L.J. Sievers,

de burgemeester.

Naar boven